Filter uitspraken
We werken nog aan het invoeren en bewerken van de weergave van de uitspraken.
Sorteren
Datum: 08-05-2017
Onderwerp: Samenkomsten in Nederland
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Preventieve toetsing van een bijeenkomst op Vlieland. De bijeenkomst zal door beroepsbeoefenaren uit Midden Nederland worden bezocht en zou daarom ergens in het midden van het land moeten plaats vinden. De Codecommissie heeft evenwel begrip voor de keuze van de locatie, omdat deze het voordeel heeft dat men voortdurend met elkaar in overleg zal zijn en zich daar niet eenvoudig uit zal kunnen terug trekken.
Datum: 20-06-2017
Onderwerp: Samenkomsten in Nederland
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Voorwaardelijk positief
Preventieve toetsing buitenlandse bijeenkomst
Datum: 06-09-2017
Onderwerp: Samenkomsten in Nederland
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Voorwaardelijk positief
Preventieve toetsing bijeenkomst in Nederland
Datum: 15-03-2017
Onderwerp: Samenkomsten in Nederland
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
De Codecommissie vertrouwt erop dat de bijeenkomst wetenschappelijk en louter informatief van karakter is, zodat in die zin geen bezwaar bestaat tegen deelname van niet-beroepsbeoefenaren. Aangezien de gastvrijheid uit een gering bedrag bestaat, is geen sprake van gunstbetoon maar van een uiting van normale omgangsvormen die ook richting de deelnemende niet-beroepsbeoefenaren is toegestaan.
Datum: 27-11-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame, Onderscheid reclame / informatie
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
Datum: 03-11-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
Datum: 24-09-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame, Kosteloze verstrekking van geneesmiddelen, Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Positief
Uitspraak: (Deels) gegrond
Datum: 28-10-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
Datum: 30-10-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame, Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Niet ontvankelijk
Datum: 02-04-2003
Onderwerp: Bonussen en kortingen, Eisen aan reclame, Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
Datum: 02-07-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
Datum: 07-07-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
Datum: 15-05-2003
Onderwerp:
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Niet ontvankelijk
Datum: 11-04-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame, Onderscheid reclame / informatie
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
Datum: 15-10-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
Instantie: Commissie van beroep
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Beroep: Uitspraak bekrachtigd
Datum: 17-09-2003
Onderwerp:
Instantie: Commissie van beroep
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Positief
Uitspraak: Beroep: Uitspraak deels bekrachtigd, deels vernietigd
Datum: 08-05-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
Instantie: Commissie van beroep
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Beroep: Uitspraak bekrachtigd
Datum: 14-07-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
Instantie: Commissie van beroep
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Beroep: Uitspraak bekrachtigd
Datum: 12-05-2004
Onderwerp: Dienstverlening, Bonussen en kortingen, Samenkomsten in Nederland
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Ongegrond
Datum: 07-01-2004
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
Datum: 06-02-2004
Onderwerp: Eisen aan reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Positief
Uitspraak: Ongegrond
Datum: 21-01-2004
Onderwerp: Vergelijkende reclame, Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Positief
Uitspraak: Ongegrond
Datum: 07-01-2004
Onderwerp: Bonussen en kortingen, Eisen aan reclame, Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
Datum: 11-02-2004
Onderwerp: Eisen aan reclame
Instantie: Commissie van beroep
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Beroep: Uitspraak vernietigd
Datum: 29-03-2017
Onderwerp: Samenkomsten in Nederland
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Voorwaardelijk positief
Preventieve toetsing bijeenkomst in Amsterdam. Voor wat betreft het vergoeden van de overnachting aan deelnemers uit Amsterdam en omgeving legt de Codecommissie in dit geval de grens van de redelijkheid bij een afstand tot Amsterdam van 75 kilometer.
Datum: 09-01-2004
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame, Onderzoeken
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
Het betreft hier de vraag wanneer een publicatie van onderzoeksresultaten in een tijdschrift als “peer-reviewed” kan worden beschouwd en wanneer de publicatie bruikbaar is als één van de twee studies inzake het “twee studies criterium” voor rechtstreeks vergelijkende reclame. Voor het oordeel of sprake is van een ‘peer review’ is derhalve van belang de vraag of de beoordeling heeft plaatsgevonden door degenen die, door de betreffende beroepsgroep en gezien de aard van het onderwerp, worden beschouwd als gezaghebbend en die behoren tot de leiders binnen hun vakgebied. Zij dienen daartoe ten minste te beschikken over adequate kennis van de laatste stand van de wetenschap (state of the art). Bovendien zal voor een peer review noodzakelijk zijn dat de beoordeling heeft plaatsgevonden met gebruikmaking van een deugdelijke procedure, waardoor het resultaat de wetenschappelijke toets der kritiek kan doorstaan. In dat geval was geen sprake van een peer-reviewed publicatie.
