K02.008 Schering Plough/Roche

De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K02.008) op de voet van artikel 11 van het Reglement voor de Codecommissie van
Schering – Plough B.V.
gevestigd te Maarssen
verder te noemen: Schering – Plough
met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:
Roche Nederland B.V.
gevestigd te Mijdrecht
verder te noemen Roche Nederland
voor:
Pegasys ® .

Het verloop van het kort geding
1. De Codecommissie CGR heeft kennisgenomen van:
– het klaagschrift met producties van mr. L. Oosting, advocaat te Amsterdam, namens Schering – Plough d.d. 23 juli 2002; l
– brief met producties van mr. L. Oosting, advocaat te Amsterdam, namens Schering – Plough d.d. 10 september 2002;
– brief met productie van mr. A.J.H.W.M. Versteeg, advocaat te Amsterdam, namens Roche Nederland d.d. 12 september 2002;
– de pleitnota’s van beide partijen.

2. De Codecommissie CGR heeft de klacht behandeld in kort geding ter zitting van 17 september 2002 te Utrecht. Ter zitting werd Schering – Plough vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger A] bijgestaan door mr L. Oosting. Namens Roche Nederland waren aanwezig [vertegenwoordigers B, C en D], bijgestaan door mr. Versteeg, vergezeld door mevrouw mr. Van Lessen – Kloeke als toehoorder. Ter zitting hebben partijen hun standpunten toegelicht en vragen van de Codecommissie beantwoord. Daarbij zijn de pleitnota ’ s met bijlagen overgelegd.

3. Roche Nederland heeft voor de inhoudelijke behandeling van de onderhavige zaak de voorzitter van de Codecommissie verzocht het commissielid de heer dr. Ir. P.J.M. Reijnders te wraken gelet op artikel 7.6 van het Reglement van de Codecommissie. Roche Nederland voert ter zake aan dat de heer Reijnders werkzaam is bij Janssen – Cilag BV, en dat Roche Nederland sinds een aantal maanden een dispuut heeft met Janssen – Cilag BV omtrent een ander geneesmiddel dan het onderhavige. Ten gevolge van het dispuut is de heer Reijnders naar de mening van Roche Nederland in onderhavige zaak niet voldoende onpartijdig. Schering – Plough geeft aan dat tussen ondernemingen altijd wel disputen op diverse gebieden worden gevoerd. Schering – Plough ziet thans inhoudelijk geen reden om de heer Reijnders te wraken, en verzoekt de voorzitter het beroep van Roche Nederland op wraking ongegrond te verklaren.

De vaststaande feiten
4. Voor de beslissing in deze zaak kan van de volgende – tussen partijen niet omstreden – feiten worden uitgegaan. Zowel Schering – Plough als Roche Nederland zijn ondernemingen die zich bezighouden met de productie, verhandeling en distributie van geneesmiddelen. Schering – Plough brengt ondermeer het geneesmiddel PegIntron ® ( peginterferon alfa – 2b) op de markt. PegIntron ® is geïndiceerd voor – kort gezegd – de behandeling van volwassen patiënten met histologisch aangetoonde chronische hepatitis C. Roche Nederland brengt onder meer het geneesmiddel Pegasys ® ( peginterferon alfa 2a, 40 KD) op de markt. Pegasys ® is geïndiceerd voor – kort gezegd – bij de behandeling van histologisch bewezen chronische hepatitis C bij volwassen patiënten. Beide geneesmiddelen behoren tot de groep van de antivirale middelen en zijn rechtstreeks concurrerend met elkaar.
5. Andere geneesmiddelen behorende tot de groep van antivirale middelen zijn onder meer Roferon A (interferon alfa 2A) van Roche Nederland en Intron A (interferon alfa 2B) van Schering – Plough.

