ADVIES (AA17.079) van de Codecommissie op het namens [X] door [drs. Y], werkzaam bij [X], ingediende verzoek d.d. 17 augustus 2017, op de voet van artikel 59 van het Reglement van de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de voorzitter van de Codecommissie.

1. Het verzoek en de beoordeling

Evenals in voorgaande jaren en eerder dit jaar dient [X] ook thans een adviesaanvraag in, aangevuld d.d. 29 augustus 2017, betreffende een door haar uitgeschreven prijsvraag. Eerder heeft de Codecommissie soortgelijke aanvragen beoordeeld; zie onder meer het advies AA15.056 en laatstelijk het advies AA17.051.

De Codecommissie verwijst voor wat betreft de beweegredenen voor het organiseren en toekennen van de prijsvraag naar genoemde adviezen. Thans wordt een soortgelijke adviesaanvraag ingediend tegen dezelfde achtergrond en onder dezelfde voorwaarden. De Codecommissie volstaat ook inzoverre met verwijzing naar hetgeen in de eerdere adviezen hieromtrent is opgenomen.

Het onderhavige verzoek ziet in het kader van die prijsvraag op drie door de betreffende jury genomineerde projecten, te weten:
– [project A];
– [project B];
– [project C] De projecten zijn voorzien van begrotingen.

De Codecommissie gaat er evenals voorheen vanuit, dat de sponsoring geen commercieel doel dient. Het project (de prijsvraag) voldoet evenzo aan overige eisen, neergelegd onder a en b en in de slotalinea van artikel 6.5.5 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame (hierna: de Gedragscode). Omdat -evenals voorheen- niet bekend is / wordt gemaakt hoe de jury is samengesteld wijst de Codecommissie ook nu op het bepaalde in artikel 6.5.4 van de Gedragscode, in die zin dat de jury daadwerkelijk onafhankelijk dient te zijn en de leden ervan geen banden dienen te hebben met (een van) de genomineerden.

Resteert nog de beantwoording van de vraag of de bij de genomineerde projecten gevoegde begrotingen voldoen aan de daaraan door de Gedragscode gestelde onder c van artikel 6.5.5 van de Gedragscode genoemde voorwaarde, inhoudende dat de betreffende activiteiten niet of niet volledig op andere reguliere wijze worden gefinancierd.
De Codecommissie heeft in de begroting van de onder a en b genoemde projecten geen aanleiding gevonden te veronderstellen dat deze niet voldoen aan die voorwaarde.
Waar het betreft het onder c vermelde project is een nadere overweging op zijn plaats.

[X] heeft, desverzocht door de Codecommissie, een nadere toelichting gegeven op de financiering van dit project. Het project heeft als doel ondersteuning van de ouder bij wie [ziekte D] is geconstateerd in diens relatie tot de thuiswonende kinderen en houdt een uitbreiding in van het reeds bestaande project, inzoverre dat onder meer opleiding van een extra verpleegkundige gewenst is, voor welke opleiding kosten worden begroot die met uitreiking van de prijsvraag gedekt zouden kunnen worden. De Codecommissie begrijpt dat weliswaar het thans lopende (nog niet uitgebreide) project waar het de inzet van de verpleegkundige betreft deels wordt gefinancierd uit de afdelingsbegroting, maar dat die begroting daarin in wezen niet voorziet en enkel uit maatschappelijke overwegingen daaruit een kennelijk zeer beperkt deel wordt vrijgemaakt. Financiering van de realisering van het project met onder meer bedoelde uitbreiding houdt (bij instandhouding van financiering van het thans bestaande project) dan ook niet in dat extra ruimte wordt gecreëerd voor zaken die tot de normale praktijk- of bedrijfsvoering van het ziekenhuis behoren dan wel dat deze tot besparing en bevoordeling van de gesponsorde zal leiden. De Codecommissie ziet hier dan ook geen belemmering in het bepaalde onder c van artikel 6.5.5 van de Gedragscode.

De Codecommissie hecht er tenslotte aan om -evenals in voorgaande adviezen- er op te wijzen, dat:
– de afspraken met de gesponsorde daadwerkelijk worden neergelegd op de wijze als bepaald in artikel 6.5.6 van de Gedragscode
– ook overigens nageleefd wordt het overigens bepaalde in de artikelen 6.5.4 en art. 6.5.8 van de Gedragscode.

In aanmerking nemende vorenstaande voorbehouden luidt het advies in deze positief.
De Codecommissie verwacht dat de afspraken met de gesponsorde na opmaak daarvan aan de CGR worden overgelegd.

2. Kosten

De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten separaat aan [X] in rekening zullen worden gebracht.

Aldus gedaan te Amsterdam op 4 september 2017 door mr. L.A.J. Nuijten, voorzitter Codecommissie.