Om als studie in het kader van het zogeheten “twee studies criterium” te kunnen worden aanvaard, zal van publicatie in een gezaghebbend medium sprake moeten zijn. De Codecommissie komt tot het oordeel dat het tijdschrift “Modern Medicine” niet als een gezaghebbend medium kan worden aangemerkt.
Datum: 08-07-2003
Onderwerp: Eisen aan reclame, Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
Het betreft een website die is gericht op beroepsbeoefenaren en reclame bevat. De bezoeker van de website zal moeten bevestigen dat hij/zij een beroepsbeoefenaar is alvorens toegang wordt verkregen tot de website.
De Codecommissie oordeelt dat de toegankelijkheid van reclame voor het publiek zoveel mogelijk moet zijn uitgesloten bijvoorbeeld door beveiliging met een wachtwoord. Een waarschuwing op elke pagina dat de website alleen is bestemd voor beroepsbeoefenaren is als “beveiliging” volstrekt onvoldoende.
Datum: 11-02-2003
Onderwerp: Onderscheid reclame / informatie, Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
Het advies betreft een toetsing van een een service- en begeleidingsprogramma ter verbetering van de therapietrouw van gebruikers van een recept-geneesmiddel. Bij het aanbieden van dit programma kan zowel via de website als de telefonische hulplijn niet worden voorspeld welke vragen en antwoorden in de toekomst zullen worden uitgewisseld en evenmin is op enigerlei wijze te waarborgen dat op het publiek gerichte aanprijzing niet kan voorkomen.
Datum: 06-02-2003
Onderwerp: Bonussen en kortingen, Onderscheid reclame / informatie, Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
Het betreft een "niet goed, geld terug" actie voor een recept-geneesmiddel, waarbij de patiënt de eigen bijdrage kan terugkrijgen. Een dergelijke actie moet worden gezien als een vorm van verboden publieksreclame. De actie moet bovendien worden aangemerkt als een 'refund' actie die op grond van de Code Publieksreclame niet toelaatbaar is.
Datum: 22-01-2009
Onderwerp: Samenkomsten in Nederland, Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Dit advies betreft de toelaatbaarheid van sponsoring door farmaceutische bedrijven van een patiëntenvereniging. De wijze van sponsoring en (beperkte) gastvrijheid zoals die is voorgelegd aan de Commissie is niet in strijd met de gedragsregels.
Datum: 05-11-2008
Onderwerp:
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
De Codecommissie constateert dat een vergunninghouder zich in een vaststellingsovereenkomst jegens een andere partij – behoudens verandering in state of the art maar voor het overige onvoorwaardelijk - heeft verbonden af te zien van “uitingen waarmee wordt geclaimd dat het geneesmiddel van de vergunninghouder (mogelijk) werkzaam of effectief is bij hersenmetastasen”. De Codecommissie acht zich onbevoegd tot uitleg van de vaststellingsovereenkomst. Wat betreft de bezigde uiting constateert de Codecommissie dat de vergunninghouder in haar detail aid een aanzienlijk verder gaande formulering heeft gebezigd dan die welke in de SmPC voorkomt, met name door toevoeging van de woorden “geeft een significant lagere frequentie van hersenmetastasen als eerste recidive locatie”. Laatstgenoemde bewoordingen suggereren immers een algemeen kenmerk van (de werking van) het geneesmiddel welke in de strikt op de studie geënte weergave van de SmPC niet is terug te vinden – naar de letter noch naar de geest -, zodat moet worden aangenomen dat deze gestelde kenmerkende eigenschap van het geneesmiddel niet door de beschikbare klinische studie is bewezen. De Codecommissie trekt uit het bovenstaande de conclusie dat de in de detail aid gebruikte formuleringen in strijd lijken te zijn met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame.