Klacht en verzoek van Schering – Plough:
6. Schering – Plough heeft een klacht, bestaande uit drie onderdelen (hierna genoemd “ klacht 1 tot en met 3 ” ) alsmede een verzoek ingediend naar aanleiding van de reclame – uitingen van Roche Nederland voor Pegasys ® , in het bijzonder het persbericht van Roche Nederland op haar website d.d. 28 juni 2002. Schering – Plough baseert zich daarbij voornamelijk op de artikelen 4.2, 5.2, 5.3, 5.7 en 5.8 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame en artikel 5 van het Reclamebesluit Geneesmiddelen. Klacht 1 van Schering – Plough is dat Roche Nederland in voornoemd persbericht op haar website ontoelaatbare publieksreclame maakt voor het receptgeneesmiddel Pegasys ® . Klacht 2 van Schering – Plough luidt dat in dit persbericht van Roche Nederland tevens sprake is van ontoelaatbare vergelijkende reclame, in het bijzonder is daarbij niet voldaan aan het zogenaamde twee studie – criterium. Klacht 3 van Schering – Plough betreft de – volgens haar – ontoelaatbare superioriteitsreclame in het persbericht van Roche Nederland.
Klacht 1: Ontoelaatbare publieksreclame
7. Schering – Plough stelt dat Roche Nederland een persbericht voor een UR – geneesmiddel Pegasys ® heeft geplaatst op haar website, dat via de homepage van Roche Nederland voor een ieder toegankelijk is. In het persbericht “ Registratie voor Pegasys ® – copegus goedgekeurd in Nederland ” wordt veelvuldig en prominent de merknaam Pegasys ® genoemd. Daarnaast worden in dit persbericht de kwalificatie “ superieur ” vermeld alsmede de mededeling “ toegang tot een nieuwe behandeling met een bewezen grotere werkzaamheid dan de conventionele therapie ” gedaan. Schering – Plough is van oordeel dat het persbericht van Roche Nederland derhalve dient te worden aangemerkt als een vorm van reclame, in het bijzonder ontoelaatbare publieksreclame. Roche Nederland handelt volgens Schering – Plough in strijd met artikel 5 van het Reclamebesluit Geneesmiddelen.
Klacht 2: Ontoelaatbare vergelijkende reclame
8. Schering – Plough is van oordeel dat in het persbericht van Roche Nederland sprake is van ontoelaatbare vergelijkende reclame. Het betreft de navolgende claims: a) “ Een nieuwe behandeling met een bewezen grotere werkzaamheid dan de conventionele therapie, zelfs bij de vormen van hepatitis die moeilijker te behandelen zijn ” , b) “ De combinatietherapie laat significant betere resultaten zien dan de conventionele therapie bij alle vormen van hepatitis en ongeacht de ‘ viral load ’ van de patiënt ” , c) “ De data die Roche indertijd heeft overlegd aan de EMEA toonden de superieure effectiviteit van Pegasys ® in de combinatietherapie in vergelijking met interferon alfa – 2b en ribavirine. [ … ] Deze nieuwe belangrijke studie richtte zich op de duur van de combinatietherapie en de dosis van ribavirine. ” , d) “ een nieuwe generatie gepegyleerd interferon voor de behandeling van hepatitis C ” , en e) “ Pegasys ® . ‘ different by design ’ , markeert een nieuwe ontwikkeling op het gebied van pegylering ” .
9. Schering – Plough stelt dat Roche ten onrechte claimt dat Pegasys ® een bewezen grotere werkzaamheid heeft dan de conventionele therapie, zijnde de enige andere bestaande en in de handel gebrachte therapie met de werkzame stof peginterferon alfa – 2b (PegIntron ® van Schering – Plough), en dat Pegasys ® een significant klinisch voordeel oplevert ten opzichte van de huidige therapieën ter behandeling van hepatitis C, met name van PegIntron ® .
10. Ter ondersteuning van haar stelling voert Schering – Plough aan dat de gemaakte claims rechtstreeks vergelijkend zijn, en dat zij niet worden ondersteund door rechtstreeks vergelijkend onderzoek. Niet is – volgens Schering – Plough – derhalve voldaan aan het “ twee studie – criterium ” , inhoudende dat een vergelijking dient te worden aangetoond met de resultaten van – in het algemeen – tenminste twee onafhankelijk van elkaar, conform wetenschappelijk algemeen aanvaarde normen uitgevoerde en rechtstreeks vergelijkende onderzoeken, waaruit de juistheid van de claim eenduidig blijkt en waarvan de volledige onderzoeksgegevens zijn gepubliceerd of anderszins voor een ieder toegankelijk zijn.
11. Bovendien is het persbericht volgens Schering – Plough onjuist en misleidend, omdat Roche middels de term “ significant ” ten onrechte suggereert dat op grond van veelbetekenende studies de statistische conclusie getrokken kan worden dat Pegasys ® een klinisch voordeel oplevert ten opzichte van PegIntron ® .
Klacht 3: Ontoelaatbare superioriteits – en uniciteitsreclame
13. Schering – Plough is van mening dat in het persbericht ontoelaatbare superioriteitsreclame voor Pegasys ® wordt gemaakt door Roche Nederland. Het betreft de claims: a) “ Een nieuwe generatie gepegyleerd interferon voor de behandeling van hepatitis C ” , en b) “ De data die Roche indertijd heeft overlegd aan de EMEA toonden de superieure effectiviteit van Pegasys ® in de combinatietherapie in vergelijking met interferon alfa – 2b en ribavirine. [ … ] Deze nieuwe belangrijke studie richtte zich op de duur van de combinatietherapie en de dosis van ribavirine. ” .
14. Door het gebruik van superlatieven zoals de termen “ superieur ” en “ nieuwe generatie ” claimt Roche volgens Schering – Plough ten onrechte dat zij het enige c.q. het beste is in zijn soort en daarmee superieur is ten opzichte van enig andere reeds bestaande therapie ter behandeling van hepatitis C, zijnde PegIntron ® . Roche Nederland handelt volgens Schering – Plough derhalve in strijd met de artikelen 4.2 en 5.2 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. P>

