Filter uitspraken
[fusion_widget_area name=”avada-slidingbar-widget-1″ title_size=”” title_color=”” hue=”” saturation=”” lightness=”” alpha=”” background_color=”” padding_top=”” padding_right=”” padding_bottom=”” padding_left=”” margin_top=”” margin_right=”” margin_bottom=”” margin_left=”” hide_on_mobile=”small-visibility,medium-visibility,large-visibility” class=”” id=”” /]

We werken nog aan het invoeren en bewerken van de weergave van de uitspraken.

Sorteren
[fusion_widget_area name=”avada-custom-sidebar-slidingbarwidgetarea3″ title_size=”” title_color=”” hue=”” saturation=”” lightness=”” alpha=”” background_color=”” padding_top=”” padding_right=”” padding_bottom=”” padding_left=”” margin_top=”” margin_right=”” margin_bottom=”” margin_left=”” hide_on_mobile=”small-visibility,medium-visibility,large-visibility” class=”” id=”” /]
  • Datum: 18-12-2020
    Onderwerp: Dienstverlening, Onderzoeken
    Instantie: Keuringsraad
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Positief

    De onderhavige vragen hebben betrekking op de vergoeding van werkelijk gemaakte kosten, die, zoals in de toelichting op artikel 6.3.3 is vastgelegd, moeten kunnen worden onderbouwd of anderszins aannemelijk moeten worden gemaakt in lijn met de guidance voor vergoedingen en tijdbesteding voor de uitvoering van niet-wmo-plichting onderzoek. Indien de doorberekening van kosten in lijn is met de guidance voor vergoedingen en tijdbesteding voor de uitvoering van niet-wmo-plichting onderzoek mag worden aangenomen dat deze vergoedingen redelijk zijn en derhalve toegestaan op grond van artikel 6.3.3 van de Gedragscode.

  • Datum: 30-10-2020
    Onderwerp: Wetenschappelijke prijzen
    Instantie: Keuringsraad
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Positief

    Beroepsbeoefenaren worden geselecteerd om voor een bijdrage in gastvrijheidskosten tijdens een wetenschappelijk congres in aanmerking te komen op basis van een competitie door middel van het indienen van een Case Study. De competitie ziet op een daadwerkelijke (in)directe verbetering van de zorg aan patiënten of de bevordering van de medische wetenschap. De objectiviteit en de onafhankelijkheid van de competitie zijn voldoende gewaarborgd. De uiteindelijke prijs betreft een bijdrage van € 500,- die volledig wordt besteed aan inschrijving voor een virtueel internationaal wetenschappelijk congres. Gezien de besteding en de omvang van de prijs, acht de CGR deze tevens in redelijke verhouding tot het doel van de betrokken competitie, waarmee de bijdrage aan de prijs door de vergunninghouder voldoet aan de voorwaarden uit art. 6.5.4 van de Gedragscode.

  • Datum: 30-06-2020
    Onderwerp: Vergelijkende reclame, Onderzoeken
    Instantie: Commissie van beroep
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Beroep: Uitspraak bekrachtigd

    Janssen is bij de Commissie van Beroep in beroep gekomen tegen de beslissing van de Codecommissie van 28 februari 2020, gegeven onder nummer K19.005 tussen Astellas als verzoekster en Janssen als verweerster. Janssen heeft twee gronden van beroep aangevoerd, waartegen Astellas gemotiveerd verweer heeft gevoerd.

    Janssen voert in haar beroepschrift aan dat de Codecommissie buiten de grenzen van de rechtsstrijd tussen partijen is getreden en voorts dat zij ten onrechte heeft geoordeeld dat de in casu relevante studie onvoldoende wetenschappelijke kwaliteit en overtuigingskracht heeft om de voorgenomen vergelijkende reclame te rechtvaardigen.

    De Commissie van Beroep gaat allereerst niet mee in het betoog van Janssen dat de Codecommissie buiten de rechtsstrijd van partijen is getreden, en verwijst daarbij naar verschillende onderdelen van het klaagschrift van Astellas.