Datum: 11-09-2008
Onderwerp: Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Deels positief, deels negatief
Om de artsen in de eerste lijn te ondersteunen met het optimaliseren van hun A-zorg heeft de vergunninghouder een aantal verschillende vormen van praktijkondersteuning voor ogen. De conclusie luidt dat zover de ondersteuning geschiedt ten behoeve van formele samenwerkingsverbanden van artsen, deze in overeenstemming met de Gedragscode is.
Datum: 10-12-2008
Onderwerp: Geschenken, Sponsoring
Instantie: Keuringsraad
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
X is voornemens een geaccrediteerde vorm van nascholing (CME - Continuing Medical Education) aan te bieden. De door X aan te bieden online nascholing zal worden aangeboden in de vorm van e-learning met bijbehorend schriftelijk cursusmateriaal en bijbehorende toetsen die digitaal afgelegd kunnen worden. Het advies van de Codecommissie is dat de nascholing hetzij uitsluitend aan samenwerkingsverbanden van beroepsbeoefenaren wordt aangeboden met inachtneming van alle gedragsregels omtrent sponsoring, hetzij aan individuele beroepsbeoefenaren met inachtneming van de regels voor geschenken. De vergunninghouder heeft nog gevraagd of het toelaatbaar is dat vergunninghouders producten van Van Dale, zoals het Woordenboek der Nederlandse Taal, aan artsen te geven. Het komt de Codecommissie voor dat met de dikke Van Dale het maximumbedrag voor een geschenk wordt overschreden. Bovendien vermag de Codecommissie niet in te zien in welk opzicht dit geschenk van betekenis kan zijn voor de beroepsuitoefening, hetgeen volgens meergenoemde regeling een vereiste is. De Codecommissie adviseert daarom dit geschenk achterwege te laten.
Datum: 15-04-2010
Onderwerp: Onderscheid reclame / informatie, Publieksreclame
Instantie: Keuringsraad
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Dit advies betreft de toelaatbaarheid van een ledendag van een patiëntenvereniging, waarbij vergunninghouders met stands aanwezig zullen zijn. Het advies luidt positief omdat er geen sprake van publieksreclame of sponsoring is volgens de voorgenomen plannen.
Datum: 24-08-2011
Onderwerp: Eisen aan informatie
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
Dit advies betreft het voornemen van een vergunninghouder om een productenoverzicht te verstrekken aan beroepsbeoefenaars waarin vier verschillende receptgeneesmiddelen voor de behandeling van dezelfde ziekte met elkaar worden vergeleken. De commissie merkt op dat het overzicht niet compleet is (er ontbreken twee geneesmiddelen) en dat de informatie in het overzicht onjuist en/of onvolledig en/of onevenwichtig is. Het advies luidt derhalve negatief.
Datum: 12-12-2017
Onderwerp: Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Het door een vergunninghouder ter beschikking stellen van ondersteunende materialen aan twee patiëntenorganisaties voldoet aan de voorwaarden van hoofdstuk 6 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame.
Datum: 13-11-2017
Onderwerp: Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Sponsoring van het onderhavige project heeft betrekking op innovatieve en/of kwaliteit verbeterende activiteiten en heeft tot doel directe of indirecte verbetering van zorg aan patiënten. Daarmee is voldaan aan de onder a en b van artikel 6.5.1. Gedragscode neergelegde criteria.
Datum: 28-09-2017
Onderwerp: Geschenken
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Geschenk voldoet aan de voorwaarden van art. 2.2 van de Gedragscode.
Datum: 04-09-2017
Onderwerp: Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Voorwaardelijk positief
Prijsvraag waarover twee keer eerder een aanvraag is beoordeeld. De Codecommissie verwacht dat de afspraken met de gesponsorde na opmaak daarvan aan de CGR worden overgelegd.
Datum: 04-08-2017
Onderwerp: Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Voorwaardelijk positief
Sponsorproject waarbij apparatuur via een overkoepelend netwerk ter beschikking wordt gesteld aan samenwerkingsverbanden/zorggroepen. De voorzitter is kritisch over de onderbouwing dat het project een verbetering van zorg aan patiënten of medische wetenschap tot doel heeft. In dat licht had de mate van urgentie (‘nut en noodzaak’) van het project beter kunnen worden onderbouwd. Derhalve adviseert de voorzitter dat de toegevoegde waarde van het project middels een meetsysteem wordt vastgelegd. Onder die voorwaarde luidt het oordeel positief. De voorzitter heeft zich tevens uitgesproken over enkele varianten op het project. Het oordeel is niet in al die gevallen positief.
