AA07.041 Richtlijn geschenken
Op 21 augustus 2007 is het volgende advies (A07.041) gegeven.
1. Het verzoek:
X heeft een interne richtlijn opgesteld die zij op korte termijn wil gaan gebruiken bij het verstrekken van geschenken die in medisch opzicht van betekenis zijn voor de beroepsuitoefening van artsen. Deze richtlijn houdt in dat bedoelde geschenken de waarde van € 50 niet te boven mogen gaan, met een maximum van € 150 per beroepsbeoefenaar, per therapeutische klasse en per bedrijf op jaarbasis.
X wil graag vernemen of zij hiermee in overeenstemming met de op dit punt geldende regelgeving zal handelen.
2. De beoordeling:
In artikel 18 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame is bepaald dat vergunninghouders zich met betrekking tot beroepsbeoefenaren onthouden van het aanbieden van geschenken in welke vorm dan ook. Op deze regel maakt artikel 21 een uitzondering. Hierin is bepaald dat geschenken die een geringe waarde hebben en tevens van betekenis zijn voor de uitoefening van de geneeskunde of de farmacie van het bepaalde in artikel 18 zijn uitgezonderd. Wat onder geschenken met een geringe waarde moet worden verstaan, is bepaald in de Uitwerking normen gunstbetoon artikelen 12 en 13, 16 t/m 22 Gedragscode Geneesmiddelenreclame. In punt A is terzake bepaald dat het geven en ontvangen van geschenken toegestaan is mits dit geschenk van geringe waarde is en van betekenis kan zijn voor de beroepsuitoefening. Onder een geschenk van geringe waarde wordt verstaan een geschenk met een waarde van niet meer dan € 50 per keer, met een maximum van € 150 per jaar. Deze bedragen gelden per beroepsbeoefenaar, per bedrijf en per therapeutische klasse. De waarde van een geschenk wordt bepaald aan de hand van de winkelwaarde inclusief BTW.
Uit het bovenstaande volgt dat de richtlijn die X heeft opgesteld in overeenstemming is met de regelgeving op dit punt.
X lijkt tevens te willen vernemen of de bedoelde geschenken door iedere vertegenwoordiger zoals ook een werknemer die zich met de verkoop van producten bezig houdt, zullen mogen worden verstrekt. De Gedragscode noch de Uitwerking bevat hieromtrent enige bepaling. De Codecommissie leidt hieruit af dat het er niet om gaat welke vertegenwoordiger van X het geschenk zal verstrekken, maar dat doorslaggevend is dat X zich aan de genoemde regelgeving houdt.
Een en ander betekent dat de Codecommissie een positief advies kan geven.
3. De kosten:
De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten aan X separaat in rekening zullen worden gebracht.
Aldus gedaan te Gouda op 21 augustus 2007 door mr. P.A. Offers, voorzitter.
ID:
AA07.041
Onderwerp(en):
Geschenken
Type beoordeling:
Advies
Uitspraak:
Positief
Instantie:
Codecommissie
Datum uitspraak:
21-08-2007