ADVIES (AA13.100) van de Codecommissie op het verzoek van [X], van 26 november 2013 op de voet van artikel 59 van het Reglement van de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de voorzitter van de Codecommissie.

De Codecommissie heeft kennis genomen van de adviesaanvraag van [de heer Y], medical advisor, namens [X].

1. Het verzoek van [X]

[X] wenst een algemeen en uitvoerig adviesoordeel over het geven en ontvangen van geschenken volgens de huidige Gedragscode en de geldende Uitwerking Normen gunstbetoon van de artikelen 12, 13, 16 tot en met 22 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame en voor de wijzigingen die ingaan per 1 januari 2014, dit laatste in het licht van de EFPIA Gedragscode.

[X] licht haar adviesaanvrage toe met een zestal algemene vragen van verschillend karakter.

2. De beoordeling door de Commissie

[X] kan niet in haar adviesaanvraag worden ontvangen.

Blijkens artikel 59 van het Reglement van de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting CGR kan iedere belanghebbende de Codecommissie verzoeken een advies te geven omtrent de verenigbaarheid van een eigen (voorgenomen) handelen of nalaten met de bepalingen van de Gedragscode of de geest en de strekking daarvan.

In het licht van wijzigende inzichten omtrent de toelaatbaarheid van geschenken aan beroepsbeoefenaars zijn de door [X] gestelde vragen goed te begrijpen.

Geen vraag ziet echter op een daadwerkelijk (voorgenomen) handelen van [X] met betrekking tot één of meer geschenken aan één of meer beroepsbeoefenaren.

Daarop stuit het verzoek reeds af.

De aanvraag heeft bovendien door de veelheid uiteenlopende vragen een zodanig karakter of omvang en de behandeling van de aanvraag zou moeten leiden tot een zodanig diepgaand materieel onderzoek dat de adviesprocedure zich daartoe niet leent. Derhalve neemt de voorzitter ook op grond van artikel 62 lid 1 van voormeld Reglement de adviesaanvraag van [X] niet in behandeling.

Tenslotte adviseert de voorzitter [X] haar vragen voor te leggen aan het bestuur van de Stichting CGR, dat, indien zij dat nodig of wenselijk zou achten, naar aanleiding van de vragen van [X] een nadere toelichting kan geven.

3. Beslissing

De voorzitter verklaart [X] op grond van artikel 59 Reglement van de Codecommissie en Commissie van Beroep van de Stichting CGR niet ontvankelijk in haar verzoek om advies en beslist voorts dat de adviesaanvraag van [X], ook indien zij wel ontvankelijk is, niet in behandeling wordt genomen op grond van het bepaalde in artikel 62 lid 1 van dat Reglement.

4. De kosten

De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten aan verzoekster separaat in rekening zullen worden gebracht.

Aldus gedaan te Amsterdam, 11 december 2013 door mr. J.A.J. Peeters, voorzitter.