Verzoek van Schering – Plough:
15. Schering – Plough verzoekt op grond van het bovenstaande om, uitvoerbaar bij voorraad, aan Roche Nederland te bevelen:
– de verspreiding van het persbericht en andere promotionele uitingen met de gewraakte uitlatingen en/of soortgelijke uitlatingen, met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden, alsmede Roche Nederland te bevelen ook in de toekomst niet langer dergelijke reclame – uitingen te verspreiden;
– de reeds verspreide reclame – uitingen binnen 5 dagen terug te roepen en nog in voorraad gehouden reclame – uitingen te vernietigen onder gelijktijdige overlegging van bewijs;
– een door de Codecommissie vast te stellen rectificatie met onmiddellijke ingang gedurende 3 maanden in dezelfde grootte en zonder enig commentaar of toevoeging op de website www.roche.nl te plaatsen, die door middel van hetzelfde aanklikvenster als het gewraakte persbericht geraadpleegd kan worden;
– Roche Nederland te veroordelen in de kosten van de procedure.

Het verweer van Roche Nederland:
Het verweer van Roche Nederland met betrekking tot klacht 1 (ontoelaatbare publieksreclame):
16. Roche Nederland stelt dat het gewraakte persbericht “ Registratie voor Pegasys ® ” d.d. 28 juni 2002 op haar website niet als reclame dient te worden aangemerkt in de zin van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame en het Reclamebesluit Geneesmiddelen. Volgens Roche Nederland heeft de Codecommissie in haar uitspraak d.d. 19 juni 2002 impliciet geoordeeld dat een persbericht in beginsel geen reclame is in de zin van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame of het Reclamebesluit Geneesmiddelen. Roche Nederland betwist voorts dat de context van het persbericht een wervend karakter heeft. Het persbericht geeft naar de mening van Roche Nederland informatie van algemene en technische aard, waarbij de merknaam van het geneesmiddel mag worden genoemd. Bovendien wijst Roche Nederland op het feit dat het persbericht op de website uitsluitend toegankelijk is na het aanklikken van de button “ Registratie voor Pegasys ® ” . Roche Nederland verzoekt derhalve de klacht van Schering – Plough op dit punt als ongegrond af te wijzen.
Het verweer van Roche Nederland met betrekking tot klacht 2 (ontoelaatbare vergelijkende reclame):
17. Roche Nederland stelt dat Schering – Plough ten onrechte een vergelijking met PegIntron ® ziet in de claims betreffende de conventionele therapie, omdat PegIntron ® niet tot de conventionele therapie wordt gerekend. Ter ondersteuning hiervan heeft Roche Nederland productie 1 Scientific Discussion, EMEA 2002 overgelegd. Roche Nederland komt tot de conclusie dat er geen sprake is van een vergelijkende reclame met het product PegIntron ® , zodat dit onderdeel van de klacht ongegrond dient te worden verklaard.
Het verweer van Roche Nederland met betrekking tot klacht 3 (ontoelaatbare superioriteitsreclame):
18. Roche Nederland betwist de stelling van Schering – Plough dat wordt geclaimd dat Pegasys ® het enige dan wel het beste is in zijn soort en daarmee superieur ten opzichte van de enige andere reeds bestaande therapie ter behandeling van hepatitis C, zijnde PegIntron ® . Roche Nederland stelt dat PegIntron ® niet de enige andere bestaande therapie is ter behandeling van hepatitis C. Er bestaan andere producten die thans geregistreerd en geïndiceerd zijn bij de medicamenteuze behandeling van hepatitis C.
19. Met betrekking tot de termen “ een nieuwe generatie ” merkt Roche Nederland op dat de term “ generatie ” op tijdgenoten duidt. Schering – Plough heeft sinds mei 2000 een handelsvergunning voor haar product PegIntron ® . Gelet op de snelle ontwikkelingen in de farmaceutische industrie is Roche Nederland van oordeel dat PegIntron ® en Pegasys ® geen tijdgenoten zijn. Het gebruik van de termen “ nieuwe generatie ” acht Roche Nederland derhalve niet misleidend of feitelijk onjuist, en de termen houden volgens Roche Nederland tevens geen vergelijking in van werkzaamheid of effectiviteit van PegIntron ® en Pegasys ® .
20. Met betrekking tot de claim “ de superieure effectiviteit van Pegasys ® ” merkt Roche Nederland op dat Pegasys ® in deze onderzoeken is vergeleken met interferon alfa – 2b en ribavirine, en derhalve niet met PegIntron ® . Dit onderdeel van de klacht dient volgens Roche Nederland eveneens te worden afgewezen.
Conclusie van Roche Nederland:
21. Roche Nederland verzoekt de klacht van Schering – Plough af te wijzen met veroordeling van Schering – Plough in de kosten van de procedure. Voor wat betreft het verzoek van Schering – Plough om Roche Nederland een rectificatie gedurende drie maanden op haar website te laten plaatsen, merkt Roche Nederland op dat zij de verplichting tot een rectificatie disproportioneel acht.

