AA12.034 Bijeenkomst in Gothenburg
ADVIES (AA12.034) van de Codecommissie op het verzoek van [X] van 19 maart 2012, aangevuld bij e-mailberichten van 13 en 17 april 2012, op de voet van artikel 59 van het Reglement van de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de voorzitter van de Codecommissie.
1. Het verzoek
1.1. [X] wenst van de Codecommissie te vernemen of haar voornemen tot het leveren van een financiële ondersteuning aan beroeps- en niet-beroepsbeoefenaren die deelnemen aan de nader te vermelden bijeenkomst op twee dagen in september 2012, in overeenstemming is met de bepalingen van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame (Gedragscode) en de daarvan deel uitmakende Code voor de Publieksreclame voor Geneesmiddelen, alsmede -voorzover van toepassing- de Uitwerking Normen Gunstbetoon (UNG).[X] heeft in dit verband het volgende aangedragen.
1.2. De bijeenkomst wordt georganiseerd door [Y], een internationale organisatie die is opgericht in 2005 door mensen uit verschillende landen met als doel de verbetering van de volksgezondheid door het bevorderen van een sterke eerstelijnszorg. [Y] beoogt betrokken partijen als zorgbeoefenaren, bestuurders en beleidsmakers bij elkaar te brengen en organiseert in dit verband om de twee jaar -in telkens een ander land- een congres betreffende eerstelijnszorg. Het bestuur van [Y] wordt gevormd door personen uit verschillende Europese landen (onder wie hoogleraren), werkzaam onder andere op het gebied van eerstelijnszorg en onderzoek in gezondheidszorg.
1.3. [Y] organiseert dit jaar de bijeenkomst op twee dagen in september te Gothenburg (Zweden), getiteld “[Z]”. Het doel van de bijeenkomst is: zorgbeoefenaren, bestuurders, beleidsmakers, politici en onderzoekers uit verschillende landen kennis en ervaringen te laten delen ten aanzien van de veranderingen en verschuivingen die zich in de (eerstelijns)gezondheidszorg voordoen en die samenwerking tussen betrokken partijen vereisen, ook over de grenzen heen. Diverse internationale sprekers, werkzaam op het gebied van onder meer (onderzoek in) de gezondheidszorg en ouderenzorg, behandelen tegen deze achtergrond plenair een specifiek aspect van de eerstelijnszorg; daarnaast vinden er workshops plaats.
Het congres vindt plaats in het Museum of World Culture te Gothenburg. Voor de locatie is niet enkel gekozen vanwege het internationale karakter maar ook omdat Zweden over een relatief ver ontwikkelde eerstelijnszorg voor ouderen beschikt, hetgeen een van de onderwerpen van de bijeenkomst is.
De bijeenkomst is niet geaccrediteerd.
De inhoud van het programma, de keuze van de sprekers en locatie en de duur van de bijeenkomst zijn geheel bepaald door [Y].
De bijeenkomst vangt aan op de eerste dag om 09.00 uur, waarna lezingen en workshops volgen en om 17.45 uur een afsluiting. De volgende dag vangt het programma aan om 08.45 uur met een lezing, waarna een debat en een workshop volgen tot 12.30 uur. In de middag wordt vanaf 14.15 tot 15.00 uur een bezoek gebracht aan het museum, waarna een koffiepauze, workshops, lezing, debat en -om 18.00 uur- een afsluiting volgen.
Het aantal te verwachten deelnemers is nog niet bekend (ca. 90 personen hebben zich nu ingeschreven); op de vorige bijeenkomst waren 200 deelnemers aanwezig.
1.4. Vanuit haar visie op het belang van een efficiënte en doelmatige eerstelijnszorg wenst [X], als gezegd, de deelnemers aan de bijeenkomst financieel te ondersteunen in hun deelname aan die bijeenkomst.
