Filter uitspraken
[fusion_widget_area name=”avada-slidingbar-widget-1″ title_size=”” title_color=”” hue=”” saturation=”” lightness=”” alpha=”” background_color=”” padding_top=”” padding_right=”” padding_bottom=”” padding_left=”” margin_top=”” margin_right=”” margin_bottom=”” margin_left=”” hide_on_mobile=”small-visibility,medium-visibility,large-visibility” class=”” id=”” /]

We werken nog aan het invoeren en bewerken van de weergave van de uitspraken.

Sorteren
[fusion_widget_area name=”avada-custom-sidebar-slidingbarwidgetarea3″ title_size=”” title_color=”” hue=”” saturation=”” lightness=”” alpha=”” background_color=”” padding_top=”” padding_right=”” padding_bottom=”” padding_left=”” margin_top=”” margin_right=”” margin_bottom=”” margin_left=”” hide_on_mobile=”small-visibility,medium-visibility,large-visibility” class=”” id=”” /]
  • Datum: 24-08-2011
    Onderwerp: Eisen aan informatie
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    Dit advies betreft het voornemen van een vergunninghouder om een productenoverzicht te verstrekken aan beroepsbeoefenaars waarin vier verschillende receptgeneesmiddelen voor de behandeling van dezelfde ziekte met elkaar worden vergeleken. De commissie merkt op dat het overzicht niet compleet is (er ontbreken twee geneesmiddelen) en dat de informatie in het overzicht onjuist en/of onvolledig en/of onevenwichtig is. Het advies luidt derhalve negatief.

  • Datum: 15-04-2010
    Onderwerp: Onderscheid reclame / informatie, Publieksreclame
    Instantie: Keuringsraad
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Positief

    Dit advies betreft de toelaatbaarheid van een ledendag van een patiëntenvereniging, waarbij vergunninghouders met stands aanwezig zullen zijn. Het advies luidt positief omdat er geen sprake van publieksreclame of sponsoring is volgens de voorgenomen plannen.

  • Datum: 22-01-2009
    Onderwerp: Samenkomsten in Nederland, Sponsoring
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Positief

    Dit advies betreft de toelaatbaarheid van sponsoring door farmaceutische bedrijven van een patiëntenvereniging. De wijze van sponsoring en (beperkte) gastvrijheid zoals die is voorgelegd aan de Commissie is niet in strijd met de gedragsregels.

  • Datum: 10-12-2008
    Onderwerp: Geschenken, Sponsoring
    Instantie: Keuringsraad
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    X is voornemens een geaccrediteerde vorm van nascholing (CME - Continuing Medical Education) aan te bieden. De door X aan te bieden online nascholing zal worden aangeboden in de vorm van e-learning met bijbehorend schriftelijk cursusmateriaal en bijbehorende toetsen die digitaal afgelegd kunnen worden. Het advies van de Codecommissie is dat de nascholing hetzij uitsluitend aan samenwerkingsverbanden van beroepsbeoefenaren wordt aangeboden met inachtneming van alle gedragsregels omtrent sponsoring, hetzij aan individuele beroepsbeoefenaren met inachtneming van de regels voor geschenken. De vergunninghouder heeft nog gevraagd of het toelaatbaar is dat vergunninghouders producten van Van Dale, zoals het Woordenboek der Nederlandse Taal, aan artsen te geven. Het komt de Codecommissie voor dat met de dikke Van Dale het maximumbedrag voor een geschenk wordt overschreden. Bovendien vermag de Codecommissie niet in te zien in welk opzicht dit geschenk van betekenis kan zijn voor de beroepsuitoefening, hetgeen volgens meergenoemde regeling een vereiste is. De Codecommissie adviseert daarom dit geschenk achterwege te laten.