    Voorts overweegt de Commissie van Beroep dat de effectiviteit of werking van een geneesmiddel van eminent belang is voor een beroepsbeoefenaar bij de keuze om een geneesmiddel voor te schrijven. Omdat reclame erop is gericht het voorschrijfgedrag van de arts te beïnvloeden ten gunste van het geneesmiddel waarop de uiting betrekking heeft, zal bij een vergelijkende claim tussen twee geneesmiddelen met een vergelijkbare indicatiestelling, deze claim in beginsel gebaseerd dienen te zijn op een wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van deze middelen.

    Dat gezegd hebbende, kan ook een observationele studie (zoals de studie in casu) in beginsel als wetenschappelijke onderbouwing van een vergelijkende claim dienen, wanneer aan de in de Gedragscode gestelde eisen wordt voldaan. De Commissie van Beroep is van oordeel dat de studie die hier aan de orde is de nodige kwaliteit en overtuigingskracht mist om de vergelijkende reclame te onderbouwen. Het betreft een niet rechtstreeks vergelijkende, prospectieve, niet gerandomiseerde observationele studie, waarbij het de vraag is of de onderzochte patiëntengroepen bij de start van de behandeling met een van beide middelen volledig vergelijkbaar waren, waarbij de studiepopulatie gedurende de studie drastisch afnam en waarvan de conclusies niet objectief meetbaar zijn. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat bovendien een rechtstreeks vergelijkende studie naar de werking en effectiviteit van beide geneesmiddelen ontbreekt, kan niet geoordeeld worden dat de vergelijkende reclame van Janssen voldoet aan de Gedragscode.

    De Commissie van Beroep bekrachtigt de beslissing van de Codecommissie.

  • Datum: 28-02-2020
    Onderwerp: Vergelijkende reclame, Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond

    De klacht van Astellas is gericht tegen leave behind van Janssen met de titel “’AQUARIUS’ REAL WORLD EVIDENCE IN MCRPC¹” en ondertitel “De effecten van abiraterone + prednisone en van enzalutamide op de kwaliteit van leven (cognitie, vermoeidheid en pijn) bij mCRPC patiënten.” In deze uiting wordt de tekst “De uitkomsten van de interim analyse tonen voor de AQUARiUS studie betere resultaten aan op vlak van cognitieve & vermoeidheidsgerelateerde eindpunten voor abiraterone + predison in vergelijking met enzalutamide. Deze resultaten zijn ook consistent met de bevindingen die na 3 maanden werden gerapporteerd.” gebruikt. Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van vergelijkende reclame. Astellas stelt zich op het standpunt dat de leave behind in strijd is met de Gedragscode, in het bijzonder de artikelen 5.2.2.3, 5.2.2.8 sub g en sub h jo. 5.2.2.9. Janssen voert gemotiveerd verweer.

    Gelet op hetgeen door Astellas is gesteld en het verweer van Janssen daarop ten aanzien van de factoren zoals vermeld in artikel 5.2.2.9 derde alinea onder b, c en d ter beoordeling van de wetenschappelijke kwaliteit en vierde alinea onder a, b, c en f ter beoordeling van de overtuigingskracht van de AQUARiUS studie alsmede hetgeen ter zitting door partijen naar voren is gebracht, is de Codecommissie er onvoldoende van overtuigd geraakt dat de AQUARiUS studie voldoende wetenschappelijke kwaliteit en overtuigingskracht heeft om de onderhavige vergelijkende reclameclaim te onderbouwen, te meer nu een direct vergelijkende studie naar de effectiviteit tussen Zytiga® en Xtandi® ontbreekt.

    Naar het oordeel van de Codecommissie is de uiting waarin Janssen voornemens is te verwijzen naar de publicaties over de interimresultaten van de AQUARiUS studie ter onderbouwing van de vergelijkende claim in strijd met de artikelen 5.2.2.8 sub g jo 5.2.2.9 van de Gedragscode. De overige klachtonderdelen zijn eveneens gegrond. De Codecommissie ziet niet de noodzaak om Janssen te bevelen een rectificatie te zenden aan beroepsbeoefenaren aan wie de uiting is verzonden of bij wie de uiting is achtergelaten.

