AA06.031 Sponsoring congres
Op 20 september 2006 is het volgende advies (A06.031) gegeven.
1. Het verzoek van de aanvrager (A):
A heeft onlangs een verzoek ontvangen van X tot sponsoring van het X Congres te houden in oktober. Het is een tweedaags programma, dat in een bijlage bij het verzoek nader is omschreven. Het omvat een “wetenschappelijke dag”, gevolgd door een feestavond, en een “verenigingsdag”.
De wetenschappelijke dag staat in het teken van een bepaald wetenschappelijk onderwerp, met lezingen en een lunchprogramma met optionele workshops, een jaarrede van de voorzitter van X en de uitreiking van prijzen. Het programma wordt door X als volgt toegelicht: “Met de keuze van het thema voor de najaarsdag beoogt de Programmacommissie Wetenschappelijke Bijeenkomsten een bijdrage te leveren aan de benodigde kennisontwikkeling. Topsprekers uit Nederland en Engeland zullen niet alleen de mogelijkheden maar ook de te verwachten problemen belichten bij het implementeren van wetenschappelijk onderwerp x in de x praktijk. Tevens zullen additionele ontwikkelingen op gebied x de revue passeren. Voor belangstellenden bestaat de mogelijkheid om tijdens de lunchpauze deel te nemen aan workshops op het gebied van beleid & ethiek en economie van x. Met een geaccrediteerde kennistest vooraf en achteraf zullen we de effectiviteit van de kennisoverdracht toetsen.”
De feestavond begint om 18.30 uur en omvat live muziek, dansen, cabaret, een maaltijd en dranken, af te sluiten met een after party vanaf 22.30 uur.
Daags na de wetenschappelijke dag vindt de verenigingsdag plaats, waarop beleidsvragen, alsmede politieke en huishoudelijke kwesties aan bod zullen komen.
A heeft zich bij X aangemeld voor de huur en het gebruik van standruimte in het congresgebouw, alwaar zij zich aan de congresdeelnemers zal presenteren (volgens de opgave 24 m2 à € 435,– per m2 excl. BTW ofschoon uit de omschrijving het dubbele aantal vierkante meters is af te leiden, te weten 8x3x2, derhalve voor totaal € 20.880,–). Voorts biedt X de volgende mogelijkheden van sponsoring aan:
– aankleding congreszaal;
– adverteren in het congresmagazine A4, oplage 7500;
– congrestas;
– artikel in de congrestas;
– overige (nader door inschrijver op te geven).
Prijzen afhankelijk van vorm en uitvoering, aldus X.
A verzoekt om advies over de toelaatbaarheid van sponsoring, met enkele subvragen die hieronder nog aan bod zullen komen.
2. Het oordeel van de Codecommissie:
In dit geval is aan de orde het voorgenomen sponsoren van een congres van beroepsbeoefenaren. Hiervoor geldt de eis dat vergunninghouders er zorg voor dragen dat het verlenen van gastvrijheid in dat kader binnen redelijke perken blijft en ondergeschikt is aan het met de samenkomst beoogde doel (artikel 12 van de Gedragscode zoals dit luidt sinds 1 april 2005), welke eis nader is uitgewerkt en toegelicht in de “Uitwerking Normen Gunstbetoon”.
De Codecommissie neemt er kennis van dat het programma van het congres bestaat uit een drietal onderling zeer van elkaar verschillende onderdelen, te weten een wetenschappelijk georiënteerd programma gedurende de eerste dag (overdag), een feestavond en een verenigingsdag met onder meer politieke en huishoudelijke onderwerpen; zie de hierboven reeds vermelde details. De Codecommissie leidt uit de beschrijving af dat het programma niet in de eerste plaats als wetenschappelijke scholing van beroepsbeoefenaren is bedoeld maar dat het congres vooral beoogt om zich als vereniging te presenteren en te manifesteren ten behoeve van de leden der vereniging (en daarnaast ook via publiciteit buiten de kring van de leden). In dit verband moet worden vooropgesteld dat in het kader van de toepassing van de Gedragscode en de toetsing van de plannen tot sponsoring aan die code geen onderverdeling kan worden gemaakt; met andere woorden, de voorgestelde sponsoring zal zichtbaar zijn op, en heeft dus noodzakelijkerwijze betrekking op, het gehele congres en niet slechts op een of meer onderdelen daarvan. Daarvan zal dan ook in het hierna volgende worden uitgegaan. Hiermee is ook een van de subvragen van verzoekster beantwoord.