  • Datum: 05-11-2008
    Onderwerp:
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    De Codecommissie constateert dat een vergunninghouder zich in een vaststellingsovereenkomst jegens een andere partij – behoudens verandering in state of the art maar voor het overige onvoorwaardelijk - heeft verbonden af te zien van “uitingen waarmee wordt geclaimd dat het geneesmiddel van de vergunninghouder (mogelijk) werkzaam of effectief is bij hersenmetastasen”. De Codecommissie acht zich onbevoegd tot uitleg van de vaststellingsovereenkomst. Wat betreft de bezigde uiting constateert de Codecommissie dat de vergunninghouder in haar detail aid een aanzienlijk verder gaande formulering heeft gebezigd dan die welke in de SmPC voorkomt, met name door toevoeging van de woorden “geeft een significant lagere frequentie van hersenmetastasen als eerste recidive locatie”. Laatstgenoemde bewoordingen suggereren immers een algemeen kenmerk van (de werking van) het geneesmiddel welke in de strikt op de studie geënte weergave van de SmPC niet is terug te vinden – naar de letter noch naar de geest -, zodat moet worden aangenomen dat deze gestelde kenmerkende eigenschap van het geneesmiddel niet door de beschikbare klinische studie is bewezen. De Codecommissie trekt uit het bovenstaande de conclusie dat de in de detail aid gebruikte formuleringen in strijd lijken te zijn met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame.

  • Datum: 11-09-2008
    Onderwerp: Sponsoring
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Deels positief, deels negatief

    Om de artsen in de eerste lijn te ondersteunen met het optimaliseren van hun A-zorg heeft de vergunninghouder een aantal verschillende vormen van praktijkondersteuning voor ogen. De conclusie luidt dat zover de ondersteuning geschiedt ten behoeve van formele samenwerkingsverbanden van artsen, deze in overeenstemming met de Gedragscode is.

  • Datum: 14-03-2006
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Publieksreclame
    Instantie: Commissie van beroep
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Beroep: Uitspraak vernietigd

    Pfizer gaat in beroep tegen de uitspraak van de Codecommissie van 9 januari 2006 (05.003). De Commissie van Beroep vernietigd de uitspraak en verklaart het bezwaar tegen de uitspraak gegrond.

  • Datum: 01-03-2006
    Onderwerp: Vergelijkende reclame, Onderscheid reclame / informatie
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond

    De klacht van het CBG is gericht tegen een brief van Bayer, getiteld “Adalat Oros Informatie” ten behoeve van haar geneesmiddel Adalat Oros®. De CC is van oordeel dat deze brief als reclame in de zin van de GC moet worden aangemerkt. De CC is niet van oordeel dat de Adalat Oros mailing in strijd is met de artikelen 4.2 en 5.2 GC. Bayer suggereert niet dat de generieke geneesmiddelen die het CBG onlangs heeft geregistreerd gelijkwaardig zijn aan – althans vergelijkbaar zijn met - de kortwerkende calciumantagonisten uit de jaren negentig. Ook de door Bayer gehanteerde claim “Deze studies zijn door het College zonder bedenkingen in orde bevonden” oordeelt de CC niet in strijd met de GC. Evenmin impliceert Bayer dat in alle andere Europese landen wordt aangenomen dat niet sprake is van bio-equivalentie en dat de generieke geneesmiddelen niet veilig zouden zijn. De klacht is op dit onderdeel ongegrond.

    Het tweede onderdeel van de klacht houdt in dat de brief in strijd is met artikel 4.3 GC, omdat het promotionele karakter van de uiting door de vormgeving van de brief niet dan wel onvoldoende kan worden onderkend door degene tot wie de reclame is gericht. De CC deelt dit standpunt van het CBG niet. Dit onderdeel van de klacht is derhalve ongegrond. Het derde onderdeel van de klacht houdt in dat de brief niet voldoet aan artikel 8.1 GC. Nu de brief niet de verkorte productinformatie vermeldt, is de CC van oordeel dat dit onderdeel van de klacht gegrond is. Het vierde onderdeel van de klacht betreft een verwijzing naar publicatie “in press”. De CC is van oordeel dat deze publicatie ten tijde van het verzenden van de brief aan beroepsbeoefenaren niet te raadplegen en derhalve oncontroleerbaar was, zodat sprake is van strijd met artikel 5.3 GC. Het vijfde onderdeel van de klacht houdt in dat Bayer in strijd met artikel 5.8 GC vergelijkende reclame maakt. De CC is van oordeel dat sprake is van vergelijkende reclame tussen Adalat Oros en Sandoz, waarbij niet is voldaan aan het twee studiescriterium. Dit onderdeel van de klacht is derhalve gegrond.