Datum: 19-07-2017
Onderwerp: Vergelijkende reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Niet-ontvankelijk
Verzoekster stelt een groot aantal principiële kwesties aan de orde over de toelaatbaarheid van uitingen met een zeker vergelijkend karakter die zich niet lenen voor de adviesprocedure.
Datum: 02-06-2017
Onderwerp: Eisen aan reclame, Geschenken
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Deels positief, deels negatief
Geschenken in de vorm van waardebonnen voor het volgen van nascholing zijn toelaatbaar mits inwisselbaar voor educatie. Donaties voor goede doelen en schrijfwaar voldoen niet aan de voorwaarden.
Datum: 15-09-2017
Onderwerp: Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
De door verzoekster voorgenomen sponsoring van apothekers betreft een voedingssupplement en valt daarmee niet onder het verbod op gunstbetoon van artikel 6.1.1.
Datum: 07-06-2017
Onderwerp: Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Onder een aantal voorbehouden luidt het advies positief. De Codecommissie verwacht dat de afspraken met de gesponsorden na opmaak daarvan aan de CGR worden overgelegd.
Datum: 09-05-2017
Onderwerp: Eisen aan reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Het reclamemaken voor receptgeneesmiddelen door middel van deeplinks is toelaatbaar voor zover de deeplinks worden aangeboden door [X] zelf op de door haar daarvoor ter beoordeling voorgelegde wijze. Dit is ook het geval voor zover [X] gebruik maakt van kanalen van derden op de door haar ter beoordeling voorgelegde wijze, mits in de overeenkomsten met die derden en met het media-inkoopbureau een zodanige sanctie wordt opgenomen, bijvoorbeeld in de vorm van een boetebeding, dat die derden en het inkoopbureau worden gestimuleerd zorgvuldig met het gebruik van de betreffende deeplinks om te gaan.
Datum: 06-04-2017
Onderwerp: Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Sponsoring van een [ziekte Z] kamp voor patiënten van jonge leeftijd voldoet aan de in artikel 6.5.5 gestelde eisen. Het programma moet naar het oordeel van de Commissie niet op ieder afzonderlijk onderdeel worden beoordeeld, maar als een onverbrekelijk geheel worden gezien, zodat ook de verstrooiende elementen bijdragen aan het bereiken van het doel.
Datum: 17-03-2017
Onderwerp: Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Hernieuwde aanvraag inzake sponsoring van een project. Gelet op de nadere informatie en aanpassing van de werkwijze kan het advies alsnog positief luiden.
Datum: 08-03-2017
Onderwerp: Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
De Codecommissie heeft in algemene zin geen bezwaar tegen verwijzing in een patiëntenbrochure naar de informatie op de site van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, omdat die informatie qualitate qua zal voldoen aan de eis van artikel 5.7.1 van de Gedragscode. Het hangt geheel van de verdere inhoud, opmaak en verspreiding van de patiëntenbrochures af of zij met de voorgestelde link vanuit het oogpunt van de Gedragscode aanvaardbaar zijn of niet.
Datum: 13-02-2017
Onderwerp: Geschenken
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
Verzoekster is voornemens een educatietool te verstrekken aan artsen. Het geschenk voldoet aan de voorwaarden van art. 6.2.2: er kan van een geringe waarde worden gesproken en het geschenk is van betekenis voor de uitoefening van de praktijk van deze artsen.
Datum: 21-02-2017
Onderwerp: Sponsoring
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
Sponsoring project vooralsnog niet toelaatbaar vanwege mogelijk commercieel doel. Er is sprake van afzonderlijke financiering voor bijeenkomsten binnen project. De bijeenkomsten kwalificeren vooralsnog als manifestatie en aanwezigheid van niet-beroepsbeoefenaren is dan niet toelaatbaar.
Datum: 13-03-2017
Onderwerp: Onderzoeken
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
De Codecommissie acht het niet ongepast dat aan deelnemende patiënten een beperkte vergoeding wordt gegeven voor hun bijdrage aan het onderzoek. Van beïnvloeding van het voorschrijfgedrag door het geven van een vergoeding aan patiënten voor deelname aan deze bijeenkomsten valt niet te vrezen. De Codecommissie acht het ongewenst de vergoeding te koppelen aan het aantal uren dat de patiënt kwijt is aan deelname aan het onderzoek. Ongeacht het aantal uren zou eenzelfde bedrag voor iedere patiënt op zijn plaats zijn.
