Samenvatting: | De klacht van Santen is gericht tegen een aantal weggeef- en winacties van Théa Pharma tijdens het jaarlijks congres van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap alsmede tegen de uiting die betrekking heeft op deze acties en die voorafgaand aan het congres is gepubliceerd. Santen stelt zich op het standpunt dat deze uiting in strijd is met de Gedragscode, in het bijzonder de artikelen 6.2.1 en 6.2.2. Volgens Santen heeft Théa Pharma geschenken aangeboden respectievelijk geschenken in het vooruitzicht heeft gesteld richting beroepsbeoefenaren, welke geschenken niet zijn uitgezonderd van het verbod op gunstbetoon op grond van het bepaalde in artikel 6.2.2 van de Gedragscode. Théa Pharma heeft verweer gevoerd en stelt – kort gezegd – dat de geschenken (onder andere sokken, Blepha Eyebag en een afvalopruimset) een geringe waarde hebben en relevant zijn voor de uitoefening van de oogheelkundepraktijk.
In de advertentie van Théa Pharma wordt aangekondigd dat Théa Pharma haar 30 jarig jubileum viert en dat wie jarig is, trakteert. Lezers van de advertentie worden uitgenodigd om Théa Pharma bij hun stand op het NOG congres te bezoeken voor een kleine verrassing en voor onder andere een winactie en twee weggeefacties. Unieke, warme “Sokken voor Ooghelden” kunnen worden gewonnen en een gratis Blepha Eyebag en een gratis zwerfafval opruimset kunnen worden opgehaald respectievelijk aangevraagd. Ingevolge artikel 6.2.1 sub a van de Gedragscode onthouden vergunninghouders zich met betrekking tot beroepsbeoefenaren van het aanbieden of in het vooruitzicht stellen van geschenken in welke vorm ook. Krachtens artikel 6.2.2 van de Gedragscode zijn van het bepaalde in artikel 6.2.1 uitgezonderd geschenken die een geringe waarde hebben en tevens van betekenis zijn voor de uitoefening van de praktijk van de beroepsbeoefenaar. Aangenomen wordt dat een geschenk van geringe waarde is wanneer de waarde niet meer bedraagt dan € 50,- per keer, met een maximum van € 150,- per jaar. De toelichting bij artikel 6.2.2 van de Gedragscode geeft aan dat de norm dat geschenken daadwerkelijk van betekenis moeten kunnen zijn voor de uitoefening van het beroep van de ontvanger betekent dat geschenken niet alleen maar in de privésfeer te gebruiken mogen zijn. Het geschenk moet relevantie hebben met de gewone loop der dingen in de uitoefening van het beroep van de ontvanger. Het moet passen in de praktijk van de ontvanger en daar een functie in kunnen hebben. In navolging van de EFPIA gedragscode kan daaruit worden afgeleid dat de volgende geschenken van geringe waarde toelaatbaar zijn: a. materialen met een informatief of educatief karakter voor zover deze direct relevant zijn voor de beroepsuitoefening van de beroepsbeoefenaar en direct de zorg aan patiënten ten goede komen, en b. producten die in de medische praktijk kunnen worden toegepast, direct gericht op de educatie van beroepsbeoefenaren en de zorg aan patiënten, mits daarmee niet routine praktijkuitgaven van de ontvangende beroepsbeoefenaar worden gecompenseerd.
De Codecommissie is van oordeel dat bovengenoemde geschenken niet kunnen worden aangemerkt als materialen met een informatief karakter die relevant zijn voor de beroepsuitoefening van de beroepsbeoefenaar en tevens de zorg aan zijn of haar patiënten ten goede komt dan wel als producten die in de medische praktijk kunnen worden toegepast, direct gericht op de educatie van beroepsbeoefenaren en de zorg aan patiënten. Het aanbieden en/of het in het vooruitzicht stellen van voornoemde geschenken is daarmee in strijd met de Gedragscode. Op dezelfde gronden is de uiting eveneens in strijd met de Gedragscode.
|