Overwegingen van de Codecommissie CGR:
22. Ter zitting heeft Roche Nederland vóór alle weren gesteld dat zij het commissielid Reijnders wenste te wraken, stellende dat zij met de werkgever van de heer Reijnders, Janssen – Cilag B.V., een geschil heeft dat weliswaar betrekking heeft op andere producten dan de onderhavige, maar waardoor de onpartijdigheid van de heer Reijnders niet zou zijn gewaarborgd. Na schorsing en beraad door de commissie heeft de voorzitter hierover uitspraak gedaan op de voet van artikel 7.6 van het Reglement van de Codecommissie.
23. Het beroep op wraking is ongegrond verklaard nu de redenen voor mogelijke twijfel aan de onpartijdigheid van de heer Reijnders onvoldoende zijn gemotiveerd en onderbouwd. De enkele omstandigheid dat een van partijen een geschil heeft met de werkgever van een der commissieleden kan op zichzelf beschouwd en zonder dat sprake is van bijkomende omstandigheden (welke niet zijn gesteld of gebleken) niet leiden tot de slotsom of tot de schijn dat aan de onpartijdigheid van de Codecommissie afbreuk wordt gedaan. Bovendien is de functie van de heer Reijnders bij Janssen – Cilag B.V. (Director Regulatory Affairs) zodanig dat hij met het door Roche Nederland bedoelde andere geschilpunt geen bemoeienis heeft. Evenmin is hij met de vennootschap Janssen – Cilag B.V. te vereenzelvigen. De behandeling van de zaak is daarop voortgezet.
24. Tussen partijen is niet in geschil dat Roche Nederland op 28 juni 2002 een persbericht op haar website heeft geplaatst over en naar aanleiding van de kort voordien verkregen registratie van het UR – geneesmiddel Pegasys ® in Nederland en andere Europese landen. Deze tekst luidt conform de door Schering – Plough overgelegde productie 6 bij het klaagschrift. Vaststaat voorts dat deze tekst voor het grote publiek toegankelijk is door het aanklikken van de homepage van Roche Nederland.
25. Roche Nederland heeft gesteld dat de inhoud van het persbericht niet als reclame maar als informatie en voorlichting moet worden aangemerkt. De commissie overweegt hieromtrent het volgende. Blijkens de “ nadere invulling ” van het onderscheid reclame en informatie wordt onder informatie in elk geval verstaan (voor zover hier van belang): informatie betreffende de volksgezondheid, therapeutische klasse, indicatiegebied of menselijke ziekten, voor zover die geen verwijzing, zelfs niet indirect, naar een geneesmiddel bevat. Deze bepaling is hier niet van toepassing, reeds omdat in het persbericht prominent en herhaaldelijk naar het geneesmiddel van Roche Nederland wordt verwezen. De tekst van het persbericht is bovendien in zodanige bewoordingen gesteld dat deze niet anders kunnen worden opgevat dan als een aanprijzing van Pegasys ® . Er wordt immers niet alleen naar Pegasys ® verwezen, maar bovendien wordt daarvan gezegd dat het behoort tot een “ nieuwe generatie gepegyleerd interferon ” en dat het patiënten toegang geeft “ tot een nieuwe behandeling met een bewezen grotere werkzaamheid dan de conventionele therapie ” . Voorts wordt gewag gemaakt van “ de superieure effectiviteit van Pegasys ® ” . Dit alles moet leiden tot de conclusie dat het persbericht mede dient om de verkoop en het voorschrijven van Pegasys ® te bevorderen. Anders dan Roche Nederland stelt, is uit de uitspraak van 19 juni 2002 van de Codecommissie niets af te leiden dat op een ander oordeel kan wijzen; integendeel, ook het eerdere persbericht is als reclame aangemerkt. Er is dus sprake van een reclame – uiting die zich leent voor nader onderzoek door de Codecommissie. Het door Roche Nederland in de pleitnota sub 9 gestelde kan aan dit alles niet afdoen.
26. Nu gebleken is dat a) de uitingen van Roche Nederland als reclame voor een receptgeneesmiddel moeten worden beschouwd en b) deze uitingen op eenvoudige wijze toegankelijk zijn gemaakt voor het grote publiek, moet de conclusie luiden dat zulks in strijd is met de wet en de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De klacht is dan ook in zoverre gegrond en een verbod zal moeten volgen.
27. Schering – Plough stelt voorts dat Roche Nederland rechtstreeks vergelijkende reclame maakt door melding te maken van “bewezen grotere werkzaamheid dan de conventionele therapie”, van “ significant betere resultaten dan de conventionele therapie ” en “ superieure effectiviteit van Pegasys ® in de combinatietherapie in vergelijking met interferon alfa – 2b en ribavirine ” . De vergelijking met de conventionele therapie heeft volgens haar noodzakelijkerwijs betrekking op PegIntron ® , het product van Schering – Plough en de enige andere bestaande therapie met peginterferon. Deze reclame is ontoelaatbaar reeds vanwege het ontbreken van meerdere studies die de gemaakte vergelijkingen kunnen onderbouwen, zo stelt Schering – Plough. Roche Nederland meent dat deze stelling stoelt op een onjuiste lezing van het persbericht en geen steun vindt in de feiten.