Datum: 24-03-2017
Onderwerp: Relaties met niet-beroepsbeoefenaren
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Positief
De Codecommissie ziet geen strijdigheid van het lidmaatschap van een vergunninghouder van de businessclub [Y] met voornoemde bepalingen van de Gedragscode. Het lidmaatschap van de businessclub heeft op voorhand niet het kennelijke doel het voorschrijven, ter hand stellen of gebruik van een geneesmiddel te bevorderen. Verder ziet de lidmaatschapsbijdrage voor het merendeel op algemene organisatiekosten en gastvrijheidskosten betreffende de samenkomsten van de businessclub, gaat de verstrekking van geschenken aan leden niet uit van de vergunninghouder zelf en is de bijdrage van de vergunninghouder in het geheel van bijdragen van leden aan de betreffende geschenken gering te noemen.
Datum: 31-10-2017
Onderwerp: Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Ingetrokken
Serieus signaal over reclame voor receptgeneesmiddel. Beklaagde heeft zelf de melding gedaan – klacht afgedaan met publicatie van de feiten en betaling kosten secretariaat.
Datum: 16-10-2017
Onderwerp: Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Ingetrokken
Serieus signaal over reclame voor receptgeneesmiddel richting publiek. Beklaagde berust in oordeel – klacht afgedaan met publicatie van de feiten en betaling kosten secretariaat.
Datum:
Onderwerp:
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Ingetrokken
Datum: 29-09-2017
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
De klacht van Chiesi is gericht tegen een advertentie van GSK over haar geneesmiddelen Incruse® en Relvar®. Chiesi stelt dat de gewraakte advertentie in strijd is met het verbod op reclame voor een ongeregistreerd geneesmiddel en in strijd met het verbod op het maken van ongeoorloofde vergelijkende reclame. Het eerste onderdeel van de klacht gaat over de vraag of de onderhavige advertentie dient te worden aangemerkt als een reclame-uiting voor twee afzonderlijke geneesmiddelen Incruse® en Relvar®, waarbij tevens onder de aandacht wordt gebracht dat beide geneesmiddelen gelijktijdig dan wel vlak na elkaar kunnen worden ingezet, zoals GSK - ook ter zitting - betoogt, of dat deze advertentie voor Incruse® en Relvar® is aan te merken als een reclame-uiting voor een nog te registreren geneesmiddel van GSK waarin de werkzame stoffen van Incruse® en Relvar® zijn samengebracht, zoals Chiesi betoogt. Gelet op de totaliteit van de reclame-uiting is de Codecommissie van oordeel dat de reclame-uiting niet alleen de geneesmiddelen Incruse® en Relvar® afzonderlijk promoot, maar ook het gelijktijdig gezamenlijke gebruik van Incruse® en Relvar®. De Codecommissie is echter van oordeel dat het promoten van het gelijktijdig gezamenlijk gebruik van Incruse® en Relvar® niet is aan te merken als het maken van - al dan niet indirecte - reclame voor een nog te registreren geneesmiddel van GSK waarin de drie werkzame stoffen umeclidinium, fluticasonfuroaat en vilanterol zijn samengebracht in één inhalator. Van het maken van reclame voor een ongeregistreerd geneesmiddel door GSK is naar het oordeel van de Codecommissie geen sprake.
De Codecommissie is echter wel van oordeel dat de reclame-uiting de suggestie wekt, dat door het - gepromote - gelijktijdige gezamenlijk gebruik van Incruse® en Relvar® alle COPD-patiënten opgelucht de dag kunnen beginnen, in die zin dat zij geen hinder van hun ziekte hebben. Deze suggestie wordt niet door de SmPC van Incruse® en SmPC van Relvar® ondersteund. Naar het oordeel van de Codecommissie is de advertentie van GSK in strijd met de SmPC’s van Incruse® en Relvar® en misleidend, zodat deze reclame-uiting in strijd is met de artikelen 5.2.1.2 en 5.2.1.3 van de Gedragscode.
