ADVIES (AA17.080) van de Codecommissie op het verzoek van [X] van 21 augustus 2017 op de voet van artikel 59 van het Reglement van de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de voorzitter van de Codecommissie.
De Codecommissie heeft kennis genomen van de adviesaanvraag van [de heer Y] en [mevrouw Z] namens [X} en van de daarbij behorende bijlagen.

1. Het verzoek van [X]

[X] heeft het voornemen op [een dag in 2017] in Amsterdam onder de titel [A] een eendaagse bijeenkomst te organiseren over de rol van [voedingsstof B] bij de mens. Het primaire doel van deze bijeenkomst is de wetenschappelijke uitwisseling van kennis tussen experts over de fysiologische en pathofysiologische rol van [voedingsstof B] bij de mens, waarbij met name de focus zal uitgaan naar het brein, het hart, de skeletspier en de nier.
Tevens zullen primaire [voedingsstof B] deficiëntie en de mogelijke rol van [voedingsstof B] bij [resistentie C] worden besproken. Beoogd wordt dat de deelnemers na afloop volledig op de hoogte zijn en zich bewustzijn van de rol en functie van [voedingsstof B] in de energiehuishouding en homeostase in de diverse organen en van de pathologie die daarin voorkomt.
Nevendoel van de bijeenkomst is het in kaart brengen van wetenschappelijk onderzoek en van “witte vlekken” in onderzoek en behandeling, en ideeënvorming over mogelijkheden voor verder onderzoek.

De bijeenkomst vangt aan om 09.30 uur en eindigt, met een onderbreking voor de lunch, om 17.00 uur, waarna nog een borrel wordt gegeven.
Na twee algemene inleidingen over [voedingsstof B] zullen steeds gedurende een uur inleidingen en debat volgen over de betekenis van [voedingsstof B] voor een bepaald orgaan als hiervoor aangeduid.
De zeven sprekers zijn erkende wetenschappers op het betreffende terrein en zijn verbonden aan universiteiten en ziekenhuizen in de Verenigde Staten (4), Frankrijk (1) en Nederland (2).
Het programma is onafhankelijk van [X] samengesteld door [professor dr. D], verbonden aan [ziekenhuis E] in Amsterdam. De sprekers hebben geen relaties met [X] en bepalen zelf de inhoud van hun bijdrage.

Deelname staat open voor 35 tot 50 experts werkzaam in de academische centra in Nederland, die veel te maken hebben met [voedingsstof B] en daarmee verband houdende aandoeningen.
Het overgrote deel daarvan bestaat uit beroepsbeoefenaren, zoals [artsen F, G en H]. Omdat het onderwerp volgens [X] ook belangrijk is voor experts in [laboratoria I] in verband met diagnoses zullen naar verwachting ook twee of drie van deze experts, veelal klinisch geneticus of patholoog, aanwezig zijn.[X] heeft geen accreditatie aangevraagd.
De bijeenkomst wordt gehouden in [hotel J] in Amsterdam.

De kosten per deelnemer bedragen € 114,50 voor verzorging, inclusief lunch en buffet na afloop, een en ander volgens standaard tarief van het [hotel J].
Aan enkele deelnemers, die meer dan drie kwartier moeten reizen om in Amsterdam te komen zal een overnachting worden aangeboden. De kosten voor de overnachting bedragen € 159,00.[X] heeft het voornemen deze kosten voor haar rekening te nemen en vraagt advies over de toelaatbaarheid van de voorgenomen gastvrijheid.

2. De beoordeling door de Commissie

Nu voor de bijeenkomst geen accreditatie is aangevraagd en deze wordt georganiseerd door een vergunninghouder zal de Commissie allereerst nagaan of het hier gaat om een (wetenschappelijke) bijeenkomst dan wel manifestatie. Gelet op het overgelegde programma, waarvoor de verantwoordelijkheid ligt bij [professor D] voornoemd die het programma zonder beïnvloeding door [X] heeft samengesteld en in aanmerking nemend de aangetoonde wetenschappelijke kwaliteiten van de zeven inleiders en hun opponenten, komt de Commissie tot het oordeel dat sprake is van een wetenschappelijke bijeenkomst, waarvan de inhoud objectief voldoende is gewaarborgd en die voorziet in een onafhankelijke informatie behoefte van de uitgenodigde beroepsbeoefenaren.