1.4.1. [X] gaat daarbij uit van de volgende feiten:
– circa 15 beroeps- en niet beroepsbeoefenaren uit Nederland worden door haar uitgenodigd;
– in de uitnodiging worden -in geval van acceptatie ervan- de wederzijdse rechten en verplichtingen helder uiteengezet;
– acceptatie vindt plaats door een inschrijfformulier, waarbij zij gemachtigd wordt de door de deelnemer te leveren bijdrage van diens bankrekening af te schrijven;
– de deelnemers arriveren op de dag voor de bijeenkomst om 22.30 uur, dienen zich op de eerste dag tussen 08.00 en 09.00 uur te melden, waarna de bijeenkomst aanvangt aan om 09.00 uur. De deelnemers vliegen op de tweede dag -nog tijdens de middag van de bijeenkomst die eindigt om 18.00 uur- om 17.50 uur terug; de deelnemers nemen aldus geen deel aan een op het programma staand bezoek aan het museum;
– zij regelt de reis en het verblijf (2 overnachtingen) en neemt per deelnemer nagenoeg 50% van de reis- en verblijfskosten zowel als registratiekosten (ad € 400,–) voor haar rekening. De totale kosten bedragen € 1.213,–. De kosten van vlucht, overnachting (2x), transport en diner/lunches, worden begroot op respectievelijk € 318,–, (afgerond:) € 47,–, € 358,– en € 90,–. Zij draagt daarin € 606,– bij, zodat elke deelnemer resteert een bijdrage te voldoen van € 607,–. Waar de deelnemer de registratiekosten ad € 400,– zelf rechtstreeks dient te voldoen, is deze nog een bijdrage verschuldigd van € 207,–.
1.4.2. Inhoudelijk betoogt [X] het volgende:
– de groep uit te nodigen Nederlandse deelnemers zal bestaan uit:
personen met een medische achtergrond, die evenwel uitsluitend nog managementtaken uitoefenen en niet meer als medicus actief zijn;
zorggroepmanagers die tevens nog praktiserend arts zijn;
personen zonder medische achtergrond als bedrijfseconomen, bestuurskundigen, juristen;
– een deel van de genodigden is beroepsbeoefenaar in de zin van artikel III, onder d, Gedragscode; op hen zijn de artikelen 12 en 13 Gedragscode van toepassing zowel als artikel 7, onder b UNG, aan welke artikelen in deze ten aanzien van deze groep, mede waar de locatie passend is te achten, wordt voldaan;
– de gastvrijheidsnormen (UNG) zijn niet van toepassing op de overige, niet praktiserende deelnemers (niet-beroepsbeoefenaren), nu uit de bewoordingen van artikel 12 Gedragscode volgt dat deze normen uitsluitend van toepassing zijn in de relatie tussen vergunninghouders en beroepsbeoefenaren. Voor zover de Codecommissie de normen analoog zou willen toepassen wordt aan die normen voldaan.
1.4.2. Betreffende de deelnemers/niet-beroepsbeoefenaren voegt [X] daaraan toe dat het betreft deelnemers voor wie niet alleen geldt dat zijzelf geen geneesmiddelen (meer) voorschrijven of afleveren maar ook dat zij in essentie niet in staat zijn om het voorschrijf- of aflevergedrag van leden of aandeelhouders van de eerstelijns-ketenzorggroepen (de artsen) te beïnvloeden, nu zij enkel managementtaken vervullen, in welke hoedanigheid zij zich primair bezighouden met de inrichting en structurering van de eerstelijns-ketenzorg in de betreffende zorggroep. Niet praktiserende zorggroepmanagers zullen gelet op hun positie -op afstand van de bij de zorggroep aangesloten artsen- en op de bepalende betekenis van de NHG-standaard (waarop de zorgprotocollen in Nederland zijn gebaseerd) op de inhoud van de door de kaderhuisarts opgestelde zorgprotocollen de facto geen enkele invloed van betekenis kunnen uitoefenen op het voorschrijf- en aflevergedrag van die bij de zorggroep aangesloten artsen. Een dergelijke invloed is althans niet aannemelijk. Tegen deze achtergrond bezien en in aanmerking nemende dat de interesse van de zorggroepmanager niet gericht is op een specifiek product of een bepaald geneesmiddel maar op de structurering van de eerstelijns-ketenzorg is er -aldus [X]- geen reden te veronderstellen dat de onafhankelijkheid, betrouwbaarheid of geloofwaardigheid van deze categorie zorggroepmanagers en van de zorggroepen als zodanig of van de daarbij aangesloten artsen in gevaar wordt gebracht.
Daarbij komt dat de bijeenkomst in het geheel niet is gericht op of betrekking heeft op concrete producten of geneesmiddelen van [X] of andere farmaceutische ondernemingen, er geen reclame wordt gemaakt voor geneesmiddelen en van promotionele aandacht ten behoeve van haar ([X]) en haar producten en geneesmiddelen dus geen sprake is. De genodigden zijn ook niet te beschouwen als potentiële kopers, consumenten of eindverbruiker van enig geneesmiddel.
