Filter uitspraken
We werken nog aan het invoeren en bewerken van de weergave van de uitspraken.
Sorteren
Datum: 02-11-2010
Onderwerp: Vergelijkende reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Deels positief, deels negatief
Dit advies betreft de toelaatbaarheid van een vergelijkende claim in een detail-aid die rayon managers zullen gebruiken in hun gesprek met artsen ter promotie van een geneesmiddel. De Commissie oordeelt dat het toelaatbaar is mits een aantal onderdelen worden geschrapt en de beroepsbeoefenaar ook een kopie van het volledige artikel waarop de claim gebaseerd is ontvangt.
Datum: 19-02-2010
Onderwerp: Vergelijkende reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Deels positief, deels negatief
Dit advies betreft de toelaatbaarheid van een claim in een reclame-uiting van een vergunninghouder betreffende een recept-geneesmiddel. Het advies luidt deels positief, deels negatief.
Datum: 29-02-2008
Onderwerp: Vergelijkende reclame, Onderscheid reclame / informatie, Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
Het aan de Codecommissie voorgelegde artikel geeft een overzicht van de bij het stoppen met roken gehanteerde methoden, variërend van de inzet van nicotinevervangende middelen en van een drietal recept-geneesmiddelen tot verschillende vormen van professionele ondersteuning bij het stoppen met roken. De opdrachtgever voor het artikel is een zorgverzekeraar. De Codecommissie stelt zich op het standpunt dat de wijze waarop de drie UR-geneesmiddelen in het artikel verder worden gepresenteerd en onderling worden vergeleken als (verboden) publieksreclame moet worden aangemerkt.
Datum: 20-02-2008
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame, Onderscheid reclame / informatie
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
De aanvraag betreft een schrijven van een vergunninghouder aan beroepsbeoefenaren over een prijsdaling van een geneesmiddel en vergelijkt dit met de prijs van een ander geneesmiddel. De Codecommissie concludeert dat de vergunninghouder in de voorgenomen mailing het beeld oproept dat de twee producten onderling vergelijkbaar zijn, maar daarvoor ontbreekt elke medische onderbouwing. Indien niet is aangetoond dat de verschillende met elkaar vergeleken geneesmiddelen wat betreft hun essentiële eigenschappen, zoals effectiviteit en duur van de behandeling, daadwerkelijk medisch-wetenschappelijk vergelijkbaar zijn, kan van een zuivere prijsvergelijking geen sprake zijn (aldus CvB d.d. 10 juni 2002 inzake Byk – Janssen Cilag). Er is alleen een verkorte productinformatie van één van beide producten (medicijn A) overgelegd, maar deze kan voor een onderbouwing niet voldoende zijn, reeds omdat deze tekst alleen betrekking heeft op één geneesmiddel en niet op enigerlei vergelijking van meerdere producten. Derhalve is het oordeel negatief.
Datum: 05-12-2007
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
Instantie: Commissie van beroep
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: Beroep: Uitspraak deels bekrachtigd, deels vernietigd
1. MSD heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de Codecommissie van 16 augustus 2007, gegeven tussen Novartis als klaagster en MSD als verweerster. Het beroep beperkt zich inhoudelijk tot de in vier mailings neergelegde claims ”Krachtige bloeddrukdaling en méér”, “25% risicoreductie voor CVA”, “13% risicoreductie voor CV-sterfte, MI en CVA” (zie hierna onder 3) en “Cozaar Plus 100/12,5 biedt u een logische vervolgstap na Cozaar 100 (losartan, MSD) indien additionele bloeddrukdaling gewenst is.” (zie hierna onder 4) Deze claims zijn door de Codecommissie in strijd met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame geoordeeld. Ten aanzien van de claim “logische vervolgstap” is de beslissing van de Codecommissie vernietigd. Ten aanzien van de andere hiervoor genoemde claims is de beslissing bekrachtigd.
2. Er is een spoedeisend belang bij behandeling in kort geding aangenomen ofschoon de reclame-uitingen al enige tijd geleden waren verspreid.
3. De mailings zijn verspreid ter introductie van Cozaar Plus. Daarin wordt ook het geneesmiddel Cozaar genoemd. Direct onder die vermelding zijn de bewuste claims vermeld. Op die wijze wordt op zijn minst de suggestie gewekt dat de risicoreducties ook voor Cozaar Plus gelden. Bij de vraag of de resultaten van de LIFE-studie zonder meer naar Cozaar Plus mogen worden geëxtrapoleerd, heeft de Codecommissie de juiste maatstaf gehanteerd (geclaimde werking geneesmiddel moet overtuigend kunnen worden aangetoond aan de hand van concreet (empirisch) wetenschappelijk onderzoek). De in de LIFE-studie genoemde risicoreducties zijn de overall resultaten met betrekking tot de totale studiepopulatie in de losartan groep. Patiënten binnen die groep zijn met verschillende doseringen losartan, al dan niet in combinatie met (verschillende doseringen) HCTZ behandeld. De LIFE-studie noemt geen resultaten met betrekking tot risicoreducties voor de afzonderlijke categorieën toegepaste doseringen. Omdat denkbaar is dat behandelingen met verschillende combinaties tot andere eindresultaten leiden, kan met de LIFE-studie de juistheid van de claims niet worden aangetoond. De claims kunnen ook niet aan de hand van de 1B-tekst worden onderbouwd. De beslissing van de Codecommissie wordt op dit onderdeel bekrachtigd.
