B21.027 Byk/Janssen Cilag

BESLISSING VAN KAMER 1 VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME IN KORT GEDING

In de zaken van:

de besloten vennootschap JANSSEN – CILAG B.V.,
gevestigd te Tilburg,
verzoekster in beroep, tevens verweerster,
advocaat mr A.W.G. Artz te Rotterdam,

tegen:

de besloten vennootschap BYK NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Zwanenburg,
verweerster in beroep, tevens verzoekster,
advocaat mr E.M. Polak te Amsterdam,

met betrekking tot een klacht ten aanzien van een uiting van geneesmiddelenreclame voor de middelen: Pariet ® van Janssen – Cilag B.V. (verder: Pariet) en Pantozol ® van Byk Nederland B.V. (verder: Pantozol).

Partijen zullen verder worden genoemd Janssen – Cilag en Byk.

1. HET GEDING IN BEROEP IN BEIDE ZAKEN

1.1 Bij brief van 4 april 2002 is Janssen – Cilag bij de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelen Reclame (verder te noemen: de Commissie van Beroep) in beroep gekomen van een beslissing van de Codecommissie van de Stichting Code Geneesmiddelen Reclame (verder te noemen: de Codecommissie) van 26 maart 2002, gegeven in kort geding onder nummer K21027 tussen Byk als klaagster en Janssen – Cilag als verweerster. Janssen – Cilag heeft in het geding in eerste aanleg een tegenverzoek ingediend. Bij bovengenoemde brief heeft Janssen – Cilag zeven grieven tegen voormelde beslissing aangevoerd en geconcludeerd dat de Commissie van Beroep de beslissing van de Codecommissie zal vernietigen en de klacht van Byk alsnog zal afwijzen. Voorts heeft zij de Commissie van Beroep verzocht de door haar gevraagde rectificatie alsnog te gelasten, een en ander met veroordeling van Byk in de gedingkosten.

1.2 Bij brief van 5 april 2002 is ook Byk bij de Commissie van Beroep in beroep gekomen van bovengenoemde beslissing van de Codecommissie van 26 maart 2002. Byk heeft één grief tegen de beslissing aangevoerd en geconcludeerd dat de Commissie van Beroep de beroepen beslissing zal vernietigen voor zover het verzoek van Byk tot rectificatie is afgewezen en: – Janssen – Cilag alsnog zal bevelen de door de Codecommissie verboden reclame – uitingen binnen vijf dagen na de datum van de uitspraak te rectificeren door het verzenden van een brief aan alle apothekers, huisartsen en specialisten die bekend zijn gemaakt met deze uitingen, zonder toevoeging of commentaar, met de volgende inhoud en onder toezending van een kopie aan de advocaat van Byk:

Rectificatie betreffende Pariet Geachte heer, mevrouw, In door ons verspreide reclame – uitingen, waaronder een detail – aid, een agendakaartje en prijsoverzichttabellen hebben wij u geïnformeerd over Pariet (rabeprazol), waarbij wij de kosten van behandeling hebben vergeleken met andere PPI ’ s. Wij hebben in deze uitingen ten onrechte de indruk gewekt dat de behandelingskosten van Pariet lager zijn dan die van andere PPI ’ s. Bij uitspraak van …
jl. heeft de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame ons opgedragen dit schriftelijk aan u mee te delen ” , althans een zodanige rectificatie als de Commissie van Beroep juist acht; – Janssen – Cilag zal veroordelen in de kosten van beide instanties.

1.3 Ter zitting van 13 mei 2002 heeft de behandeling van het beroep plaatsgevonden. Namens Janssen – Cilag waren aanwezig [vertegenwoordigers A en B], bijgestaan door mr Artz voornoemd. Byk was ter zitting vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger C], bijgestaan door mr Polak voornoemd. De raadslieden hebben de standpunten van partijen aan de hand van een pleitnota toegelicht. Nadat de raadslieden nog hadden gere – en gedupliceerd, hebben partijen een beslissing gevraagd.

1.4 De stukken van de eerste aanleg en van die in beroep (inclusief de respectieve pleitnota’s) worden als hier ingelast beschouwd.