  • Datum: 21-02-2006
    Onderwerp: Eisen aan reclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond

    De klacht van P&G en Aventis heeft betrekking op reclame-uitingen van Roche & GSK. voor Bonviva® 150 mg. P&G/Aventis klagen in het eerste onderdeel erover dat Roche/GSK met de claim “behandeling van osteoporose bij postmenopausale vrouwen” een ruimere werkzaamheid claimt dan waarvoor Bonviva 150 mg is geregistreerd. De Codecommissie is van oordeel dat Roche & GSK geen ruimere werkzaamheid claimen en dit onderdeel van de klacht is derhalve ongegrond. Het tweede onderdeel van de klacht van P&G en Aventis richt tegen de claims “Bonviva 150 mg verhoogt de BMD bij heup (en wervels) en brengt zelfs een grotere toename teweeg dan Bonviva 2,5 mg”, en “een significante toename van de botdichtheid op zowel heup als wervel”. De Codecommissie is van oordeel dat de uitingen over BMD in de brochure in voldoende mate worden gesteund door de IB-1 tekst van Bonviva 150 mg. De claims wekken naar het oordeel van de Codecommissie geen onjuiste indruk op en zijn dan ook niet misleidend. Dit onderdeel van de klacht is derhalve eveneens ongegrond. Tot slot klagen P&G en Aventis over de claim “Botten bouwen met Bonviva”. De Codecommissie is van oordeel dat deze claim in strijd is met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De klacht is op dit onderdeel derhalve gegrond.

  • Datum: 13-01-2006
    Onderwerp: Eisen aan informatie, Eisen aan reclame, Publieksreclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Positief
    Uitspraak: (Deels) gegrond

    De klacht van Novartis (conventie) heeft betrekking op door haarzelf gevoerde reclameuitingen voor het geneesmiddel Diovan (valsartan) waaromtrent tussen haar en Sanofi-BMS een geschil bestaat ter zake het al dan niet verschuldigd zijn van dwangsommen wegens handelen in strijd met de uitspraak van de Codecommissie van 26 februari 2002 (K21017/K21021) en het daaraan bij kort gedingvonnis van 17 december 2002 verbonden verbod met dwangsommen van de voorzieningenrechter te ’s Hertogenbosch. Niet iedere reclameuiting behoeft letterlijk in de 1B-tekst opgenomen te zijn. Het komt erop aan dat de uiting niet in strijd is met die tekst. Een specifieke (geclaimde) werking moet wél in de 1B-tekst terug te vinden zijn en een niet in de 1B-tekst vermelde werking of indicatie mag in het algemeen niet worden geclaimd. De Codecommissie is van oordeel dat Novartis in haar reclameuitingen geen specifieke werking claimt op een ander indicatiegebied dan de behandeling van essentiële hypertensie. Novartis claimt niet meer en niet minder dan dat Diovan eindorganen beschermt, hetgeen reeds in de uitspraak van de Codecommissie van 26 februari 2002 geoorloofd is geacht. Het gebruik van percentages waarmee het risico op schade ten gevolge van hypertensie afneemt, wordt toelaatbaar geacht nu deze percentages – die weliswaar niet in de 1B-tekst voorkomen – voortvloeien uit een wereldwijde, omvangrijke en in een peer reviewed vakblad gepubliceerd onderzoek. De Codecommissie is van oordeel dat Novartis met de door Sanofi-BMS gewraakte reclameuitingen, behoudens op 1 (ondergeschikt) onderdeel, niet in strijd met artikel 4 lid 1 van de Gedragscode heeft gehandeld. Evenmin ziet de Codecommissie in het handelen van Novartis schending van het bepaalde in de uitspraak van de Codecommissie 26 februari 2002 en/of met het door de voorzieningenrechter opgelegde verbod. Wel komt de Codecommissie tot het oordeel dat het door Novartis uitgezonden en op haar website gepubliceerde persbericht niet zuiver voorlichtend c.q. informatief van aard is en daarom als – met artikel 3 Code Publieksreclame strijdige - (publieks)reclame moet worden aangemerkt. De Codecommissie wijst de vordering van Novartis in conventie, strekkende tot vaststelling dat de reclameuitingen niet in strijd zijn met de regelgeving en/of de uitspraak van februari 2002, toe. In verband met overtreding van art 3 van de Code Publieksreclame wordt Novartis veroordeeld tot betaling van (een deel van) de procedurekosten. De vordering van Sanofi-BMS in reconventie, strekkende tot vaststelling dat bepaalde (niet in conventie besproken) reclameuitingen strijdig zijn met de regelgeving en/of de uitspraak van februari 2002, wordt afgewezen.