Zij, [X], heeft geen invloed op inhoud van de lezingen en workshops; er zijn geen banden met sprekers.
2. De beoordeling door de Codecommissie
2.1. [X] is voornemens aan zowel beroepsbeoefenaren als niet-beroepsbeoefenaren gastvrijheid te verlenen bij deelname aan de bijeenkomst te Gothenburg.
2.2. De Geneesmiddelenwet verstaat onder gunstbetoon: het in het vooruitzicht stellen, aanbieden of toekennen van geld of op geld waardeerbare diensten of goederen met het kennelijke doel het voorschrijven, ter handstellen of gebruiken van geneesmiddelen te bevorderen (art. 1, lid 1, onder S Geneesmiddelenwet).
Gunstbetoon is ingevolge de Geneesmiddelenwet verboden, tenzij het een manifestatie of bijeenkomst betreft waarbij die gastvrijheid beperkt blijft tot hetgeen strikt noodzakelijk is om aan de bijeenkomst of manifestatie te kunnen deelnemen (art. 94, aanhef en onder b Geneesmiddelenwet). Dat geldt alleen voor gastvrijheid aan beroepsbeoefenaren. Gunstbetoon richting anderen dan beroepsbeoefenaren is verboden.
De Gedragscode geeft in de artikelen 12, 13 en 16 tot en met 22 beperkende voorschriften voor bepaalde vormen van gunstbetoon. Mits aan zekere voorwaarden wordt voldaan is gunstbetoon toelaatbaar. Zo bepaalt artikel 12 Gedragscode dat gastvrijheid binnen redelijke perken blijft en ondergeschikt is aan het met de bijeenkomst of manifestatie beoogde doel. In de UNG wordt het verlenen (en genieten) van gastvrijheid nader uitgewerkt.
2.3. De Codecommissie heeft eerder uitgesproken -zie het advies d.d. 5 april 2012, nr. A12.021- dat gunstbetoon kan worden opgevat als een vorm van reclame, namelijk direct of indirect gericht op beïnvloeding met het doel het voorschrijven of ter hand stellen of gebruiken van een geneesmiddel te bevorderen. Waar de Gedragscode beoogt, en ook behoort in overeenstemming te zijn met de Geneesmiddelenwet en vergunninghouders als [X] zich aan de Gedragscode hebben onderworpen is de Codecommissie niet enkel bevoegd het gevraagde advies uit te brengen indien het betreft gunstbetoon in vorenbedoelde zin aan beroepsbeoefenaren maar -anders dan [X] meent- tevens indien het mogelijk dergelijk gunstbetoon betreft aan anderen dan beroepsbeoefenaren.
2.4. Ingaande op het voornemen van [X] om anderen dan beroepsbeoefenaren een vergoeding te verstrekken voor reis- en verblijfskosten bij deelname aan de bijeenkomst te Gothenburg, overweegt de Codecommissie als volgt.
2.4.1. [X] in haar betoog volgende dient ervan te worden uitgegaan dat tijdens de bijeenkomst te Gothenburg in het geheel niet zal worden gesproken -de Codecommissie begrijpt: direct noch indirect- over geneesmiddelen. De bijeenkomst is specifiek gericht op verbetering van de volksgezondheid door het bevorderen van een sterke eerstelijnsketen-zorg en structurering van die zorg; zorgbeoefenaren, bestuurders en beleidsmakers worden daartoe bij elkaar gebracht. De bijeenkomst staat aldus -zo begrijpt de Codecommissie- niet ook maar enigszins in het teken van een geneesmiddel of geneesmiddelen, laat staan van reclame voor een geneesmiddel of geneesmiddelen.
Daarvan uitgaande en mede in aanmerking nemend dat -[X] nog steeds volgend- de niet-beroepsbeoefenaren in deze thans niet of -zo begrijpt de Codecommissie- binnen afzienbare tijd betrokken zijn bij het voorschrijven, ter handstellen of gebruiken van geneesmiddelen en evenmin voorschrijf- en/of aflevergedrag kunnen beïnvloeden, invloed van hun zijde op het voorschrijfgedrag althans niet aannemelijk is, is noch in de Geneesmiddelenwet en evenmin in de Gedragscode een beletsel gelegen tegen de hier voorgenomen gastvrijheid.