2. DE GRIEVEN

2.1 Janssen – Cilag heeft de volgende grieven tegen de beslissing van de Codecommissie aangevoerd:

I. Ten onrechte heeft de Codecommissie de door Byk gevraagde voorzieningen gedeeltelijk toegewezen, zulks terwijl er tussen de uitingen van Janssen – Cilag en de uitingen van Byk een – door de Codecommissie niet onderkend – cruciaal verschil bestaat dat tot afwijzing van de klacht van Byk en tot toewijzing van de klacht van Janssen – Cilag had moeten leiden.

II. Ten onrechte heeft de Codecommissie overwogen: “ Aangenomen mag worden dat zowel Byk als Janssen – Cilag door middel van hun promotionele presentaties trachten de voorschrijvende arts ervan te overtuigen dat het gebruik van het eigen product in vergelijking met andere producten kostenbesparend is en daarom de voorkeur verdient boven andere, zodanig zelfs dat onder omstandigheden omzetting van een ander product op het eigen product aan te raden is.”

III. Ten onrechte heeft de Codecommissie vervolgens overwogen: “ Janssen – Cilag hanteert daarbij als grondslag de prijs per tablet …”

IV. Ten onrechte heeft de Codecommissie omtrent de in de prijsdisk en het agendakaartje weergegeven prijsvergelijkingen overwogen: “ In beide gevallen luidt immers de boodschap aan de arts dat hij er goed aan doet zich bij de keuze tussen (vergelijkbare doseringen van) Pariet en Pantozol te laten leiden door de prijsverhouding, met als onuitgesproken vooronderstelling en uitgangspunt dat de in de vergelijking betrokken behandelwijze resp. producten resp. doseringen op het punt van therapeutisch effect gelijkwaardig zijn, althans als gelijkwaardig worden gepresenteerd.”

V. Ten onrechte heeft de Codecommissie overwogen: “ De door Janssen – Cilag gehanteerde maatstaf – indeling in bovengenoemde twee categorieën PPI ’ s aan de hand van de 1B – teksten – is volstrekt willekeurig, temeer omdat van algemene bekendheid is dat voor de onderhavige indicaties veelal hogere doseringen worden voorgeschreven en gebruikt ook in gevallen waar de onderhoudsbehandeling een lagere dosering zou rechtvaardigen.”
VI. Ten onrechte heeft de Codecommissie overwogen: “ Dusdoende komen partijen tot ongefundeerde beweringen, bijvoorbeeld over een mogelijke besparing voor de gemeenschap van 6.887 euro per jaar voor 25 patiënten door de keuze voor Pariet 10 mg (agendakaartje Janssen – Cilag) …”

VII. Ten onrechte heeft de Codecommissie de rectificatievordering van Janssen – Cilag afgewezen.

2.2 De grief van Byk luidt dat de Codecommissie het verzoek van Byk tot rectificatie ten onrechte heeft afgewezen door te overwegen: “ Voor een rectificatie in de vorm van brieven aan beroepsbeoefenaren, zoals partijen bepleiten, ziet de commissie geen aanleiding. Niet gebleken is van schade aan de geneesmiddelenvoorziening in het algemeen of aan enig geneesmiddel in het bijzonder van zodanige aard dat deze een rechtvaardiging kan vormen voor extra kosten of inspanningen om (voortduring van) schade te voorkomen of om geleden schade teniet te doen. Daarbij komt dat de prijsdisk in de huidige vorm nog niet door Janssen – Cilag is verspreid.”