  • Datum: 21-12-2005
    Onderwerp: Eisen aan reclame
    Instantie: Commissie van beroep
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Positief
    Uitspraak: Beroep: Uitspraak bekrachtigd

    GSK komt in beroep tegen de uitspraak van de Codecommissie van 27 september 2005 (K05.008). De Commissie van Beroep bekrachtigt de beslissing van de Codecommissie en stelt GSK in het ongelijk.

  • Datum: 02-12-2005
    Onderwerp: Eisen aan reclame
    Instantie: Commissie van beroep
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Beroep: Uitspraak bekrachtigd

    Roche Nederland komt in beroep tegen de uitspraak van de Codecommissie van 26 augustus 2005 (K05.009). De Commissie van Beroep bekrachtigt de beslissing van de Codecommissie en stelt Roche Nederland in het ongelijk.

  • Datum: 04-10-2005
    Onderwerp: Bonussen en kortingen, Eisen aan reclame, Onderscheid reclame / informatie
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    In dit advies ligt voor of bepaalde afspraken tussen zorgverzekeraars en huisartsen in medewerkersovereenkomsten over het voorschrijven van geneesmiddelen toelaatbaar zijn. In het advies concludeert de Codecommissie dat het Reclamebesluit geneesmiddelen niet is beperkt tot bepaalde categorieën reclamemakers. Wat betreft de toepassing van de Gedragscode concludeert de Codecommissie dat zij op grond van de Gedragscode in beginsel niet bevoegd is kennis te nemen van en een oordeel uit te spreken over klachten met betrekking tot geneesmiddelenreclame afkomstig van anderen dan vergunninghouders en beroepsbeoefenaren. Dit ligt echter anders wanneer reclame gemaakt door derden verplichtingen inhoudt voor groeperingen die wél aan de Gedragscode zijn gebonden. Het vastleggen van een bepaald voorschrijfgedrag in medewerkersovereenkomsten tussen zorgverzekeraars en huisartsen wordt in dit geval beschouwd als reclame. De koppeling aan een financiële beloning of sanctie is alleen relevant voor de beantwoording van de vraag of en, zo ja, in welke mate de reclame in strijd is met de overige bepalingen van het Reclamebesluit resp. van de Gedragscode.

    De Codecommissie bepaalt dat zowel de zorgverzekeraar als de arts in strijd handelen met het Reclamebesluit door een dergelijke overeenkomst aan te bieden resp. aan te gaan. Zorgverzekeraars die een dergelijke overeenkomst aanbieden/aangaan handelen formeel niet in strijd met de Gedragscode omdat zij daaraan niet zijn gebonden. Dat geldt evenwel niet voor de betrokken artsen. In het kader van de Gedragscode hebben de voorschrijvers zich verbonden te zullen handelen in overeenstemming met de bepalingen van die Gedragscode en het daaraan ten grondslag liggende Reclamebesluit. Het aangaan van verplichtingen met derden, in casu met zorgverzekeraars, die met de Gedragscode resp. het Reclamebesluit in strijd zijn, moet om die reden worden aangemerkt als een handelen in strijd met de Gedragscode. Daaraan doet niet af dat die derden zelf niet rechtstreeks aan de Gedragscode zijn gebonden.

  • Datum: 04-10-2005
    Onderwerp: Bonussen en kortingen, Eisen aan reclame, Onderscheid reclame / informatie
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    In dit advies ligt voor of bepaalde afspraken tussen zorgverzekeraars en huisartsen in medewerkersovereenkomsten over het voorschrijven van geneesmiddelen toelaatbaar zijn. In het advies concludeert de Codecommissie dat het Reclamebesluit geneesmiddelen niet is beperkt tot bepaalde categorieën reclamemakers. Wat betreft de toepassing van de Gedragscode concludeert de Codecommissie dat zij op grond van de Gedragscode in beginsel niet bevoegd is kennis te nemen van en een oordeel uit te spreken over klachten met betrekking tot geneesmiddelenreclame afkomstig van anderen dan vergunninghouders en beroepsbeoefenaren. Dit ligt echter anders wanneer reclame gemaakt door derden verplichtingen inhoudt voor groeperingen die wél aan de Gedragscode zijn gebonden. Het vastleggen van een bepaald voorschrijfgedrag in medewerkersovereenkomsten tussen zorgverzekeraars en huisartsen wordt in dit geval beschouwd als reclame. De koppeling aan een financiële beloning of sanctie is alleen relevant voor de beantwoording van de vraag of en, zo ja, in welke mate de reclame in strijd is met de overige bepalingen van het Reclamebesluit resp. van de Gedragscode.

