Op 16 juli 2008 is het volgende advies (A08.051) gegeven.

1. Het verzoek van X:

X Nederland heeft het voornemen samenwerkingsverbanden van beroepsbeoefenaren te ondersteunen en het verkrijgen van tijdelijke toegang tot een (extra) Y-meter ter verbetering van de kwaliteit van de diagnose en behandeling van Z (‘project’).

Onder samenwerkingsverbanden verstaat X Nederland zowel formele, als informele verbanden van de bovengenoemde beroepsbeoefenaren: rechtsvormen, zoals maatschappen en stichtingen, maar ook afdelingen (zoals een polikliniek W) en groepen van samenwerkende beroepsbeoefenaren. Kernzaak voor X Nederland is dat aan de zijde van de ontvanger van de sponsoring meer dan één beroepsbeoefenaar zich verantwoordelijk stelt.

De Y-meter die in bruikleen wordt aangeboden is de A, die wordt geleverd door een derde, B. Het apparaat is een gevalideerde meter, die bestaat uit een aantal (in de aanvraag met name genoemde) onderdelen, met een totale waarde van € 2.880 incl. BTW.

Het zijn uitsluitend de beroepsbeoefenaren die zullen beschikken over de in te voeren patiëntgegevens en die beslissen over het gebruik van de Y-meter. Er zal een bruikleenovereenkomst schriftelijk worden vastgelegd, volgens het aan de Codecommissie aangeboden concept, waarvan de maximale duur 2 jaar is. Na afloop van de overeengekomen termijn wordt de Y-meter bij de beroepsbeoefenaren opgehaald.

X stelt dat metingen met dit apparaat de kwaliteit van de diagnose en behandeling kunnen verbeteren. Het gebruik behoort nog niet tot de reguliere zorg in de eerste lijn, mede in verband met de aankoopkosten ervan. In ziekenhuizen gebeurt de aanschaf ten laste van het ziekenhuisbudget, maar uitsluitend indien en wanneer er geldmiddelen beschikbaar zijn. Met het onderhavige voorstel kan service worden verleend aan artsen die een actieve rol spelen in de zorg voor Z-patiënten.

X is van mening dat het project voldoet aan de Gedragsregels Sponsoring en verzoekt de Codecommissie om een oordeel hierover, met inachtneming van vertrouwelijkheid in verband met concurrentieoverwegingen.

2. Het oordeel van de Codecommissie:

In de Gedragscode Geneesmiddelenreclame is bepaald, kort gezegd en voor zover hier van belang, dat vergunninghouders zich onthouden van het aanbieden van geschenken of andere voordelen in geld of natura, en van ieder handelen of nalaten waardoor beroepsbeoefenaren zich op onoorbare wijze tegenover de ondernemingen verplicht zouden voelen. In aansluiting hierop, en deels in afwijking hiervan, zijn de Gedragsregels Sponsoring (hierna: de Gedragsregels) vastgesteld waarbij zekere vormen van bevoordeling onder strikte voorwaarden zijn toegestaan.

In het onderhavige geval is sprake van het aanbieden van geldelijk voordeel – te weten op geld waardeerbare ondersteuning door middel van het kosteloos gebruik van een Y-meter – aan samenwerkingsverbanden van beroepsbeoefenaren, in casu artsen. Daarmee valt het project onder de begripsomschrijving van sponsoring in de Gedragsregels. Bezien moet worden of het project ook voor het overige aan de Gedragsregels voldoet.

Voorgesteld wordt het gebruik aan te bieden aan samenwerkingsverbanden zoals hierboven omschreven. Niet gesteld of gebleken is dat het aanbod ook aan individuele beroepsbeoefenaren zal worden gedaan.

Krachtens de Gedragsregels is sponsoring als deze toegestaan indien aannemelijk wordt gemaakt dat wordt voldaan aan de drie in artikel 5.1 omschreven doelstellingen. De Codecommissie stelt in dit verband vast dat aannemelijk is dat het voorgestelde project betrekking heeft op kwaliteitsverbeterende activiteiten en op verbetering van de zorg aan patiënten. Het ligt immers voor de hand dat patiënten gebaat zijn bij de mogelijkheid dat hun het gebruik van een Y-meter wordt aangeboden. Ook acht de Codecommissie aannemelijk dat de aanschaf van deze apparatuur in veel gevallen – met name in kleine praktijken – niet op andere wijze kan worden gefinancierd, althans gelet op andere prioriteiten niet door die praktijken pleegt te worden gefinancierd. Ook voor het overige moet worden aangenomen dat aan de eisen van de Gedragsregels wordt voldaan; zo wordt met name de onafhankelijkheid van de beroepsbeoefenaren niet aangetast.

Tenslotte constateert de Codecommissie dat de apparatuur na afloop bij de beroepsbeoefenaren wordt opgehaald. Daaruit mag worden afgeleid dat geen mogelijkheid zal worden geboden dat dezen de apparatuur – al dan niet in eigendom – permanent behouden. De Codecommissie acht deze beperking op haar plaats.

Dit alles overziende meent de Codecommissie dat het advies in alle opzichten positief kan luiden.

De Codecommissie maakt ten overvloede nog een enkele opmerking over de voorgestelde bruikleenovereenkomst. Onder meer wordt daarin bepaald dat de beroepsbeoefenaar garandeert dat niet in strijd wordt gehandeld met de wet- en regelgeving op het gebied van de geneesmiddelenreclame. Het komt de Codecommissie voor dat het juist op de weg van X als initiërende vergunninghouder ligt om zulk een garantie aan de wederpartij te verstrekken.

3. De kosten:

De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten aan X separaat in rekening zullen worden gebracht.

Aldus gedaan te Gouda op 16 juli 2008 door mr. M. de Boer, voorzitter.