3. DE FEITEN

3.1 De Commissie van Beroep gaat uit van de volgende, in hoger beroep niet weersproken feiten, welke (deels) zijn opgenomen in de beslissing van de Codecommissie. Byk en Janssen – Cilag zijn ondernemingen die zich bezighouden met de productie, verhandeling en distributie van geneesmiddelen. Byk brengt de protonpompremmer (PPI) Pantozol (werkzame stof pantoprazol) op de markt. Janssen – Cilag brengt de PPI Pariet (werkzame stof rabeprazol) op de markt. Beide producten zijn geregistreerd voor de behandeling van gastro – oesofagale reflux (GOR), zowel symptomatische GOR als de onderhoudsdosering ten behoeve van GOR. Janssen – Cilag heeft onder beroepsbeoefenaren een zogenaamde prijsdisk alsmede een agendakaartje verspreid. In de prijsdisk zijn verschillende prijzen van tabletsterktes van diverse PPI ’ s, waaronder die van Byk, te lezen. Gedurende de loop van het geding in eerste aanleg heeft Janssen – Cilag de ontwikkeling van een nieuwe prijsdisk gemeld. Zij heeft aangegeven dat er inmiddels een nieuw agendakaartje was vervaardigd. Ten tijde van de behandeling in beroep was de nieuwe prijsdisk nog niet in gebruik.
De nieuwe prijsdisk vermeldt diverse prijzen met betrekking tot de twee onderscheiden categorieën “ Prijsoverzicht initiële behandeling matig tot ernstige reflux oesofagitis ” en “ prijsoverzicht onderhoudsbehandeling t.b.v. reflux oesofagitis ” . Op de nieuwe prijsdisk is een uiting met betrekking tot het overgaan van een patiënt op een andere PPI/dosering niet langer gehandhaafd.
Het oude agendakaartje bevat onder meer de volgende tekst: “ Kostenbesparend. Met Pariet kunt u kosten besparen. Indien u bijvoorbeeld 25 patiënten die zijn ingesteld op een onderhoudsbehandeling met omeprazol 20 mg voor reflux oesofagitis omzet naar Pariet 10 mg, dan bespaart u jaarlijks 14.600, – gulden.”
Het nieuwe agendakaartje bevat onder meer de volgende tekst: “ Kosten besparen. Een belangrijke kostenbesparende factor bij de behandeling van patiënten met reflux oesofagitis is de prijs van het geneesmiddel. Pariet is op dit moment (Z – index januari 2002) de laagst geprijsde PPI. Indien u overweegt om 25 patiënten op een dagelijkse onderhoudsbehandeling met Pariet 10 mg te zetten in plaats van omeprazol 20 mg dan betekent dit een verschil van EUR 6.887, – per jaar.”

Byk is op enig moment begonnen met het benaderen van beroepsbeoefenaren met een presentatie/instructiemap alsmede een detail aid. De bladzijde van de detail aid met de aanduiding “ Precisie in snelheid ” bevat vier afzonderlijke teksten elk voorzien van een grafische weergave. Het betreft hier de volgende teksten/weergaven: Tijd tot maximale plasmaconcentratie (Tmax) Pantozol 2 ½ uur; Tijd tot maximale plasmaconcentratie (Tmax) rabeprazol 3 ½ uur; Behandelduur Pantozol (met een staafdiagram in weken onderscheiden) met betrekking tot UD 2 tot 4 weken en met betrekking tot UV 4 tot 8 weken en tenslotte: Behandelduur rabeprazol (met een staafdiagram in weken onderscheiden) met betrekking tot UD 4 tot 8 weken en met betrekking tot UV 6 tot 12 weken. De bladzijde met de aanduiding “ Precisie in zuurremming ” bevat een grafische weergave van “ Kosten behandeling met Pantozol ” waarin met behulp van een staafdiagram ten aanzien van UD een bedrag van f. 47,32 tot f. 94,64 en ten aanzien van UV een bedrag van f. 94,64 tot f. 189,25 wordt genoemd. Voorts is er een grafische weergave “ kosten behandeling met rabeprazol ” opgenomen, waarin de kosten eveneens in een staafdiagram worden uitgedrukt. Onder UD is vermeld een bedrag van f. 85,68 tot 171,36 en onder UV een bedrag van f. 128,52 tot f. 257,04.
De bladzijde met de aanduiding “ Kies de precisie van Pantozol © ” heeft onder meer als tekst: “ Vriendelijk geprijsd … laagste prijs per mg PPI ”