De Commissie acht de keuze voor de locatie in Amsterdam en de daaraan verbonden kosten, ook de overnachtingskosten voor een beperkt aantal personen die langer dan drie kwartier moeten reizen om Amsterdam te bereiken, voor een bijeenkomst als deze passend.
Blijkens art. 6.4.6 van de Gedragscode is het daarom [X] toegestaan aan beroepsbeoefenaren gastvrijheid te verlenen tot het bedrag van € 500,00 per keer, mits het in art. 6.4.6 lid 1 van die code genoemde bedrag van € 1.500,00 in het oog wordt gehouden.
Aangezien de kosten, ook voor de beroepsbeoefenaren aan wie een overnachting wordt aangeboden, minder dan € 500,00 per deelnemer bedragen is de voorgenomen gastvrijheid voor beroepsbeoefenaren daarom in overeenstemming met de Gedragscode.

De Commissie acht het een goede ontwikkeling dat in informatieve bijeenkomsten van wetenschappelijk niveau beroepsbeoefenaren en niet-beroepsbeoefenaren die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met aandoeningen die complex onderzoek en complexe behandeling vereisen elkaar treffen en hun kennis en ervaring kunnen uitwisselen.
De aanwezigheid van een klein aantal deskundigen, die niet voldoen aan de definitie van beroepsbeoefenaar in de Gedragscode, maar die wel op grond van hun (wetenschappelijke) onderzoek een belangrijke rol spelen bij de diagnose en daaruit voortvloeiende behandeling van patiënten en zo een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de uitwisseling van kennis in een bijeenkomst als deze, valt daarom toe te juichen, mits de bijeenkomst louter informatief van karakter blijft.

[X] heeft weliswaar niet met zoveel woorden verklaard dat tijdens deze bijeenkomst erop zal worden toegezien dat geen reclame zal worden gemaakt voor een receptgeneesmiddel, maar in de toelichting op haar verzoek verwijst zij wel naar de eisen die in eerdere uitspraken van de Commissie zijn gesteld aan de toelaatbaarheid van deelname van niet-beroepsbeoefenaren en de bekostiging van die deelname.
Daaruit maakt de Commissie voorshands op dat tijdens deze bijeenkomst geen reclame zal worden gemaakt voor een receptgeneesmiddel en dat daarop ook zal worden toegezien.
Onder de voorwaarde dat [X] aan CGR bevestigt dat de bijeenkomst louter informatief is, dat geen reclame zal worden gemaakt voor een receptgeneesmiddel en dat daarop zal worden toegezien tijdens de bijeenkomst, is de aanwezigheid van het genoemde beperkte aantal niet-beroepsbeoefenaren toelaatbaar.
In dat geval is ook verdedigbaar dat voor deze kleine groep personen op dezelfde wijze een bijdrage in de kosten wordt gegeven, ook al is die bijdrage in dit geval hoger dan de kleine bijdrage die in eerdere uitspraken uit goed gastheerschap aanvaardbaar werd geacht. Voor een afwijking van de bijdrage voor gastvrijheid die aan beroepsbeoefenaren wordt toegestaan voor de bijdrage aan niet-beroepsbeoefenaren valt in een geval als hier beoordeeld geen sluitende argumentatie te geven.

Het advies is voorwaardelijk en luidt dat deze bijeenkomst en de voorgenomen gastvrijheid wat de beroepsbeoefenaren betreft in overeenstemming is met de Gedragscode, en dat dit ook het geval is met betrekking tot de niet-beroepsbeoefenaren indien [X] aan CGR schriftelijk bericht dat tijdens de bijeenkomst geen reclame zal worden gemaakt voor een receptgeneesmiddel en dat daarop zal worden toegezien.

De Commissie draagt [X] op die hiervoor bedoelde mededeling uiterlijk 18 september 2017 aan CGR te doen dan wel uiterlijk 18 september 2017 aan CGR te berichten dat zij die voorwaarde niet kan nakomen. In dat laatste geval is de voorgenomen gastvrijheid uitsluitend toelaatbaar voor beroepsbeoefenaren en is het niet toegestaan dat niet-beroepsbeoefenaren aan die bijeenkomst deelnemen.

3. De kosten

De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten aan verzoekster separaat in rekening zullen worden gebracht.

Aldus gedaan te Amsterdam, 6 september 2017 door mr. J.A.J. Peeters, voorzitter.