AA20.009 Publieksreclame
ADVIES (AA20.009) van de CGR op het verzoek van [mevrouw Y] namens [X] van 7 september 2020 uit hoofde van artikel 2.1.1, onder d van het Reglement Naleving geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de Keuringsraad.
1. Het verzoek
[X] wil patiënten informeren over medicijn-mogelijkheden en hen stimuleren deze mogelijkheden te overleggen met de behandelaar. Een actieve rol van de patiënt waarbij hij/zij de regie houdt. Inmiddels staan er meer dan 400 aandoeningen en meer dan 13.000 geregistreerde medicijnen in de database van [X]. De medicijnen zijn per aandoening op alfabet gerangschikt in medicijn-groep, werkzame stof en medicijn (SPC’s zijn via de mail op te vragen). [Mevrouw Y] (niet-praktiserend huisarts) wenst te vernemen of zij als ondernemer op grond van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame (hierna: de Gedragscode) een samenwerking mag aangaan met een vergunninghouder, waarbij de vergunninghouder [X] betaalt om groepspagina’s te ontwikkelen van geneesmiddelen met een bepaald werkingsmechanisme, waarbij de vergunninghouders met een deeplink patiënten op www.[X].nl kan laten landen op de groepspagina van voorkeur van de betreffende vergunninghouder.2. Het oordeel van de CGR
De Keuringsraad ziet in de adviesaanvraag van [X] twee aspecten die een rol spelen. Ten eerste de vraag of sprake is van geneesmiddelenreclame in de zin van art. 3.1 onderdeel h van de Gedragscode en indien hiervan sprake is, of deze onder de Gedragscode is toegestaan. Ten tweede de vraag of de voorgenomen betaling door een vergunninghouder al dan niet moet worden aangemerkt als gunstbetoon in de betekenis van art. 3.1 onderdeel j van de Gedragscode.
Ten eerste het reclame-aspect. Het betreft een website die voor patiënten (het publiek) is bestemd. De website bevat onder andere informatie over geneesmiddelen die op basis van werkingsmechanisme en werkzame stof zijn gegroepeerd. De redactie wordt verzorgd door een arts, die zich daarbij laat bijstaan door een raad van advies met medisch-specialisten. De website beoogt volledig te zijn. In die zin gaat de CGR ervan uit dat de informatie voldoet aan de eisen die de Gedragscode in paragraaf 5.8 aan publieksinformatie over recept-geneesmiddelen stelt.
De vraag die voorligt, is of het voornemen om de informatie verder uit te splitsen naar werkingsmechanisme, waarbij de bezoeker binnen een indicatiegebied te laten landen op een door de vergunninghouder gekozen groepspagina van geneesmiddelen met een bepaald werkingsmechanisme, aangemerkt moet worden als publieksreclame voor een geneesmiddel.
Op zichzelf hoeft bij deze handelswijze geen sprake van aanprijzing van specifieke geneesmiddelen te zijn, maar door een niet nader onderbouwde voorafgaande selectie van een specifieke geneesmiddelengroep te laten plaatsvinden en uitsluitend deze selectie (in eerste instantie) onder de aandacht van de bezoeker te brengen, is wel sprake van sturing door degene die de link naar de betreffende groepspagina aanbiedt. Hiermee wordt niet voldaan aan art. 5.8.9 uit paragraaf 5.8 van de Gedragscode waarin is bepaald dat informatie evenwichtig en zo compleet mogelijk dient te worden weergegeven.
Door gebruik te maken van een link naar de groepspagina met specifieke informatie over bepaalde receptgeneesmiddelen, kan bovendien niet worden uitgesloten dat degene die de link gebruikt, publieksreclame maakt voor receptgeneesmiddelen. Dat is verboden op grond van art. 3 sub a. van de Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen (CPG), die conform art. 5.6.1 van de Gedragscode integraal onderdeel uitmaakt van deze Gedragscode.
Nu reeds is geconstateerd dat de voorgenomen handelswijze op bovengenoemde gronden niet in lijn is met de Gedragscode, komt de CGR niet meer toe aan behandeling van de vraag of de voorgenomen betaling door een vergunninghouder al dan niet moet worden aangemerkt als gunstbetoon in de betekenis van art. 3.1 onderdeel j van de Gedragscode. Als een vergunninghouder bereid is een financiële bijdrage te leveren voor de totstandkoming van een groepspagina voor geneesmiddelen met een specifiek werkingsmechanisme, bestaat het gevaar dat de website daardoor zijn objectieve karakter van informatieverstrekking verliest, omdat daardoor mogelijk aan bepaalde groepen geneesmiddelen meer aandacht wordt besteed dan aan andere groepen geneesmiddelen. De CGR acht het doel van de website in overeenstemming met het doel dat projecten kunnen worden gesponsord op grond van art. 6.5.3 van de Gedragscode, mits daar geen tegenprestatie tegenover staat als voorgesteld in de adviesaanvraag.
Concluderend acht de CGR de voorgenomen handelswijze in strijd met de Gedragscode.
3. De kosten
De aan deze adviesaanvraag verbonden kosten zullen separaat aan [X] in rekening worden gebracht.
ID:
AA20.009
Onderwerp(en):
Publieksreclame, Sponsoring
Type beoordeling:
Advies
Uitspraak:
Negatief
Instantie:
Keuringsraad
Datum uitspraak:
20-10-2020