Het tweede onderdeel van de klacht van Chiesi is gericht tegen de claim “Relvar®* (92/22 µg) vermindert matige/ernstige exacerbaties bij COPD t.o.v. 2 dd ICS/LABA.4*”. De Codecommissie is van oordeel dat deze claim is aan te merken als een vergelijkende superioriteitsclaim. De vraag rijst bij dit klachtonderdeel of de Salford Lung studie kan worden gebruikt als wetenschappelijke onderbouwing voor de vergelijkende claim in de zin van de Gedragscode. Het is in het kader van dit geding niet aan de Codecommissie om een zelfstandig oordeel uit te spreken over de wetenschappelijke juistheid en kwaliteit van de in deze klacht ter ondersteuning van een vergelijkende claim overgelegde studie en de kanttekeningen daarbij. De Codecommissie beoordeelt slechts of een reclame voor een geneesmiddel in overeenstemming is met de eisen die daaraan in de Gedragscode worden gesteld. Naar het oordeel van de Codecommissie suggereert GSK met de claim “Relvar®* (92/22 µg) vermindert matige/ernstige exacerbaties bij COPD t.o.v. 2 dd ICS/LABA.4*” dat Relvar® exacerbaties vermindert ten opzichte van alle andere ICS/LABA preparaten, zoals bijvoorbeeld Symbicort®, Seretide®, Flutiform®, Bufolair® en Foster®. Dat blijkt niet uit voornoemde studie. Naar het oordeel van de Codecommissie kan de Salford Lung studie niet ter onderbouwing dienen van de door GSK gemaakte vergelijkende superioriteitsclaim. De Codecommissie komt tot het oordeel dat de reclame-uiting in strijd is met de artikelen 5.2.2.8 aanhef sub g en 5.2.2.9 van de Gedragscode.
De klacht van Chiesi is grotendeels gegrond.
Datum: 01-09-2017
Onderwerp: Eisen aan reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
De klacht van Novartis heeft betrekking op de advertentie van Bayer voor haar geneesmiddel Eylea®. De klacht van Novartis is gericht is tegen de woorden “snel effect” in de claim “snel effect, aanhoudend effectief”.
Novartis stelt kort gezegd dat Bayer nalaat in de uiting duidelijk aan te geven wat “snel” inhoudt en wat met “effect” wordt bedoeld, zodat naar de mening van Novartis deze termen vaag zijn in de zin van de artikelen 5.2.1.3 en 5.2.2.2 van de Gedragscode. Bayer betwist de stelling van Novartis en voert gemotiveerd verweer. De Codecommissie overweegt dienaangaande als volgt.
Ten aanzien van het woord “snel” in de claim “snel effect, aanhoudend effectief” is de Codecommissie van oordeel dat deze term is aan te merken als een vage term in de zin van de artikelen 5.2.2.2, 5.2.2 en 5.2.1.3 van de Gedragscode, omdat het woord “snel” in de uiting niet – althans onvoldoende – nader wordt gespecificeerd, zodat de context waarin het woord “snel” moet worden gezien, ontbreekt. De verwijzing naar “snel effect vanaf de eerste injectie” in de uiting en de vermelding van elf referenties doen aan dit oordeel niet af. De Codecommissie is voorts van oordeel dat onvoldoende duidelijk in de uiting blijkt wat met het woord “effect” in de claim “snel effect, aanhoudend effectief” wordt bedoeld. Zonder nadere concretisering van het woord “effect” in de advertentie is de Codecommissie van oordeel dat het woord “effect” eveneens is aan te merken als een vage term in de zin van de Gedragscode.
De klacht van Novartis is gegrond.
Datum: 31-07-2017
Onderwerp:
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
De klacht van Novo Nordisk is gericht tegen uitingen van Eli Lilly in een reclame-mailing voor haar geneesmiddel Trulicity (dulaglutide). Trulicity is een GLP-1 receptoragonist die volgens de SPC onder meer is geïndiceerd voor de behandeling van volwassenen met diabetes mellitus type 2 voor verbetering van de glucoseregulatie als adjuvante therapie in combinatie met andere glucoseverlagende geneesmiddelen waaronder insuline, als deze, samen met dieet en lichaamsbeweging, onvoldoende glucoseregulatie geven.
Sinds 1 januari 2017 komt de inzet van GLP-1 receptoragonisten als adjuvante therapie in combinatie met insuline voor vergoeding in aanmerking indien aan strikte voorwaarden is voldaan. Aan de in Bijlage 2 Regeling Zorgverzekering vermelde voorwaarden heeft Zorgverzekeraars Nederland nog als voorwaarde toegevoegd dat het eerste recept afkomstig moet zijn van een internist.