De Codecommissie is van oordeel dat het congres als geheel niet is aan te merken als een wetenschappelijke bijeenkomst in de zin van artikel 7 van de Uitwerking Normen Gunstbetoon. Allereerst is het hoofddoel van de bijeenkomst niet van wetenschappelijke aard maar, zoals hiervoor al is overwogen, is zij vooral een manifestatie van de vereniging als zodanig. Met name is de bijeenkomst niet in de eerste plaats bedoeld als wetenschappelijke scholing van de deelnemers. Bovendien omvat het wetenschappelijk gedeelte minder dan de helft van het totale programma van het congres. De Codecommissie wenst door deze overwegingen overigens volstrekt niet af te doen aan het wetenschappelijk niveau van het programma van de eerste dag; deze overwegingen gelden immers ook in geval van een zeer hoog niveau.
Bij dit alles komt dat de door A gegeven informatie onvoldoende is om de bijeenkomst te kunnen toetsen aan de eisen van artikel 7 voornoemd, met name waar het gaat om de inhoud van het programma, de keuze van sprekers en hun eventuele banden met farmaceutische bedrijven, en de vraag of het programma voorziet in een onafhankelijke informatiebehoefte bij beroepsbeoefenaren.
Een en ander brengt mee dat de bijeenkomst moet worden aangemerkt als een manifestatie zoals bedoeld in artikel 9 van de Uitwerking Normen Gunstbetoon, voor welke bijeenkomsten geldt dat de voor rekening van de vergunninghouder komende kosten niet meer mogen bedragen dan € 50 per keer. Nu aan deze eis in dit geval niet wordt voldaan (althans dit lijkt duidelijk uit de verstrekte informatie te volgen), moet het oordeel luiden dat de voorgestelde sponsoring niet strookt met de regelgeving in en krachtens de Gedragscode Geneesmiddelenreclame.
Hierbij wordt aangetekend dat in sommige gevallen sprake kan zijn van dienst en wederdienst waarop de regels van gunstbetoon niet steeds noodzakelijk van toepassing behoeven te zijn. Aannemende bijvoorbeeld dat marktconforme tarieven worden gehanteerd voor standhuur en advertenties, zullen deze onder omstandigheden als betaalde reclame-uitingen in de gebruikelijke zin en niet als gunstbetoon kunnen worden aangemerkt.
A verzoekt tenslotte nog antwoord op de vraag of het in dit verband van belang is of de deelnemende beroepsbeoefenaren een eigen bijdrage betalen die volledig kostendekkend is (met mededeling dat dit in casu niet het geval lijkt te zijn). Uit het bovenstaande blijkt reeds dat in de eerste plaats beslissend is de vraag hoe de bijeenkomst moet worden gekwalificeerd. Is sprake van een wetenschappelijke bijeenkomst, dan gelden de criteria genoemd in artikel 8 van de Uitwerking Normen Gunstbetoon, zoals – kort samengevat – het maximum van € 500 per keer ofwel 50% van alle kosten voor rekening van de deelnemer; valt evenwel de bijeenkomst onder de categorie “overige bijeenkomsten”, dan geldt het maximum van € 50 per keer. De vraag of, los daarvan, de eigen bijdrage voor één bepaald onderdeel van het programma zoals de feestavond al of niet kostendekkend is, is daarbij in beginsel niet ter zake doende.
3. Kosten:
De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten separaat aan A in rekening zullen worden gebracht.
ID:
AA06.031
Onderwerp(en):
Samenkomsten in Nederland
Type beoordeling:
Advies
Uitspraak:
Negatief
Instantie:
Codecommissie
Datum uitspraak:
20-09-2006