4. Bij taalkundige benadering is de claim in overeenstemming met de 1B-tekst van Cozaar Plus. Uit de andere 1B-teksten van de geneesmiddelen uit de “Cozaar familie” blijkt niet dat de patiënt van Cozaar 100 mg kan worden opgetitreerd naar een ander geneesmiddel uit de “Cozaar-familie” dan Cozaar Plus. De enige vervolgstap op Cozaar is Cozaar Plus. Het is niet aannemelijk dat beroepsbeoefenaren door de claim zullen worden misleid, althans dat zij een onjuist beeld zullen krijgen van de opbouw van het pakket geneesmiddelen binnen de Cozaarfamilie. De claim wekt geenszins de suggestie dat aan een behandeling met Cozaar Plus steeds een behandeling met Cozaar vooraf gaat en laat de variant van een voorafgaande behandeling met Hyzaar 50/12,5 mg volledig open. De stelling dat de claim duidelijkheid dient te verschaffen omtrent de plaats van Cozaar Plus in het totale behandelarsenaal van de arts, vindt geen steun in de regelgeving met betrekking tot geneesmiddelenreclame. De beslissing van de Codecommissie wordt op dit onderdeel vernietigd.
Datum: 20-07-2007
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame, Publieksreclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
Norgine richt in conventie haar klacht (K07.007) tegen een in het Gastro Results Today gepubliceerde artikel “Verschil in smaak tussen Movicolon en Forlax”, de detail aid voor Forlax en Forlax Junior en een wachtkamerboek. Naar het oordeel van de Codecommissie dient het artikel in de GRT als (vergelijkende) reclame van Zambon c.s. voor haar geneesmiddel Forlax te worden beschouwd. Gelet op de nauwe (financiële) betrokkenheid van Zambon en Ipsen bij de totstandkoming en de verspreiding van het artikel is de Codecommissie van oordeel dat Zambon en Ipsen hiervoor verantwoordelijk zijn. Zambon en Ipsen hebben voorts niet voldaan aan het twee studiescriterium ter onderbouwing van haar vergelijkende claims. De detail aid voor Forlax is in strijd met artikel 5.8 sub van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame, omdat afbreuk wordt gedaan aan de waarde van andere geneesmiddelen. Tot slot oordeelt de Codecommissie het wachtkamerboek is in strijd met artikel 10 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame juncto artikel 3 van de Code voor de Publieksreclame voor Geneesmiddelen. De Codecommissie is van mening dat Zambon en Ipsen mede verantwoordelijk zijn voor de inhoud van het wachtkamerboek, nu vaststaat dat het wachtkamerboek mede mogelijk wordt gemaakt door Forlax. De klacht van Norgine is gegrond.
Zambon en Ipsen hebben hun klacht in reconventie (K07.009) ter zitting ingetrokken.
Datum: 27-06-2007
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Advies
Uitspraak: Negatief
Gezien het voorgaande baseert X haar verzoek kennelijk uitsluitend op het argument dat reclame wetgeving niet in de weg zou mogen staan aan het actief verstrekken van informatie aan oncologen over de behandelingsmogelijkheden met A aan de hand van een vergelijking met B op basis van de resultaten van de Y studie, welke informatie van levensbelang zou zijn voor patiënten. De Codecommissie is evenwel van mening dat dit argument geen grond vormt om in het onderhavige geval een uitzondering op het “twee-studies criterium” te maken.
Datum: 02-05-2007
Onderwerp: Vergelijkende reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond
De klacht van GSK heeft betrekking op de claim “SMART is effectiever op exacerbatiereductie dan traditionele combinatietherapie”, zoals gebruikt in een brochure van AZ voor haar geneesmiddel Symbicort Turbuhaler 200/6 en de Symbicort SMART behandelmethode. De Codecommissie is van oordeel dat voornoemde claim dient te worden aangemerkt als vergelijkende reclame tussen Symbicort SMART/Symbicort Turbuhaler 200/6 en Seretide van GSK. De Codecommissie komt tot het oordeel dat de claim ten tijde van de verspreiding van de brochure – omstreeks januari 2007 - onvoldoende controleerbaar en onvoldoende onderbouwd was, hetgeen in strijd is met artikel 5.3 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De Codecommissie komt voorts tot het oordeel dat de claim ten tijde van de verspreiding van de brochure niet is gestaafd en niet kon worden gestaafd met twee rechtstreeks vergelijkende studies als bedoeld in het twee-studiescriterium, zodat sprake is van strijd met artikel 5.8 van de Code. Het is de Codecommissie daarnaast gebleken dat ten tijde van de zitting de claim door AZ is onderbouwd door twee rechtstreeks vergelijkende studies, zodat aldus is voldaan aan het twee-studiescriterium.
De Codecommissie heeft expliciet opgemerkt dat het onaanvaardbaar is en tevens in strijd met de Gedragscode om vergelijkende claims op voorhand in reclame-uitingen te hanteren in afwachting van nog te publiceren studieresultaten.
Datum: 04-11-1999
Onderwerp: Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame
Instantie: Codecommissie
Type uitspraak: Klacht
Uitspraak: (Deels) gegrond