  • Datum: 11-03-2019
    Onderwerp: Sponsoring, Wetenschappelijke prijzen
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Voorwaardelijk positief

    Het mogelijk maken van een wetenschappelijke prijs valt, in aanmerking nemend van tweetal restricties, onder artikel 6.5.1 onder c Gedragscode.

  • Datum: 13-03-2017
    Onderwerp: Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    De Codecommissie acht het niet ongepast dat aan deelnemende patiënten een beperkte vergoeding wordt gegeven voor hun bijdrage aan het onderzoek. Van beïnvloeding van het voorschrijfgedrag door het geven van een vergoeding aan patiënten voor deelname aan deze bijeenkomsten valt niet te vrezen. De Codecommissie acht het ongewenst de vergoeding te koppelen aan het aantal uren dat de patiënt kwijt is aan deelname aan het onderzoek. Ongeacht het aantal uren zou eenzelfde bedrag voor iedere patiënt op zijn plaats zijn.

  • Datum: 03-01-2017
    Onderwerp: Wetenschappelijke prijzen
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Voorwaardelijk positief

    Toetsing van een voorgenomen prijsvraag. Er is geen sprake van een onder gunstbetoon vallende financiële relatie als bedoeld in artikel 6.1.2 van de Gedragscode, temeer nu de vergoeding bestaat uit gastvrijheid die lijkt te voldoen aan paragraaf 6.4. Daarbij tekent de Codecommissie wel aan dat de in te zenden “abstracts’” en beoordeling door de jury ook daadwerkelijk in het beschreven teken zullen dienen te staan en de auteurs en juryleden zich daaraan derhalve - aantoonbaar schriftelijk - dienen te committeren.

  • Datum: 07-04-2016
    Onderwerp: Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Ingetrokken

    De wijze waarop beroepsbeoefenaren worden geselecteerd voor een wetenschappelijke studie dient te zijn gebaseerd op wetenschappelijke criteria en niet op basis van een verkoopbevorderend motief. De CGR heeft de klacht ingetrokken omdat Sanofi direct adequate maatregelen heeft getroffen nadat de overtreding van de Gedragscode was geconstateerd.

  • Datum: 26-08-2014
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame, Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Deels positief, deels negatief
  • Datum: 22-12-2010
    Onderwerp: Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Positief
  • Datum: 18-12-2007
    Onderwerp: Dienstverlening, Eisen aan informatie, Eisen aan reclame, Onderscheid reclame / informatie, Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Positief

    De vergunninghouder is voornemens een medewerkster met een verpleegkundige achtergrond in te zetten om artsen en patiënten te ondersteunen bij het gebruik van het geneesmiddel van de vergunninghouder, met name om hen te informeren over de juiste wijze van gebruik, de met het gebruik gepaard gaande risico’s en hoe die risico’s zoveel mogelijk te beperken. De Codecommissie komt tot de conclusie dat de dienst in de omschreven vorm en omvang niet als gunstbetoon is aan te merken. De dienst wordt bovendien beoordeeld als informatie en t.a.v. uitlatingen richting de beroepsbeoefenaren die in de praktijk moeten worden beschouwd als reclame zal de Gedragscode moeten worden nageleefd.

  • Datum: 05-05-2006
    Onderwerp: Geschenken, Wetenschappelijke prijzen
    Instantie: Keuringsraad
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Positief

    Om bij sponsoring van aan beroepsbeoefenaren uit te reiken prijzen onwenselijke beïnvloeding van het rationele voorschrijf- en aflevergedrag te vermijden zal er naar het oordeel van de Codecommissie in elk geval aan de volgende voorwaarden moeten worden voldaan:

    - de vergunninghouder mag het in het kader van de uit te reiken prijs toe te kennen bedrag uitsluitend ter beschikking stellen aan een collectief van beroepsbeoefenaren; - de vergunninghouder mag aan de terbeschikkingstelling van het geldbedrag voor de uitreiking van de prijs geen andere voorwaarden verbinden dan het verbinden van de naam van de vergunninghouder aan de naam van de prijs; - de prijs wordt toegekend door een door het collectief van beroepsbeoefenaren benoemde onafhankelijke jury, waarvan de leden geen binding hebben met de vergunninghouder die het voor de prijs benodigde geld ter beschikking stelt en die zelf in haar opvolging voorziet; - de nominatie van kandidaten voor het ontvangen van de prijs, de beoordeling van de relevante prestaties van de kandidaten en de toekenning van de prijs geschiedt door de hiervoor bedoelde jury zonder dat de vergunninghouder-sponsor enige invloed daarop uitoefent dan wel kan uitoefenen; en - de prijs dient slechts te worden toegekend voor prestaties die van betekenis zijn voor de uitoefening van de geneeskunde of de farmacie.

    Naar het oordeel van de Codecommissie lijkt er in het onderhavige geval aan bovenstaande voorwaarden te zijn voldaan. Voor de beoordeling maakt het geen verschil of de prijs zelf aan een individuele beroepsbeoefenaar dan wel aan een collectief van beroepsbeoefenaren wordt uitgereikt.

  • Datum: 21-03-2006
    Onderwerp: Eisen aan informatie, Eisen aan reclame, Onderzoeken, Samenkomsten in Nederland
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    Dit advies betreft de toetsing van een samenwerking tussen de farmaceutische bedrijven en de zorgaanbieders op grond van een convenant. De samenwerking vindt plaats op de volgende gebieden: (1) nascholing van artsen in samenwerking met de farmaceutische industrie en (2) onderzoek ter verbetering van de zorg voor specifieke groepen chronisch zieken (niet-WMO-plichtig onderzoek). De Codecommissie concludeert dat in het kader van dit project mede moet worden uitgaan van aanprijzing van geneesmiddelen. Door middel van het “bevoorrecht partnership” worden de zorgaanbieders verplicht om voor nascholing, niet-WMO-plichtig onderzoek en productinformatie uitsluitend gebruik te maken van de door de drie contracterende bedrijven aan te bieden diensten. Het advies van de Codecommissie over de voorgestelde contracten luidt negatief en partijen wordt geadviseerd om in elk geval op het punt van de exclusiviteit ingrijpende veranderingen aan te brengen.

  • Datum: 29-04-2005
    Onderwerp: Bonussen en kortingen, Geschenken, Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 12-05-2004
    Onderwerp: Bonussen en kortingen, Geschenken, Onderzoeken, Samenkomsten in Nederland
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: (Deels) gegrond
  • Datum: 09-01-2004
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame, Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Advies
    Uitspraak: Negatief

    Het betreft hier de vraag wanneer een publicatie van onderzoeksresultaten in een tijdschrift als “peer-reviewed” kan worden beschouwd en wanneer de publicatie bruikbaar is als één van de twee studies inzake het “twee studies criterium” voor rechtstreeks vergelijkende reclame. Voor het oordeel of sprake is van een ‘peer review’ is derhalve van belang de vraag of de beoordeling heeft plaatsgevonden door degenen die, door de betreffende beroepsgroep en gezien de aard van het onderwerp, worden beschouwd als gezaghebbend en die behoren tot de leiders binnen hun vakgebied. Zij dienen daartoe ten minste te beschikken over adequate kennis van de laatste stand van de wetenschap (state of the art). Bovendien zal voor een peer review noodzakelijk zijn dat de beoordeling heeft plaatsgevonden met gebruikmaking van een deugdelijke procedure, waardoor het resultaat de wetenschappelijke toets der kritiek kan doorstaan. In dat geval was geen sprake van een peer-reviewed publicatie.

    Om als studie in het kader van het zogeheten “twee studies criterium” te kunnen worden aanvaard, zal van publicatie in een gezaghebbend medium sprake moeten zijn. De Codecommissie komt tot het oordeel dat het tijdschrift “Modern Medicine” niet als een gezaghebbend medium kan worden aangemerkt.

  • Datum: 14-01-2003
    Onderwerp: Eisen aan reclame, Onderzoeken
    Instantie: Codecommissie
    Type uitspraak: Klacht
    Uitspraak: Ongegrond