De uitingen waarover geklaagd is zijn naar het oordeel van de Codecommissie in strijd met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame omdat daarin: - onvoldoende duidelijk is vermeld de beperking van de patiëntenpopulatie waarvoor Trulicity is geregistreerd; - een behandeladvies is gegeven dat niet in overeenstemming is met de SPC; - onvoldoende duidelijk is vermeld onder welke voorwaarden het middel wordt vergoed; - ten onrechte wordt gesuggereerd dat de benodigde hoeveelheid insuline in absolute zin lager wordt als Trulicity aan de behandeling met insuline glargine wordt toegevoegd; - ten onrechte wordt gesuggereerd dat een gemiste dosis altijd mag worden ingehaald.
Aan Lilly is opgedragen een rectificatiebrief te sturen.
Datum: 01-09-2017
Onderwerp: Eisen aan reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
De klacht van Bayer heeft betrekking op een advertentie en een brief met bijlage van Novartis aan beroepsbeoefenaren waarin haar geneesmiddel Lucentis® wordt aangeprezen. Novartis voert gemotiveerd verweer. De Codecommissie heeft als volgt geoordeeld.
Ten aanzien van het eerste klachtonderdeel dat betrekking heeft op de claim “Precise. Powerful. Proven.” in de advertentie is de Codecommissie van oordeel dat geen sprake is van strijd met de artikelen 5.2.1.3 en 5.2.2.2 van de Gedragscode. Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel dat betrekking heeft op de claim “Precise” in combinatie met de claim “Specifieke binding aan VEGF-A, de pathogene factor” is de Codecommissie van oordeel dat de claims niet misleidend zijn. Het derde klachtonderdeel heeft betrekking op de claim “Krachtige en aanhoudende visuswinst voor DME- en LMD-patiënten”. De Codecommissie is van oordeel dat de termen “krachtige” en “aanhoudende” als vaag en onduidelijk zijn aan te merken. Novartis heeft onvoorwaardelijk toegezegd deze claim niet meer te gebruiken, zodat een verdere inhoudelijke behandeling achterwege kan blijven.
Het vierde onderdeel van de klacht van Bayer heeft betrekking op de claim “10 jaar bewezen effectiviteit in de klinische praktijk” in de advertentie. De Codecommissie is van oordeel dat de claim “10 jaar bewezen effectiviteit in de klinische praktijk¹,7-9” – afzonderlijk dan wel in combinatie met de claim “Proven” en/of de afbeelding van de voorgevulde spuit – in zijn algemeenheid betrekking heeft op alle indicaties van Lucentis® en niet impliceert dat 10 jaar follow-up beschikbaar is voor elke indicatie van Lucentis®. Naar het oordeel van de Codecommissie is deze claim niet misleidend. Daarentegen is de Codecommissie van oordeel dat de claim “10 jaar bewezen effectiviteit in de klinische praktijk¹, 15-17” zoals vermeld in de bijlage bij de brief gelet op de totaliteit van de reclame-uiting misleidend is, zodat dit onderdeel van de klacht van Bayer gegrond is.
Ten aanzien van het vijfde onderdeel van de klacht dat betrekking heeft op de claim “Injectiefrequentie gelijkwaardig aan aflibercept in de dagelijkse praktijk6” zoals vermeld in de advertentie en de claim “In de dagelijkse praktijk is de injectiefrequentie van Lucentis vergelijkbaar met aflibercept4,5” zoals vermeld in de bijlage van de brief van Novartis is de Codecommissie van oordeel dat de claims zijn aan te merken als een vergelijkende claim. De Codecommissie is van oordeel dat de VERO studie onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing biedt voor de door Novartis in haar reclame-uitingen gebruikte vergelijkende claims, zodat sprake is van strijdigheid met de Gedragscode.