28. Schering – Plough beklaagt zich voorts over gestelde superioriteitsclaims zijdens Roche Nederland, welke zouden blijken uit bewoordingen als “ een nieuwe generatie gepegyleerd interferon ” en “ de superieure effectiviteit van Pegasys ® in de combinatietherapie in vergelijking met interferon alfa 2b en ribavirine ” . De commissie vindt aanleiding de klachten inzake vergelijkende reclame en superioriteitsclaims gezamenlijk en in onderling verband te bespreken.
29. De Codecommissie is het eens met de stelling dat blijkens de hierboven geciteerde bewoordingen in het persbericht rechtstreekse vergelijkingen worden gemaakt tussen Pegasys ® ( peginterferon alfa – 2a) en andere producten respectievelijk therapieën voor hepatitis C. De vraag is evenwel met welke producten en therapieën hier wordt vergeleken. Ter zitting is gedebatteerd over de betekenis van termen als current therapy, standard treatment en conventionele therapie. In dit verband is bezwaar te maken tegen de conclusie van Schering – Plough dat de vergelijking bij uitstek betrekking moet hebben op haar product Pegintron en de stof peginterferon alfa 2b. Hierbij wordt het volgende overwogen.
30. Waar in het persbericht gesproken wordt van conventionele therapie – nadat kort daarvoor melding is gemaakt van gepegyleerd interferon – leest de commissie dit zo, dat hier wordt gedoeld (of mede wordt gedoeld) op de tot voor enkele jaren gebezigde therapie met het niet gepegyleerde interferon, waarvan met de kennis van vandaag kan worden gezegd dat deze door peginterferon is achterhaald en verbeterd. Zo bezien kan men het eens zijn met de mededeling dat de behandeling een bewezen grotere werkzaamheid heeft dan de conventionele therapie. Hetzelfde geldt voor de claim dat de combinatietherapie (met ribavirine) significant betere resultaten laat zien dan de conventionele therapie, in aanmerking nemende het in vakkringen algemeen bekende en door onderzoeken ondersteunde feit dat de combinatietherapie effectiever is en in aanzienlijke mate de plaats van de voorheen gebruikelijke monotherapie met interferon is gaan innemen.
31. Waar in elk geval wel een rechtstreekse vergelijking wordt gemaakt met het product van Schering – Plough is in de zinsnede omtrent de superieure effectiviteit van Pegasys ® in de combinatietherapie in vergelijking met interferon alfa 2b en ribavirine. Hoewel op zichzelf beschouwd juist moge zijn de mededeling dat de data die Roche Nederland indertijd heeft overgelegd aan de EMEA een hogere effectiviteit van Pegasys ® aantoonden, doet dit niet af aan het vereiste dat een dergelijke claim moet zijn onderbouwd door meerdere studies, zoals nader in de jurisprudentie van de Codecommissie en de Commissie van Beroep uitgewerkt. Van een onderbouwing door meerdere studies is in dit geval geen sprake, zoals Roche Nederland ook heeft erkend. Reeds om die reden moet de klacht in dit opzicht als gegrond worden beschouwd.
32. Voorts meent de commissie dat de klacht tegen de zinsnede “ een nieuwe generatie gepegyleerd interferon ” gegrond is. De uitdrukking “ een nieuwe generatie ” veronderstelt en suggereert in dit verband een ingrijpende vernieuwing van peg – interferon in de vorm van alfa 2a ten opzichte van het reeds bestaande peg – interferon, zijnde alfa 2b van Schering – Plough. Ook wordt hiermee gesuggereerd dat alfa 2b zou behoren tot de verouderde vormen van conventionele therapie. Deze suggestie is onjuist en misleidend – van een ingrijpende vernieuwing van peg – interferon is geen sprake – , en doet onnodig afbreuk aan de waarde van het product van Schering – Plough.
33. De Codecommissie is van oordeel dat in dit geval een rectificatie van de onjuiste reclame – uitingen op de website van Roche Nederland aangewezen is. Ook meent de commissie dat plaatsing voor de duur van 24 uur, zoals eerder door Roche Nederland was voorgesteld naar aanleiding van een ander klachtwaardig persbericht, volstrekt onvoldoende is om de gemiddelde bezoeker van de website te bereiken. Gelet op de bijzondere aard van het medium en de wijze en frequentie waarop daarvan in het algemeen kennis genomen wordt – welke geheel anders en niet vergelijkbaar is met kranten en tijdschriften – , is een periode van tenminste 1 maand in redelijkheid noodzakelijk.

