ADVIES (AA19.040) van de Codecommissie op het verzoek van [mevrouw Y] werkzaam bij [X], namens [Y], ontvangen 15 juli 2019, op de voet van artikel 59 van het Reglement van de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de voorzitter van de Codecommissie.

1. Het verzoek en de beoordeling

1.1 De aanvraag betreft evenals in voorgaande jaren een door [Y] uitgeschreven prijsvraag.

1.2 De Codecommissie verwijst voor de achtergrond en waar het betreft de beweegredenen voor het organiseren en toekennen van de prijsvraag naar onder meer de adviezen A15.117, A17.079 en A18.035.
Thans wordt een soortgelijke adviesaanvraag ingediend tegen dezelfde achtergrond en onder (nagenoeg) dezelfde algemene voorwaarden.

1.3 In het kader van de prijsvraag zijn thans door de betreffende jury drie projecten genomineerd, te weten:
– “[A]” van het [ziekenhuis B];
– “[C]” van het [ziekenhuis D];
– “[E]” van het [ziekenhuis F].
Bij het voordragen van de projecten zijn ook begrotingen ingediend, als in de algemene voorwaarden bepaald. Daarin wordt tevens aangegeven dat de beoordeling door een onafhankelijke jury geschiedt.

1.4 Toetsend aan de in dit kader relevante artikelen 6.5.4 en 6.5.1 aanhef en onder c. van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame (hierna: Gedragscode) gaat de Codecommissie er, gezien de achtergrond en inhoud van de prijsvraag en de voorgedragen projecten, van uit dat deze ook in dit geval zorgverbeterend zijn.

1.5 De Codecommissie wil er voorts evenzo – in het kader van de onder b van artikel 6.5.4 Gedragscode gestelde eisen – van uitgaan dat de jury onafhankelijk en deskundig is en dat
– waar geen sprake is van een wetenschappelijke vereniging – in dit geval een (ook indirecte) koppeling tussen de prijs en de bedrijfsnaam van de vergunninghouder ontbreekt, zowel als dat er overigens geen banden zijn tussen de juryleden en de vergunninghouder. Zie in dit verband tevens het bepaalde onder d. van laatstbedoeld artikel. [Y] dient zulks nog te bevestigen.

1.6 Van beïnvloeding als onder e. van artikel 6.5.4 Gedragscode bedoeld, blijkt niet.

1.7 In aanmerking nemend het onder 1.5 gemaakte voorbehoud valt het mogelijk maken van de wetenschappelijke prijs in dit geval onder artikel 6.5.1 onder c. Gedragscode. Het advies luidt met deze restrictie positief.
De Codecommissie verwacht dat [Y] uiterlijk 15 augustus 2019 de Stichting CGR nader informeert betreffende dat voorbehoud.

2. Kosten

De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten aan de aanvrager separaat in rekening zullen worden gebracht.

Aldus gedaan te Amsterdam op 29 juli 2019 door mr. L.A.J. Nuijten, voorzitter Codecommissie.