4. DE BEHANDELING VAN DE GRIEVEN

4.1 De grieven 1 tot en met 6 van Janssen – Cilag lenen zich voor gezamenlijke behandeling.

4.2.1 Ter toelichting op haar grieven heeft Janssen – Cilag onder meer het volgende aangevoerd. Janssen – Cilag heeft een vergelijkend overzicht gegeven van de vastgestelde prijzen per tablet (sterkte) en de op basis hiervan bestaande prijsverschillen. De prijzen van onder andere PPI ’ s worden op basis van tabletsterkte opgenomen in de taxe. De voorschrijver kan ook zelf aan de hand van de officiële prijslijst een opstelling maken als Janssen – Cilag heeft gedaan, zonder dat er sprake is van enige veronderstelling over therapeutische effectiviteit. Deze prijstechnische feiten, die niets met de klinische eigenschappen van een geneesmiddel te maken hebben, mogen in reclame – uitingen worden opgenomen, tenzij de wijze waarop of de bewoordingen waarin dit geschiedt de ontvanger zou misleiden. Dit laatste is niet het geval. Rekenkundig is vast te stellen wat het prijsverschil is tussen de verschillende PPI tabletten. Byk heeft daarentegen een vergelijkend overzicht gegeven van kosten van behandeling tot aan genezing, gebaseerd op een vergelijking tussen de behandelduur van Pantozol en Pariet. Een dergelijke vergelijking vergt een vaststelling van de klinische eigenschappen van een geneesmiddel, in casu de gemiddelde klinische behandelduur. De voor een dergelijke vergelijking noodzakelijke klinische studies ontbreken echter. De Codecommissie heeft kennelijk de reclame – uitingen van Byk als uitgangspunt genomen en haar oordeel te dien aanzien ten onrechte ook doen gelden ten aanzien van Pariet.

4.2.2 De Codecommissie heeft de veronderstelling dat Janssen – Cilag de voorschrijvende arts met argumenten met betrekking tot kostenbesparing tracht te overtuigen, niet onderbouwd. De conclusie van de Codecommissie op dit punt kan uit de uitingen van Janssen – Cilag niet worden getrokken. Op geen enkele wijze wordt gesuggereerd dat de gunstige prijsstelling het enige punt is waar de voorschrijvende arts naar zou moeten kijken. Janssen – Cilag presenteert Pariet niet als kostenbesparend. De lage prijs – Pariet is op dit moment de laagst geprijsde PPI – vormt slechts een kostenbesparende factor. Of uiteindelijk van kostenbesparing sprake is, is ook afhankelijk van andere factoren. Janssen – Cilag heeft met de zin “ indien u overweegt om 25 patiënten op een dagelijkse onderhoudsbehandeling met Pariet 10 mg te zetten in plaats van omeprazol 20 mg …” een rekenvoorbeeld willen geven om tot uitdrukking te brengen dat een lagere prijs van een PPI tablet een kostenbesparende factor is bij een onderhoudsbehandeling. De prijs van een tablet is slechts één van de factoren die een voorschrijvende arts in de afweging betrekt. De Codecommissie spreekt over “ omzetten ” . Dit is niet hetzelfde als “ zetten op ” , welke terminologie op het nieuwe kaartje wordt gebruikt.

4.2.3 De Codecommissie heeft met het woord “ daarbij ” verwezen naar haar conclusie dat Janssen – Cilag de voorschrijvende artsen met argumenten van kostenbesparing tracht te overtuigen en dat Pariet reeds daarom de voorkeur zou verdienen boven andere PPI ’ s. Janssen – Cilag suggereert in haar prijsdisk en het agendakaartje niets meer dan dat wat daarin letterlijk is te lezen, te weten een aantal correcte, objectief verifieerbare feiten.

4.2.4 In de boodschap van Janssen – Cilag wordt enkel tot uitdrukking gebracht dat de arts er bij de afweging welke PPI de voorkeur verdient goed aan doet ook de prijs van de PPI tablet als factor van belang mee te nemen. De boodschap bevat geen onuitgesproken vooronderstelling dat andere punten van de PPI ’ s, zoals effectiviteit en bijweringen, onderling gelijk zijn.

4.2.5 Het oordeel van de Codecommissie dat het vergelijken in de prijsdisk van prijzen per tabletsterkte voor de geregistreerde dagdosering van de verschillende PPI ’ s volkomen willekeurig is, is onbegrijpelijk en onjuist. Anders dan de Codecommissie overweegt hanteert Janssen – Cilag geen maatstaf in de prijsdisk. Zij geeft enkel de twee belangrijkste geregistreerde indicaties uit de 1B – teksten weer en plaatst daarbij de door de registratieautoriteiten vastgestelde tabletsterktes. Indien, zoals de Codecommissie overweegt, in de praktijk hogere doseringen worden voorgeschreven en gebruikt dan in de 1B – teksten wordt voorgeschreven, geldt dit voor alle PPI’s en maakt dit per saldo voor de vergelijking van prijzen per tablet niet uit. Janssen – Cilag suggereert bovendien niets over de daadwerkelijke behandelkosten van de verschillende PPI ’ s.

