ADVIES (AA16.068) van de Codecommissie op het verzoek van de maatschap [X] van 23 juni 2016 op de voet van artikel 59 van het Reglement van de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de voorzitter van de Codecommissie.
De Codecommissie heeft kennis genomen van de adviesaanvraag van [de heer Y] namens [X], de daarbij behorende bijlagen en de op 8 juli 2016 op vragen van de voorzitter van de commissie nader verstrekte inlichtingen.

1 Het verzoek van [X]

[X] is een onderneming die nascholingsprogramma’s maakt en organiseert voor en door zorgverleners.[X] heeft het voornemen op [een dag in 2016] in Goes een nascholingsbijeenkomst te organiseren onder de titel “[Z]”.
Het programma beoogt de deelnemers bekend te maken met de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van [ziekte Z]zorg. Deelnemers leren de eigenschappen van het huidige aanbod van [middelen A] kennen, leren de nadelige effecten van polyfarmacie aan te pakken, kennen de risicofactoren voor [klachten B] en leren hoe te handelen.
Deelnemers kunnen na afloop van deze nascholing vragen van patiënten over de werking en de bijwerking van medicijnen beter beantwoorden, doordat zij globaal op de hoogte zijn van de eigenschappen van de verschillende veelgebruikte medicijnen, zoals het werkingsmechanisme, de bijwerkingen, de interacties en (contra)indicaties, en wat er gebeurt als een patiënt medicatie een aantal dagen niet inneemt.
In het bijzonder zal aandacht worden gegeven aan [ziekte Z] bij kwetsbare ouderen, de [functie C].

Tijdens de cursus wordt geen reclame gemaakt voor een bepaald geneesmiddel en worden thans gangbare middelen evenmin vergeleken.
In het programma is voorzien dat één sessie alleen toegankelijk is voor beroepsbeoefenaars, namelijk de parallelsessie A (19.00 uur), waarin [arts D], het onderwerp [E] toelicht en spreekt over de eigenschappen van de nieuwste [middelen A].
Het programma is vastgesteld door een onafhankelijke commissie van beroepsbeoefenaren en andere zorgverleners.

Het programma vangt aan op [een dag in november] te 16.15 uur en eindigt, na een onderbreking van 45 minuten voor een buffet, die avond te 21.30 uur.
Deelname staat open voor beroepsbeoefenaren (artsen en gespecialiseerde verpleegkundigen met de aantekening voorschrijfbevoegdheid in het BIG register), verpleegkundigen die in de uitoefening van hun beroep in opdracht van een arts geneesmiddelen toedienen of verstrekken aan patiënten (beroepsbeoefenaren in de zin van art. 6.4.2 Gedragscode Geneesmiddelenreclame) en zorgaanbieders niet-beroepsbeoefenaren in de zin van de Gedragscode, namelijk praktijkondersteuners van huisartsen en praktijkverpleegkundigen.
Naar verwachting zullen aan deze nascholingsbijeenkomst 50 beroepsbeoefenaren in de zin van de Gedragscode deelnemen samen met 50 praktijkondersteuners en praktijkverpleegkundigen.

De totale kosten van deze nascholing bedragen voor [X] € 31.150,00. Daarvan wordt door twee vergunningshouders, [F en G], samen € 29.150 gesponsord. Dit bedrag betreft de algemene kosten van organisatie.
Aan verblijfkosten (catering) en inschrijving wordt blijkens de begroting € 4.550,00 uitgegeven, namelijk € 3.650,00 voor catering en € 900,00 voor inschrijvingskosten (€ 9,00 per deelnemer). De gemiddelde kosten van verblijf en inschrijving bedragen bij 100 deelnemers derhalve € 45,50. Alle deelnemers betalen ieder voor hun deelname € 20,00.
Accreditatie is aangevraagd, maar nog niet verleend.

[X] vraagt advies over de toelaatbaarheid van deze samenkomst.