    De Codecommissie bepaalt dat zowel de zorgverzekeraar als de arts in strijd handelen met het Reclamebesluit door een dergelijke overeenkomst aan te bieden resp. aan te gaan. Zorgverzekeraars die een dergelijke overeenkomst aanbieden/aangaan handelen formeel niet in strijd met de Gedragscode omdat zij daaraan niet zijn gebonden. Dat geldt evenwel niet voor de betrokken artsen. In het kader van de Gedragscode hebben de voorschrijvers zich verbonden te zullen handelen in overeenstemming met de bepalingen van die Gedragscode en het daaraan ten grondslag liggende Reclamebesluit. Het aangaan van verplichtingen met derden, in casu met zorgverzekeraars, die met de Gedragscode resp. het Reclamebesluit in strijd zijn, moet om die reden worden aangemerkt als een handelen in strijd met de Gedragscode. Daaraan doet niet af dat die derden zelf niet rechtstreeks aan de Gedragscode zijn gebonden.

  • Datum: 27-09-2005
    Onderwerp: Eisen aan reclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond

    De klacht van Boehringer Ingelheim heeft betrekking op een aantal reclame-uitingen van GSK voor haar geneesmiddel Seretide. Boehringer Ingelheim klaagt er over dat GSK in haar uitingen onder andere de suggestie wekt dat beroepsbeoefenaren “iets zouden missen” indien zij bij de behandeling van COPD geen combinatiepreparaat, zoals Seretide, zouden voorschrijven, dat andere geneesmiddelen onvoldoende zijn voor een adequate behandeling en dat Seretide preventief gebruikt kan worden. De Codecommissie Geneesmiddelenreclame is van oordeel dat deze suggesties onjuist zijn en dat de reclame-uitingen van GSK derhalve in strijd met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame zijn.

  • Datum: 26-08-2005
    Onderwerp: Bonussen en kortingen, Kosteloze verstrekking van geneesmiddelen, Publieksreclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond

    De klacht van Schering Nederland BV heeft betrekking op een terugbetalingsregeling voor Bondronat en de wijze waarop de therapeutische indicaties van diverse farmaceutische vormen van Bondronat is opgenomen in een brief van Roche Nederland BV, welke is gezonden aan beroepsbeoefenaren. De Codecommissie Geneesmiddelenreclame is van oordeel dat de terugbetalingsregeling voor Bondronat in strijd is met artikel 4.2 van de Gedragscode Geneesmiddelen en tevens als publieksreclame verboden is op grond van artikel 3 Code voor de Publieksreclame voor Geneesmiddelen juncto artikel 10 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Ten aanzien van de wijze van vermelding van indicaties van de diverse farmaceutische vormen oordeelt de Codecommissie Geneesmiddelenreclame dat dit onvoldoende tot uitdrukking is gekomen. De klacht van Schering is gegrond.