4.2.6 In de prijsdisk wordt niet over “ de kosten ” gesproken. Er wordt alleen gesproken over prijzen per tabletsterkte en prijsverschillen. In het agendakaartje staat niet dat er een mogelijke besparing wordt verkregen. Er wordt niet méér gezegd dan dat de prijs een belangrijke kostenbesparende factor is. Het rekenvoorbeeld kan niet tot de conclusie leiden dat Janssen – Cilag claimt dat Pariet een kostenbesparing voor de gemeenschap van Eur 6.887,00 oplevert.

4.3.1 Byk stelt zich ten aanzien van grieven I tot en met VI op het volgende standpunt. De uitingen van Janssen – Cilag zijn reclame – uitingen. In verband met de ruime uitleg die door onder meer in de Europese rechtspraak aan het begrip vergelijkende reclame wordt gegeven en de door het bestuur van de Stichting CGR bij brief van 3 december 2001 op de aanpassing van de Gedragscode gegeven toelichting, geldt het twee – studies – criterium onverkort ten aanzien van prijsvergelijkingen. Met de door haar gebezigde teksten suggereert Janssen – Cilag in ieder geval dat de patiënt met Pariet goedkoper af is dan met omeprazol. Ten aanzien van de onderhoudsbehandeling met Pariet 10 mg wordt door Janssen – Cilag een te geflatteerd beeld gegeven. 10mg Pariet is in de praktijk een te lage dosering. Dit volgt onder meer uit de 1B – tekst waarin over een onderhoudsdosis van 20 of 10 mg per dag wordt gesproken. In reclame – uitingen mag niet méér worden geclaimd dan in de 1B – tekst is vermeld. Voor vergelijkende claims zijn vergelijkende studies nodig. Vergelijkingen kunnen niet op basis van de 1B – teksten worden gemaakt. De Codecommissie heeft niet méér tot uitdrukking willen brengen dan dat vergelijkingen op basis van 1B – teksten én vergelijkingen op basis van bedoelde praktijksituaties niet mogelijk zijn.

4.4.1 De Commissie van Beroep overweegt als volgt.

4.4.2 Omwille van de duidelijkheid overweegt de Commissie van Beroep dat tegen de overwegingen van de Codecommissie, zoals weergegeven in de beroepen beslissing onder “ D De overwegingen van de Codecommissie CGR ” , voor zover deze betrekking hebben op de beoordeling van de klacht van Janssen – Cilag in eerste aanleg door zowel Janssen – Cilag als Byk geen grieven zijn gericht, behoudens voor zover is overwogen dat het verzoek tot het gelasten van de rectificatie door Byk wordt afgewezen. Behoudens dit laatstgenoemde onderdeel van de klacht van Janssen – Cilag is de beslissing van de Codecommissie voor zover deze ten aanzien van Byk is gegeven, niet aan het oordeel van de Commissie van Beroep onderworpen.

4.4.3 De Commissie van Beroep is van oordeel dat de in beroep aan de orde zijnde uitingen van de zijde van Janssen – Cilag in het (oude en nieuwe) agendakaartje en de (oude en nieuwe) prijsdisk de strekking hebben Pariet aan te prijzen in de omgang tussen de vergunninghouder en beroepsbeoefenaren en derhalve zijn aan te merken als reclame in de zin van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Tegen de zodanige vaststelling door de Codecommissie heeft Janssen – Cilag geen grief gericht en ook in beroep heeft Janssen – Cilag niet, dan wel onvoldoende betwist dat de desbetreffende uitingen promotionele uitingen met betrekking tot Pariet betreffen. Of de aanprijzing er nu op was gericht de beroepsbeoefenaren zodanig van het belang van het kostenaspect te overtuigen dat omzetting naar Pariet aan te raden is (het oude agendakaartje) of dat de aanprijzing er slechts toe strekte beroepsbeoefenaren te bewegen patiënten (zonder “ omzetting ” ) “ op Pariet te zetten ” ( het nieuwe agendakaartje) is in dit verband niet van belang. De Codecommissie was niet gehouden haar oordeel op dit punt nader te motiveren.