2. De beoordeling door de Commissie
De gastvrijheid die [X] verleent aan de beroepsbeoefenaren bedraagt blijkens de begroting € 25,50. Bij deze zeer beperkte gastvrijheid kan in het midden blijven of sprake is van een wetenschappelijke bijeenkomst dan wel een manifestatie als gedefinieerd in de bepalingen over gunstbetoon in de Gedragscode. Voor zover [X] zekerheid wenst te hebben over de toelaatbaarheid van dit gunstbetoon kan die zekerheid worden gegeven omdat de omvang ervan valt binnen de grens als neergelegd in art.6.4.8 van de Gedragscode.

Met betrekking tot de bijdrage van € 25,50 in de kosten van de catering en inschrijving voor niet-beroepsbeoefenaren stelt de Commissie vast dat het gaat om personen die beroepshalve ervaring hebben met de geneesmiddelen die op deze cursus worden besproken en dat zij informatie nodig hebben om vragen van patiënten over door anderen, namelijk beroepsbeoefenaren, voorgeschreven geneesmiddelen zorgvuldig en doeltreffend te kunnen beantwoorden. Zoals uit het cursusprogramma blijkt is dit wat de niet-

beroepsbeoefenaren betreft louter informatief en niet verkoop bevorderend. De geringe bijdrage aan de niet beroepsbeoefenaren valt derhalve niet onder het begrip gunstbetoon in de Gedragscode.

De Commissie begrijpt het verzoek om advies verder aldus dat [X] aan haar de vraag wil voorleggen of het toelaatbaar is dat in de voorgenomen nascholingsbijeenkomst tegelijkertijd beroepsbeoefenaren en niet-beroepsbeoefenaren cursus volgen.
De Commissie kan die vraag bevestigend beantwoorden, omdat de nascholing – met uitzondering van de hiervoor genoemde lezing van [arts D] – gericht is op basale farmacologie teneinde patiënten aan wie reeds geneesmiddelen zijn voorgeschreven betere voorlichting te kunnen geven over te verwachten effecten van de behandeling. De thans gangbare geneesmiddelen voor [ziekte Z]behandeling worden niet met elkaar vergeleken, zoals [X] desgevraagd aan de Commissie heeft verzekerd. Aangenomen mag worden dat het voorschrijfgedrag van beroepsbeoefenaren daardoor dan ook niet wordt beïnvloed.
Evenmin wordt daardoor voor een receptgeneesmiddel reclame gemaakt tegenover de niet beroepsbeoefenaren die gelijktijdig cursus volgen en die in hun dagelijks werkzaamheden ervaring hebben met dergelijke geneesmiddelen. Belangrijk is in dit verband dat de sessie waarin nieuwe ontwikkelingen op het gebied van [ziekte Z]medicatie worden besproken niet toegankelijk is voor niet-beroepsbeoefenaren. Daarmee is in beginsel gewaarborgd dat op geen enkele manier enige vorm van reclame, die mogelijk uit kan gaan van het in deze sessie behandelde, de niet-beroepsbeoefenaren die aan deze cursusdag deelnemen bereikt. De Commissie vertrouwt erop dat [X] er op zal toezien dat geen niet-beroepsbeoefenaar zal deelnemen aan deze sessie.

De Commissie acht het een goede ontwikkeling dat, nu in veel huisartsenpraktijken door beroepsbeoefenaren en niet beroepsbeoefenaren in de patiëntenzorg intensief wordt samengewerkt, die samenwerking in het belang van de patiënt ook leidt tot samenwerking in de nascholing, waar dat mogelijk is zonder in strijd te komen met de Gedragscode.

Het advies luidt derhalve dat deze samenkomst geen strijd oplevert met de Gedragscode.

3. De kosten

De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten aan verzoekster separaat in rekening zullen worden gebracht.

Aldus gedaan te Amsterdam, 15 juli 2016 door mr. J.A.J. Peeters, voorzitter.