Hoofdstuk 4 bevat de algemene gedragsregels van vergunninghouders en beroepsbeoefenaren die in de volgende hoofdstukken van de Gedragscode nader zijn uitgewerkt. De gedragsregels sluiten aan bij de List of Guiding Principles Promoting Good Governance in the Pharmaceutical Sector, in 2012 opgesteld  door het Platform on Transparency and Ethics.1 Dit Platform werd gevormd uit vertegenwoordigers van de farmaceutische industrie, patiĆ«ntenorganisaties, beroepsbeoefenaren, consumentenorganisaties, ngo’s, groothandels, ziekenhuizen en Europese en nationale autoriteiten.

4.1 Verantwoord gedrag in onderling verkeer vergunninghouders en beroepsbeoefenaren
Onverminderd de ter zake geldende wettelijke bepalingen en onverminderd ook het elders in deze Gedragscode bepaalde, dragen vergunninghouders en beroepsbeoefenaren zorg voor een verantwoord gedrag in hun onderlinge verkeer. Deze zorg betreft in het bijzonder de verplichting om dat gedrag in overeenstemming te doen zijn met de belangen van de eindverbruiker alsmede van de volksgezondheid in het algemeen, waaronder begrepen het feit dat een belangrijk deel van de kosten van geneesmiddelen uit, in het kader van collectieve voorzieningen opgebrachte, fondsen wordt gedekt. Vergunninghouders en beroepsbeoefenaren zijn transparant over hun relaties en zijn daarvoor aanspreekbaar.
4.2 Conflicten beroepseed en onoorbare verplichtingen vermijden
Vergunninghouders en beroepsbeoefenaren vermijden bij hun onderlinge verkeer dat zij op enigerlei wijze in conflict raken met hun beroepseed of met uit andere hoofde in het kader van de uitoefening van hun beroep of bedrijf op hen rustende verplichtingen, dan wel dat zij zich op onoorbare wijze jegens elkaar verplicht zouden voelen.
4.3 Interne controle op correcte naleving
Vergunninghouders en beroepsbeoefenaren richten hun activiteiten met betrekking tot geneesmiddelen zodanig in dat een correcte naleving van deze Gedragscode alsmede een adequate controle op die naleving is gewaarborgd, en zij onthouden zich van ieder handelen of nalaten dat, hoewel daarin niet uitdrukkelijk is voorzien in deze Gedragscode, in strijd is met de geest of de strekking daarvan.