Ten aanzien van het zesde onderdeel van de klacht dat betrekking heeft op de claim “Als enige Anti-VEGF ook in voorgevulde spuit” is de Codecommissie van oordeel dat deze claim niet strijdig is met de Gedragscode. Ten aanzien van het zevende onderdeel van de klacht dat betrekking heeft op de link tussen de claim “Lucentis: het kleinste molecuul¹” in combinatie met de gekleurde afbeeldingen van drie moleculen van te weten Lucentis®, bevacizumab en aflibercept en de subclaims “• Voor optimale diffusie¹,7-9”, “• Minimaliseert systemische belasting1,10,11”, en “• Specifieke binding aan VEGF-A, dé pathogene factor¹,11” is de Codecommissie van oordeel dat deze link de onjuiste suggestie wekt dat de onder de bullet points vermelde voordelen zich alleen bij Lucentis zouden voordoen als gevolg van het kleine formaat van het Lucentis-molecuul. Nu Novartis onvoorwaardelijk heeft toegezegd deze link niet meer te leggen, behoeft dit klachtonderdeel naar het oordeel van de Codecommissie geen verdere inhoudelijke behandeling.
Ten aanzien van het achtste onderdeel van de klacht dat betrekking heeft op de claim “minimaliseert systemische belasting” is de Codecommissie van oordeel dat dit onderdeel geen verdere inhoudelijke behandeling behoeft.
Het negende onderdeel van de klacht is gericht tegen de claim “Snelle visuswinst voor LMD-patiënten”. De Codecommissie is van oordeel dat het woord “snelle” in de claim “Snelle visuswinst voor LMD-patiënten” is aan te merken als een vage term in de zin van de artikelen 5.2.2.2 juncto 5.2.2 van de Gedragscode. Door de toezeggingen van Novartis wordt naar het oordeel van de Codecommissie aan het bezwaar van Bayer voldoende tegemoet gekomen.
De klacht van Bayer is op onderdelen gegrond.
Datum: 09-03-2017
Onderwerp: Eisen aan reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Ingetrokken
Serieus signaal over reclame voor receptgeneesmiddel richting publiek. Beklaagde berust in oordeel – klacht afgedaan met publicatie van de feiten en betaling kosten secretariaat.
Datum: 12-04-2017
Onderwerp: Onderscheid reclame / informatie
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Ongegrond
Lilly en Pfizer waren ten tijde van het indienen van de klacht beide in afwachting van de verlening van een handelsvergunning in de Europese Unie voor een nieuw geneesmiddel voor de behandeling van reumatoïde artritis (hierna: ”RA”).
Beide nieuwe geneesmiddelen, respectievelijk Olumiant (baricitinib) van Lilly en Xeljanz (tofacitinib) van Pfizer, zijn zogenaamde janus kinase- ofwel JAK-remmers. Bij RA wordt het ontstekingsproces (mede) in stand gehouden door cytokinen die via JAK-signalering, JAK pathways, ontstekingscellen activeren. Het werkingsmechanisme van de JAK-remmers is erop gericht de JAK pathways te blokkeren en daarmee de ontstekingen te onderdrukken.
Pfizer heeft in de loop van 2016 door middel van een advertentiecampagne de aandacht van Nederlandse beroepsbeoefenaren gevestigd op de rol die JAK pathways spelen in het proces van ontstaan van ontstekingen bij RA en op Pfizer’s betrokkenheid bij jarenlange research op dat terrein.
Het bezwaar van Lilly is met name dat in de context van de aanstaande registratie van de JAK-remmer van Pfizer, de uitingen van Pfizer verkleuren naar reclame. Tegen die achtergrond en door de combinatie van factoren wordt volgens Lilly indirect de link gelegd naar het toekomstige geneesmiddel van Pfizer. Dat acht Lilly in strijd met het verbod om reclame te maken voor een nog niet geregistreerd geneesmiddel (artikel 5.2.1.1 sub a).
Alhoewel de Commissie wel inziet dat Pfizer er een commercieel belang bij had om vooruitlopend op de naderende introductie van haar geneesmiddel bij beroepsbeoefenaren de aandacht te vestigen op de rol van JAK pathways bij de pathogenese van RA en op Pfizer’s betrokkenheid bij jarenlange research op dat terrein, acht de Codecommissie vanwege het ontbreken van verwijzingen naar tofacitinib of Xeljanz dan wel naar JAK-remmers in het algemeen het verband tussen de uitingen van Pfizer en het nieuwe geneesmiddel van Pfizer te ver verwijderd om aan de uitingen een aanprijzend karakter toe te kennen en de uitingen als reclame voor dat middel aan te merken.
De klacht wordt ongegrond verklaard.