2.4.2. De Codecommissie ziet hiermee niet voorbij aan de mogelijkheid dat de door [X] beoogde gastvrijheid een bevordering van naamsbekendheid kan inhouden en daarmee indirect onder het verbod van publieksreclame voor geneesmiddelen (zie: artt. 85 tot en met 89 Geneesmiddelenwet, artt. III, onder b en 10 Gedragscode jo. art.3 Code voor de Publieksreclame voor Geneesmiddelen) geschaard kan worden.
Waar evenwel -aldus [X]- sprake is van een bijeenkomst waarop in het geheel niet over geneesmiddelen wordt gesproken, verwacht mag worden dat [X] zelf ook iedere schijn van mogelijke ongewenste beïnvloeding van het voorschrijf- of aflevergedrag van derden vermijdt, is de Codecommissie van oordeel, mede in aanmerking genomen het karakter en inhoud van de bijeenkomst die bovendien onafhankelijk van [X] door een derde ([Y]) wordt georganiseerd en waarvoor een geselecteerd publiek wordt uitgenodigd vanwege de op grond van haar kennis en betrokkenheid bij de gezondheidszorg te verwachten bijdrage, dat in de Geneesmiddelenwet en Gedragscode geen grond of beletsel is gelegen die de voorgenomen gastvrijheid zou verhinderen.
2.4.3. Het hier impliciete voorbehoud, onder meer tot uiting komend in de woorden “[X] nog steeds volgend” geeft, zo wenst de Codecommissie te benadrukken, aan dat mocht daarvan niet kunnen worden uitgegaan, het oordeel anders zal zijn.
2.5. Het oordeel kan evenzo positief zijn waar het betreft de voorgenomen gastvrijheid aan de aan de bijeenkomst te Gothenburg deelnemende beroepsbeoefenaren.
De Codecommissie heeft hierbij het volgende in zijn beoordeling betrokken.
2.5.1. Hoewel geen accreditatie is aangevraagd en verleend neemt de Codecommissie, gezien de van de sponsor onafhankelijk bepaalde inhoud van het programma, keuze van de sprekers, locatie en de duur van de bijeenkomst en het niveau van de uitgenodigde sprekers, aan dat sprake is van een bijeenkomst, die voldoet aan de ratio van de normen die, neergelegd in artikel 7, onder a dan wel b UNG, aan een wetenschappelijke bijeenkomst worden gesteld. De Codecommissie wenst hier overigens te benadrukken dat voor zover er banden tussen de vergunninghouder en sprekers mochten bestaan, deze -gelet op het bepaalde in artikel B 8, onder a UNG- voorafgaande aan de bijeenkomst bekend dienen te worden gemaakt.
Het programma omvat op de tweede dag van de bijeenkomst vanaf 14.15 uur een bezoek aan het museum en biedt aldus de mogelijkheid tot deelname aan een recreatief/cultureel element. Slechts indien daadwerkelijk niet aan dit deel van het programma wordt deelgenomen kan gezegd worden dat de gastvrijheid ondergeschikt is aan het hoofddoel van de bijeenkomst.
Gelet op de bijdrage van de zijde van [X] kan er eveneens van worden uitgegaan dat voldaan wordt aan het criterium dat de ter zake de bijeenkomst te verlenen gastvrijheid binnen redelijke perken blijft.
In aanmerking nemende voorts het doel van de bijeenkomst, de voor de beroepsbeoefenaren beperkte inhoud van het programma -namelijk zonder recreatief/cultureel element- en het internationale karakter ervan, is niet aannemelijk dat de locatie op zichzelf het hoofddoel vormt voor de beroepsbeoefenaar om aan de bijeenkomst deel te nemen en bestaat dan geen althans onvoldoende reden om aan te nemen dat deze locatie niet passend is.
Het vorenstaande leidt ertoe dat het advies ook hier -onder voormeld voorbehoud aangaande deelname aan het recreatieve/culturele element- positief kan luiden.
2.6. Al het vorenoverwogene leidt tot de slotsom dat, uitgaande van voormelde voorbehouden, het advies positief is.
3. De kosten
De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten aan [X] separaat in rekening zullen worden gebracht.
Aldus gedaan te Amsterdam op 23 mei 2012 door mr. L.A.J. Nuijten, voorzitter.
ID:
AA12.034
Onderwerp(en):
Samenkomsten in buitenland
Type beoordeling:
Advies
Uitspraak:
Positief
Instantie:
Codecommissie
Datum uitspraak:
23-05-2012