  • Datum: 24-06-2005
    Onderwerp: Eisen aan reclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 12-05-2005
    Onderwerp: Eisen aan informatie, Eisen aan reclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 29-04-2005
    Onderwerp: Bonussen en kortingen, Geschenken, Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 12-05-2004
    Onderwerp: Dienstverlening, Bonussen en kortingen, Samenkomsten in Nederland
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Ongegrond
  • Datum: 11-02-2004
    Onderwerp: Eisen aan reclame
    Instantie: Commissie van beroep
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Beroep: Uitspraak vernietigd
  • Datum: 06-02-2004
    Onderwerp: Eisen aan reclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Positief
    Uitspraak: Ongegrond
  • Datum: 21-01-2004
    Onderwerp: Vergelijkende reclame, Publieksreclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Positief
    Uitspraak: Ongegrond
  • Datum: 09-01-2004
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame, Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    Het betreft hier de vraag wanneer een publicatie van onderzoeksresultaten in een tijdschrift als “peer-reviewed” kan worden beschouwd en wanneer de publicatie bruikbaar is als één van de twee studies inzake het “twee studies criterium” voor rechtstreeks vergelijkende reclame. Voor het oordeel of sprake is van een ‘peer review’ is derhalve van belang de vraag of de beoordeling heeft plaatsgevonden door degenen die, door de betreffende beroepsgroep en gezien de aard van het onderwerp, worden beschouwd als gezaghebbend en die behoren tot de leiders binnen hun vakgebied. Zij dienen daartoe ten minste te beschikken over adequate kennis van de laatste stand van de wetenschap (state of the art). Bovendien zal voor een peer review noodzakelijk zijn dat de beoordeling heeft plaatsgevonden met gebruikmaking van een deugdelijke procedure, waardoor het resultaat de wetenschappelijke toets der kritiek kan doorstaan. In dat geval was geen sprake van een peer-reviewed publicatie.

    Om als studie in het kader van het zogeheten “twee studies criterium” te kunnen worden aanvaard, zal van publicatie in een gezaghebbend medium sprake moeten zijn. De Codecommissie komt tot het oordeel dat het tijdschrift “Modern Medicine” niet als een gezaghebbend medium kan worden aangemerkt.

  • Datum: 07-01-2004
    Onderwerp: Bonussen en kortingen, Eisen aan reclame, Publieksreclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 07-01-2004
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 27-11-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Onderscheid reclame / informatie
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 03-11-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 30-10-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Publieksreclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Niet ontvankelijk
  • Datum: 28-10-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 15-10-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
    Instantie: Commissie van beroep
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Beroep: Uitspraak bekrachtigd
  • Datum: 24-09-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Kosteloze verstrekking van geneesmiddelen, Publieksreclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Positief
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 17-09-2003
    Onderwerp:
    Instantie: Commissie van beroep
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Positief
    Uitspraak: Beroep: Uitspraak deels bekrachtigd, deels vernietigd
  • Datum: 14-07-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
    Instantie: Commissie van beroep
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Beroep: Uitspraak bekrachtigd
  • Datum: 08-07-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Publieksreclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    Het betreft een website die is gericht op beroepsbeoefenaren en reclame bevat. De bezoeker van de website zal moeten bevestigen dat hij/zij een beroepsbeoefenaar is alvorens toegang wordt verkregen tot de website.

    De Codecommissie oordeelt dat de toegankelijkheid van reclame voor het publiek zoveel mogelijk moet zijn uitgesloten bijvoorbeeld door beveiliging met een wachtwoord. Een waarschuwing op elke pagina dat de website alleen is bestemd voor beroepsbeoefenaren is als “beveiliging” volstrekt onvoldoende.

  • Datum: 07-07-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 02-07-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 15-05-2003
    Onderwerp:
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Niet ontvankelijk
  • Datum: 08-05-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
    Instantie: Commissie van beroep
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Beroep: Uitspraak bekrachtigd
  • Datum: 11-04-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Onderscheid reclame / informatie
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 02-04-2003
    Onderwerp: Bonussen en kortingen, Eisen aan reclame, Publieksreclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 11-02-2003
    Onderwerp: Onderscheid reclame / informatie, Publieksreclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    Het advies betreft een toetsing van een een service- en begeleidingsprogramma ter verbetering van de therapietrouw van gebruikers van een recept-geneesmiddel. Bij het aanbieden van dit programma kan zowel via de website als de telefonische hulplijn niet worden voorspeld welke vragen en antwoorden in de toekomst zullen worden uitgewisseld en evenmin is op enigerlei wijze te waarborgen dat op het publiek gerichte aanprijzing niet kan voorkomen.

  • Datum: 06-02-2003
    Onderwerp: Bonussen en kortingen, Onderscheid reclame / informatie, Publieksreclame
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    Het betreft een "niet goed, geld terug" actie voor een recept-geneesmiddel, waarbij de patiënt de eigen bijdrage kan terugkrijgen. Een dergelijke actie moet worden gezien als een vorm van verboden publieksreclame. De actie moet bovendien worden aangemerkt als een 'refund' actie die op grond van de Code Publieksreclame niet toelaatbaar is.