AA25.004 Gastvrijheid
ADVIES (AA25.004) van de CGR op het verzoek van [X] op 23 maart 2025 uit hoofde van artikel 2.5.1 van het Reglement Naleving geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de Keuringsraad.
1. Het verzoek
[X] is voornemens om twee samenkomsten te organiseren waar verpleegkundigen aan deel kunnen nemen. Deze verpleegkundigen zijn in de praktijk betrokken bij het toedienen van [geneesmiddel Y] voor de behandeling van [ziekte Z] in opdracht van een behandelend arts. [Geneesmiddel Y] bestaat uit twee verschillende toedieningsvormen. Beide toedieningsvormen worden continue toegediend (16 tot 24 uur per dag) via een voor elke toedieningsvorm apart ontwikkelde pomp. [X] benadrukt dat het op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen en het trainen in het juiste gebruik van de verschillende infusiesystemen belangrijk zijn voor deze verpleegkundigen om patiënten die deze therapieën gebruiken goed te kunnen ondersteunen.De beoogde deelnemers van de samenkomst betreft een gemengd publiek van beroepsbeoefenaren en niet-beroepsbeoefenaren. Voor de twee samenkomsten wordt accreditatie aangevraagd.
De adviesaanvraag betreft vier vragen van de vergunninghouder:
1. Is er sprake van een bijeenkomst in de zin van artikel 6.4.5 van de Gedragscode als er accreditatie is verleend door één of meer beroepsverenigingen? Zo ja zijn de geldende gastvrijheidseisen van toepassing, ook op deelnemende verpleegkundigen?
2. Als accreditatie is verkregen, is daarmee de objectiviteit van de presentaties/inhoud voldoende gewaarborgd waardoor verpleegkundigen niet worden blootgesteld aan eventuele reclame over geneesmiddelen?
3. Als het antwoord op vraag 2 negatief is, acht de CGR het in het algemeen wel toelaatbaar om in een geaccrediteerde bijeenkomst productinformatie (wetenschappelijke publicaties, of praktische gebruikersinformatie) te verstrekken aan deze specifieke groep verpleegkundigen?
4. Heeft de CGR adviezen op welke wijze in de situatie zoals beschreven bij vraag 3, de objectiviteit en het informatieve karakter geborgd kan worden? Met andere woorden, wanneer is de CGR van mening dat het geven van productinformatie teveel ngt naar reclame?
2. Het oordeel van de CGR
De vragen van [X] betreffen gastvrijheid richting beroepsbeoefenaren (artikel 6.4.1) en verpleegkundigen (art. 6.4.2 Gedragscode) en in hoeverre objectiviteit van presentaties wordt gewaarborgd door middel van accreditatie (verschil reclame / informatie art. 5.1.3 Gedragscode)
Wat betreft de eerste vraag, luidt het antwoord positief. Op basis van artikel 6.4.5 lid 1 Gedragscode leidt accreditatie van de betrokken beroepsvereniging ertoe dat de samenkomst wordt aangemerkt als een wetenschappelijke bijeenkomst. Daarmee gelden de gastvrijheidsnormen voor bijeenkomsten (art. 6.4.1 Gedragscode), ook voor verpleegkundigen (art. 6.4.2 Gedragscode).
Voor het antwoord op de tweede vraag wordt verwezen naar artikel 5.1.3 Gedragscode. Of er sprake is van informatie dan wel reclame moet van geval tot geval worden beoordeeld, waarbij de volgende factoren een rol (kunnen) spelen:
a. de geadresseerde;
b. de inhoud, de presentatie en de opmaak van de uiting;
c. de context van de uiting.
De accreditatie van de bijeenkomst maakt dat de inhoud van de bijeenkomst voldoende wetenschappelijk wordt bevonden om te stellen dat de inhoud de deskundigheid van de deelnemers bevordert. Het hoofddoel is daarmee om te onderwijzen en niet om geneesmiddelen aan te prijzen. Dit betekent echter niet dat er niet onverhoopt reclame in voor een geneesmiddel kan worden gemaakt, nu niet alleen vergunninghouders geneesmiddelenreclame kunnen maken. Indien verpleegkundigen deelnemen om zich te ontwikkelen in hun vakgebied, zullen sprekers moeten waarborgen niet onverhoopt geneesmiddelenreclame wordt gemaakt. Overigens biedt de Gedragscode ruimte om informatie over een specifiek geneesmiddel te verstrekken aan zorgprofessionals (niet zijnde beroepsbeoefenaren) die zijn betrokken bij de toediening van het receptgeneesmiddel (zie artikel 5.8.10).
De derde vraag is niet als zodanig in zijn algemeenheid te beantwoorden, nu van geval tot geval moet worden beoordeeld of sprake is van geneesmiddelenreclame of informatie. Wetenschappelijke publicaties en instructiematerialen zijn op zichzelf informatief van karakter en kunnen in die vorm worden gedeeld als informatie. Zij kunnen in een bepaalde context echter ook worden gebruikt als reclame-uiting (zie ook AA23.009). Er gaat een bepaalde mate van sturing uit van het actief onder de aandacht brengen van studies (zie ook AA23.002).
In antwoord op vraag 4 geeft de CGR in zijn algemeenheid mee dat het objectieve en informatieve karakter van het delen van wetenschappelijke publicaties en instructiematerialen wordt vergroot indien het delen van de materialen voorziet in een objectieve informatiebehoefte van de in dit geval verpleegkundigen, bijvoorbeeld doordat zij hier zelf om vragen. Verder biedt de Gedragscode met artikel 5.8.10 ruimte om specifieke informatie over een receptgeneesmiddel te verstrekken aan zorgprofessionals die zijn betrokken bij de toediening van dat middel. Voorwaarde is dat die informatie nodig is voor een optimale behandeling met dat specifieke receptgeneesmiddel.
3. De kosten
De aan deze adviesaanvraag verbonden kosten zullen separaat aan [X] in rekening worden gebracht.
ID:
AA25.004
Onderwerp(en):
Onderscheid reclame / informatie, Samenkomsten in Nederland, Relaties met niet-beroepsbeoefenaren
Type beoordeling:
Advies
Uitspraak:
Deels positief, deels negatief
Instantie:
Keuringsraad
Datum uitspraak:
19-05-2025