De beslissing van de Codecommissie in kort geding:
De Codecommissie (kamer I) in kort geding:
– Verklaart de klachten van Schering – Plough gegrond voor zover deze betrekking hebben op de toegankelijkheid van de uitingen voor het publiek, op de rechtstreekse vergelijking van de “ superieure effectiviteit van Pegasys ® ” met die van interferon alfa 2b en op de uitdrukking “ een nieuwe generatie gepegyleerd interferon ” ;
– Beveelt Roche Nederland ervoor zorg te dragen dat bovengenoemd persbericht met onmiddellijke ingang van haar website wordt verwijderd althans niet langer voor het publiek toegankelijk is;
– Beveelt Roche Nederland de publicatie en/of verspreiding van bovengenoemd persbericht en andere promotionele uitingen (op haar website of anderszins), voorzover deze de hiervoor klachtwaardig bevonden uitingen bevatten, met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden en ook in de toekomst niet langer dergelijke uitingen te verspreiden;
– Beveelt Roche Nederland om op haar website een rectificatie te plaatsen en geplaatst te houden voor de duur van tenminste één maand ingaande uiterlijk drie dagen na ontvangst van deze uitspraak, met letterlijk – derhalve zonder toevoeging in woord of beeld of enigerlei begeleidend commentaar – de volgende inhoud:

“ Eerder heeft Roche Nederland B.V. op haar website een persbericht geplaatst met betrekking tot haar geneesmiddel peginterferon alfa 2a onder de titel “ Registratie voor Pegasys ® ” . De Codecommissie Geneesmiddelenreclame heeft in haar beslissing van 3 oktober 2002 geoordeeld dat bovengenoemd persbericht op enkele onderdelen onjuist en misleidend is. Naar het oordeel van de Codecommissie heeft dit met name betrekking op de vergelijking van de effectiviteit van peginterferon alfa 2a (Pegasys ®) met die van peginterferon alfa 2b (PegIntron ® ), een product van Schering – Plough, bij de behandeling van hepatitis C, en op de suggestie als zou peginterferon alfa 2a een nieuwe generatie gepegyleerd interferon betekenen ten opzichte van alfa 2b. Beide claims zijn niet wetenschappelijk onderbouwd en in strijd met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De Codecommissie heeft Roche Nederland B.V. om die reden bevolen deze rectificatie te plaatsen.”

– Verklaart deze uitspraak tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
– Verwijst Roche Nederland in de kosten van deze procedure, zijnde € 453, — ;
– Wijst af het meer of anders verzochte.

Aldus gewezen te Utrecht op 3 oktober 2002 door mr. M. de Boer, voorzitter, de heer drs. C. van Winzum en de heer dr. Ir. P.J.M. Reijnders, leden, in aanwezigheid van mr. E.C. van Duuren, secretaris.

ID:

K02.008

Onderwerp(en):

Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame

Type beoordeling:

Klacht

Uitspraak:

(Deels) gegrond

Instantie:

Codecommissie

Datum uitspraak:

03-10-2002

Het officiële document:

Print deze uitspraak