ADVIES (AA16.002) van de Codecommissie op het verzoek van [X] op de voet van artikel 59 van het Reglement van de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de voorzitter van de Codecommissie.

De Codecommissie heeft kennis genomen van de adviesaanvraag van [X] van 11 januari 2016 en van de nadien nog verstrekte informatie.

1. De aanvraag
Verzoekster heeft samen met [bedrijf Y] een [serious game Z] ontwikkeld. Het doel hiervan is om via een geaccrediteerde nascholing in de vorm van een serious game beter inzicht te bieden in het perspectief van de verschillende belanghebbenden. Het is de bedoeling verschillende belanghebbenden binnen een regio de game samen te laten spelen, waardoor zij de belangen van de ander ervaren en er meer inzicht en vertrouwen ontstaat. Het geeft tevens inzicht waarom het noodzakelijk is processen anders in te richten ten behoeve van verbeterde patiëntenzorg. De uitgangspunten van de game zijn gebaseerd op de [doelstellingen A] – klantervaring/tevredenheid, kwaliteit van zorg en kosten voor de maatschappij. De game dient als vertrekpunt om samen na te denken over innovatieve oplossingen voor de toekomst en een betere ketenzorg te bieden voor de [patiënt B].

Verzoekster is voornemens deze game kosteloos aan te bieden en is betrokken bij de voorbereiding, uitvoering en follow-up. Zij vraagt toetsing aan de Code Geneesmiddelenreclame.

2. De beoordeling
In de Code zijn in paragraaf 6.5 bepalingen opgenomen met betrekking tot sponsoring van projecten. De Codecommissie zal het door verzoekster ontwikkelde plan hier aan toetsen.

Onder sponsoring wordt in deze verstaan het door een vergunninghouder verlenen van financiële dan wel anderszins op geld waardeerbare ondersteuning, met of zonder tegenprestatie, aan beroepsbeoefenaren, samenwerkingsverbanden van beroepsbeoefenaren en/of instellingen waar beroepsbeoefenaren in participeren dan wel werkzaam zijn. In artikel 6.5.3 is bepaald dat het verlenen van financiële ondersteuning dan wel anderszins op geld waardeerbare ondersteuning aan individuele beroepsbeoefenaren niet is toegestaan behoudens in een viertal nader omschreven gevallen. Eén daarvan ziet op het verlenen van gastvrijheid. Er moet dan gehandeld worden in overeenstemming met paragraaf 6.4 van de Code. In deze paragraaf is bepaald dat vergunninghouders er bij het verlenen van gastvrijheid aan beroepsbeoefenaren in het kader van bijeenkomsten en manifestaties zorg voor dragen dat de gastvrijheid binnen redelijke perken blijft, strikt beperkt blijft tot het met de bijeenkomst of manifestatie beoogde doel en zich niet uitstrekt tot anderen dan de deelnemers aan het inhoudelijke gedeelte van de bijeenkomst of manifestatie. Voorts moeten deze op een passende locatie plaats vinden.

In de Code worden verschillende normen gehanteerd voor bijeenkomsten en voor manifestaties. Het is daarom van belang eerst na te gaan waar in deze van uit kan worden gegaan. Van een bijeenkomst is onder andere sprake indien de inhoud van de bijeenkomst door een wetenschappelijke vereniging of een van de farmaceutische industrie onafhankelijke en door de betrokken beroepsgroep erkende instantie als wetenschappelijk is
aangemerkt. Uit de nadere gegevens die verzoekster heeft verstrekt, blijkt dat accreditatie is verleend door [wetenschappelijke verenigingen C, D, E en F]. Voorts is accreditatie nog in behandeling bij [wetenschappelijke verenigingen G en H]. Nu al door een aantal wetenschappelijke verenigingen accreditatie is verleend, zal de Codecommissie er in het navolgende van uit gaan dat van een bijeenkomst kan worden uitgegaan.

Er zal vervolgens moeten worden nagegaan of de gastvrijheid binnen redelijke perken blijft. Uit het overzicht van de kosten van het project kan worden afgeleid dat de kosten wegens gastvrijheid die aan de deelnemers vergoed zullen worden, van zeer beperkte omvang zijn. Er is sprake van € 20,00 per persoon bij [bedrijf Y] en van enkele verdere kosten voor catering bij de twee vervolgbijeenkomsten. De Codecommissie wil op grond van deze – overigens beperkte – informatie aannemen dat de voor rekening van de vergunninghouder komende kosten van gastvrijheid minder bedragen dan de € 500,00 die is vermeld in artikel 6.4.6 sub 1 van de Code.

Voorts kan worden aangenomen dat de kosten wegens gastvrijheid strikt beperkt blijven tot het met de bijeenkomst beoogde doel. Van enige aanwijzing van een andere strekking is niet gebleken. Evenmin blijkt dat de kosten zich zullen uitstrekken tot anderen dan de deelnemers aan het inhoudelijke gedeelte van de bijeenkomst.

Tenslotte moet nog onderzocht worden of de bijeenkomsten op een passende locatie zullen plaats vinden. Verzoekster heeft medegedeeld dat de locaties nog niet bekend zijn maar in de regio waar de deelnemers werkzaam zijn, zullen liggen. Voorts deelde zij mede dat daarbij rekening zal worden gehouden met de richtlijnen van de Code op dit punt. Tegen dit laatste bestaat vanzelfsprekend geen bezwaar. De Codecommissie kan evenwel desondanks thans niet beoordelen of van passende locaties gesproken kan worden. In zoverre kan geen positief advies worden afgegeven.

De Codecommissie dient tenslotte nog na te gaan of verzoekster aan de vereisten van hoofdstuk VI van de Code zal voldoen. Hierbij geldt dat de vereisten die hierboven zijn behandeld, zien op de beroepsbeoefenaren die aan het project zullen deelnemen. Naast deze zullen er echter ook anderen aan het project deelnemen. De Codecommissie zal deze vraag moeten beantwoorden aan de hand van artikel 6.1.1 en 6.1.2 van de Code. In het eerstgenoemde artikel is bepaald dat gunstbetoon verboden is tenzij beantwoord wordt aan de gedragsregels van het genoemde hoofdstuk. In artikel 6.1.2 is bepaald dat financiële relaties waarbij het kennelijke doel het voorschrijven, ter hand stellen of gebruik van een geneesmiddel te bevorderen ontbreekt, niet onder gunstbetoon vallen. Daarbij kan aandacht worden besteed aan de vraag of de begunstigde betrokken is bij of invloed heeft op het voorschrijven, ter hand stellen en gebruiken van een bepaald geneesmiddel, of het onderwerp van de financiële relatie de directe of indirecte verbetering van zorg tot doel heeft en of de op geld waardeerbare vergoeding in redelijke verhouding staat tot het doel van de financiële relatie. De Codecommissie beschikt niet over aanwijzingen dat deze vragen in die zin beantwoord zouden moeten worden dat in deze van gunstbetoon zou moeten worden uitgegaan.

De Codecommissie staat tenslotte nog voor de vraag of bij de follow-up geen verkoopbevorderende effecten zullen spelen. Een antwoord op deze vraag kan thans niet worden gegeven. De Codecommissie volstaat er mee aan te tekenen dat hiervan geen sprake zal mogen zijn.

Een en ander leidt tot een positief advies mits verzoekster nadere gegevens verstrekt waaruit kan worden afgeleid dat de bijeenkomsten op een passende locatie zullen worden gehouden.

3. De kosten

De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten aan verzoekster separaat in rekening zullen worden gebracht.

Aldus gedaan te Amsterdam op 29 januari 2016 door mr. P.A. Offers, voorzitter.