Op 24 maart 2009 is het volgende advies (A09.024) gegeven.

1. Het verzoek van X:

X is blijkens haar website een op research georiënteerd farmaceutisch bedrijf. Haar activiteiten concentreren zich op de ontdekking, ontwikkeling en het op de markt brengen van innovatieve geneesmiddelen op het gebied van diverse specialismen.
X heeft het voornemen op haar website en op eventueel door haar te sponsoren websites bezoekers van die websites de mogelijkheid te geven door te linken naar openbare wetenschappelijke publicaties of samenvattingen van publicaties uit onomstreden onafhankelijke bronnen, dan wel het vermelden van de internetadressen van dergelijke bronnen, dan wel het geven van aanwijzingen in de vorm van zoektermen op deze sites. Daardoor wordt het bezoekers van de website van X vergemakkelijkt om via deze onafhankelijke bronnen informatie te verzamelen over medicamenteuze behandelwijzen, in het bijzonder over therapieën die betrekking hebben op de behandeling van ziekte Y.

Volgens X zullen de links en/of de aanwijzingen uitsluitend betrekking hebben op onderzoeken die zijn uitgevoerd op een wijze die niet tegenstrijdig is met de Samenvatting van de Productkenmerken. Op de website zullen geen conclusies worden getrokken, noch zal commentaar worden gegeven over de inhoud en conclusies van de publicaties of de samenvatting van de publicaties waarnaar wordt verwezen.

X verzoekt haar voornemen te toetsen aan de Gedragscode Geneesmiddelenreclame.

2. De beoordeling door de Commissie:

De vraag die dient te worden beantwoord is of de voorgenomen doorverwijzing op de website van X naar websites van onafhankelijke bronnen reclame is in de zin van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame of dat door die doorverwijzing uitsluitend informatie wordt verstrekt in de zin van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame, zoals verduidelijkt in de Nadere invulling van het onderscheid tussen reclame en informatie voor geneesmiddelen van de Stichting CGR.

Reclame in de zin van de Gedragscode is iedere aanprijzing van geneesmiddelen en daarmee samenhangende diensten of denkbeelden, daaronder begrepen het aanbieden of vragen van diensten of goederen in de omgang tussen vergunninghouders en beroepsbeoefenaren.
De Commissie begrijpt het voornemen van X aldus, dat degene die de website van X bezoekt om informatie over therapieën die betrekking hebben op ziekte Y en die daar kennis neemt van de geneesmiddelen die door X zijn ontwikkeld en op de markt worden gebracht, de mogelijkheid krijgt direct vanaf de website van X naar een website te gaan waarop publicaties over de betreffende kwaal of gebrek en een eventueel geneesmiddel beschikbaar zijn, althans over de werkzame stof of stoffen in het betreffende geneesmiddel.

Blijkens haar website biedt X nu reeds doorverwijzingen aan naar bepaalde websites, zoals een website voor mensen met ziekte Z, de website van de Nederlandse Vereniging A en andere websites. Dat de website van X ook voor het publiek toegankelijk is betekent niet dat de Gedragscode reeds daarom niet van toepassing zou zijn, immers ook beroepsbeoefenaren kunnen die website benaderen. Bovendien vormt de Code voor Publieksreclame integraal onderdeel van de Gedragscode.
Wat daar verder van zij, tegen het voornemen van X kan geen bezwaar bestaan indien, zoals uit de adviesaanvrage kan worden opgemaakt, de website waar naartoe wordt doorverwezen zonder beperking beschikbaar is en indien het gaat om een verzameling van bronnen op de toegankelijkheid waarvan X geen invloed heeft.

Anders kan het zijn indien wordt verwezen naar één of meer bepaalde publicatie(s). Immers het informatieve karakter maakt plaats voor een aanprijzend karakter van de verwijzing, indien slechts één of enkele voor het product van X positief, respectievelijk positieve artikel(en) onder de aandacht van de bezoeker van de website wordt of worden gebracht, terwijl naar publicaties met een minder positief, althans met een anders luidend oordeel niet met een link wordt verwezen. Gelet op de gegeven toelichting door X gaat de Commissie er voor dit advies niet van uit dat X beoogt uitsluitend voor haar product(en) positief uitvallende publicaties en websites die tot steun kunnen strekken van haar product(en) door deze dienstverlening aan het publiek, waaronder dus ook beroepsbeoefenaren, gemakkelijk toegankelijk te maken.

De slotsom is dat de Gedragscode Geneesmiddelenreclame niet in de weg staat aan de door X voorgenomen dienstverlening op haar website, zoals deze in de adviesaanvrage aan de Commissie is voorgelegd.

3. De kosten:

De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten separaat aan verzoekster in rekening zullen worden gebracht.
Aldus gedaan te Gouda op 24 maart 2009 door mr. J.A.J. Peeters, voorzitter.