AA25.001 Redelijke vliegreiskosten

ADVIES (AA25.001) van de CGR op het verzoek van [X] op 5 februari 2025 uit hoofde van artikel 2.5.1 van het Reglement Naleving geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de Keuringsraad.

1. Het verzoek

De adviesaanvraag betreft de vraag of het voor vergunninghouders is toegestaan om bij het vergoeden van de kosten van deelname aan congressen en/of bijeenkomsten in het buitenland bij intercontinentale vluchten premium economy tickets voor 50% te vergoeden. De achtergrond van deze vraag is dat de stoelen in basis economy class steeds beperkter zijn geworden, wat leidt tot vermoeidheid en klachten bij artsen die deelnemen aan bijeenkomsten. Volgens artikel 6.4.1 van de Gedragscode mogen de kosten van deelname aan congressen en bijeenkomsten alleen redelijke reis-, verblijf- en inschrijvingskosten omvatten. De vraag is of premium economy class, die meer comfort biedt dan basis economy maar minder luxe is dan business class, een redelijke optie is om voor 50% te vergoeden.

2. Het oordeel van de CGR

Artikel 6.4.1 van de Gedragscode bepaalt dat bij het verlenen van gastvrijheid door vergunninghouders aan beroepsbeoefenaren in het kader van bijeenkomsten, deze gastvrijheid beperkt blijft tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de deelname aan deze bijeenkomst. De gastvrijheid mag zich alleen uitstrekken tot redelijke reis-, verblijf- en inschrijvingskosten (artikel 6.4.3 van de Gedragscode). De vraag die hier aan de orde is wat moet worden verstaan onder redelijke reiskosten bij intercontinentale vluchten.

De Gedragscode stelt financiële voorwaarden om te bepalen wanneer gastvrijheidskosten binnen redelijke perken blijven. Voor bijeenkomsten mogen de geboden gastvrijheidskosten niet meer bedragen dan € 500 per keer, tenzij de beroepsbeoefenaar tenminste 50% van alle kosten zelf draagt (artikel 6.4.6 van de Gedragscode).

De Gedragscode stelt geen specifieke regels over de wijze van vervoer. Hierover wordt wel meer bepaald in relatie tot de redelijke vergoeding van onkosten bij dienstverlening (artikel 6.3.3 van de Gedragscode). In de toelichting wordt voor het vergoeden van redelijke reiskosten aangesloten bij de onkostenvergoedingen voor Rijksambtenaren. Met betrekking tot kosten voor vliegreizen wordt aangegeven dat de vergoeding van business class tickets voor intercontinentale vluchten is toegestaan.

Voor de uitleg welke reiskosten kunnen worden vergoed in het kader van gastvrijheidskosten als bedoeld in artikel 6.4.3 van de Gedragscode, kan worden aangesloten bij de kosten die worden vergoed voor Rijksambtenaren. In de CAO van het Rijk wordt bepaald welke reiskosten worden vergoed voor dienstreizen naar het buitenland (artikel 10.3 CAO Rijk). Daarin wordt met betrekking tot vliegreizen het volgende bepaald:

“U mag reizen in:
• business klasse of een vergelijkbare klasse als bij uw dienstreis de vliegtijd van uw vlucht zes uur of meer is en voor uw dienstreis een vervoerbewijs in die klasse beschikbaar is. Dit geldt ook als uw dienstreis uit meerdere vluchten bestaat of
• economy klasse of een vergelijkbare klasse als bij uw dienstreis de vliegtijd van uw vlucht minder dan zes uur is.”

Deze bepaling is van toepassing in geval van het vergoeden van redelijke reiskosten als onderdeel van een dienstverleningsovereenkomst. Voor het vergoeden van reiskosten als onderdeel van gastvrijheidskosten, dient te worden aangesloten bij de voorzieningen bij studie en opleidingen voor Rijksambtenaren (artikel 12.3 CAO Rijk). Dit artikel bepaalt het volgende:

“Uw reis- en verblijfkosten vanwege uw opleiding en studie worden op dezelfde manier vergoed als bij een dienstreis. Afwijkend daarvan geldt dat als u met de trein reist, u de kosten voor 2e klasse vergoed krijgt en als u met het vliegtuig reist de kosten voor economy klasse of een vergelijkbare klasse.”

Op grond hiervan acht de CGR de vliegtuigkosten als onderdeel van gastvrijheidskosten redelijk in de economy klasse of een vergelijkbare klasse. Gezien het feit dat wordt verwezen naar de kostenvergoeding bij een dienstreis, is het redelijk om voor vluchten met een vluchttijd langer dan zes uur, een economy comfort class of premium economy class te vergoeden, binnen de grenzen van de maximale vergoeding van gastvrijheidskosten uit hoofde van artikel 6.4.6 van de Gedragscode. Dit laat onverlet dat de beroepsbeoefenaar voor eigen kosten een upgrade naar een hogere klasse kan verzorgen.

Het antwoord op de adviesvraag of het voor vergunninghouders is toegestaan om bij het vergoeden van de kosten van deelname aan congressen en/of bijeenkomsten in het buitenland bij intercontinentale vluchten premium economy tickets voor 50% te vergoeden, luidt derhalve bevestigend, met dien verstande dat het moet gaan om een vlucht die (rechtstreeks) meer dan zes uur bedraagt. In dit verband is nog wel van belang dat vliegmaatschappijen verschillende benamingen hebben voor de economy comfort of premium economy class. Van belang is dat het gaat om een ticket waarbij de reiziger meer beenruimte heeft in de economy class, te onderscheiden van tickets voor de afzonderlijke businessclass of first class, die in relatie tot de redelijke gastvrijheidskosten niet kunnen worden vergoed.

Gezien het bovenstaande komt de CGR tot de conclusie dat het advies positief kan luiden.

3. De kosten

De aan deze adviesaanvraag verbonden kosten zullen separaat aan [X] in rekening worden gebracht.

 

ID:

AA25.001

Onderwerp(en):

Geschenken

Type beoordeling:

Advies

Uitspraak:

Positief

Instantie:

Keuringsraad

Datum uitspraak:

24-02-2025

Print deze uitspraak