4.4.4 De Commissie van Beroep is van oordeel dat een enkele vermelding van de aan de taxe ontleende prijzen van diverse PPI ’ s per toedieningseenheid in een reclame – uiting niet zonder meer als een ontoelaatbare vorm van reclame behoeft te worden aangemerkt. Denkbaar is dat een reclame – uiting waarin prijzen van diverse merken geneesmiddelen worden genoemd zodanig is ingericht dat, zoals Janssen – Cilag stelt, de beroepsbeoefenaren erop worden geattendeerd dat zij bij de keuze van het voor te schrijven geneesmiddel mede de prijsstelling betrekken, zonder dat daarmee in strijd wordt gehandeld met de regelgeving met betrekking tot geneesmiddelenreclame. In het onderhavige geval is dit echter anders. In de (nieuwe) prijsdisk van Janssen – Cilag worden twee afzonderlijke categorieën gehanteerd, te weten de categorie – kort gezegd – “ initiële behandeling van reflux oesofagitis ” en de categorie “ onderhoudsbehandeling van reflux oesofagitis ” . Ten aanzien van beide behandelingsvormen worden door het draaien van de schijf de prijzen van vijf verschillende PPI ’ s (Pariet, Losec, Nexium, Pantozol en Prezal) met verschillende tabletsterktes zichtbaar, alsmede een percentage dat uitdrukt hoeveel duurder dit geneesmiddel is dan Pariet. Naar het oordeel van de Commissie van Beroep wordt bij het aldus vergelijken van de prijzen van de onderscheiden PPI ’ s en (tabletsterktes) onmiskenbaar het beeld opgeroepen dat de aan de hand van de prijs vergeleken geneesmiddelen steeds een equivalent van elkaar zijn. Via het draaien van de schijf komt men bij een ander geneesmiddel uit, dat – indien een prijs in het venster verschijnt – kennelijk wat de essentiële eigenschappen betreft vergelijkbaar zou zijn. Naar het oordeel van de Commissie van Beroep kan er echter, indien niet is aangetoond dat de verschillende aldus vergeleken geneesmiddelen wat betreft hun essentiële eigenschappen, zoals onder meer effectiviteit en duur van de behandeling, daadwerkelijk medisch – wetenschappelijk vergelijkbaar zijn, van een zuivere prijsvergelijking geen sprake zijn. Indien Janssen – Cilag, zoals zij ter zitting in beroep met betrekking tot de (nieuwe) prijsdisk heeft opgemerkt, in het bijzonder voor ogen heeft gehad de prijzen van de verschillende PPI ’ s per tablet ten behoeve van de beroepsbeoefenaren duidelijk en overzichtelijk “ op een rijtje te zetten ” , had zij zulks in een geheel andere context dienen te doen, zonder bij degene tot wie de reclameboodschap is gericht het beeld op te roepen dat de desbetreffende geneesmiddelen in bovengenoemde zin vergelijkbaar zijn, welk beeld niet door een deugdelijke medisch wetenschappelijke onderbouwing wordt gestaafd. Anders dan Janssen – Cilag van mening is, kunnen (uitsluitend) de 1B – teksten van Pariet en Pantozol naar hun aard niet de basis vormen voor een geneesmiddelenvergelijking. De teksten hebben slechts betrekking op het desbetreffende geneesmiddel zelf en houden geen wetenschappelijk onderbouwde vergelijking tussen beide soorten PPI ’ s in. De Commissie van Beroep is dan ook van oordeel dat deze reclame – uitingen van Janssen – Cilag onvolledig en misleidend zijn en derhalve in strijd met de artikelen 4.2 en 5.8 van de Gedragscode.

4.4.5 Ten aanzien van de prijsdisk geldt voorts nog het volgende. Ter zitting in beroep is namens Janssen – Cilag verklaard dat als uitgangspunt bij een onderhoudsbehandeling een dagdosering van 10 mg Pariet geldt. Dit wordt de voorschrijvende artsen ook altijd door Janssen – Cilag aanbevolen. Een dosering van 20 mg wordt voor de initiële behandeling gebruikt. De reden dat in de prijsdisk alleen de meergenoemde categorieën “ Prijsoverzicht initiële behandeling matig tot ernstige reflux oesofagitis ” en “ prijsoverzicht onderhoudsbehandeling t.b.v. reflux oesofagitis ” zijn vermeld en niet tevens de overige aandoeningen waarvoor Pariet kan worden voorgeschreven, ligt met name in de omstandigheid dat dit de twee belangrijkste indicaties zijn waarvoor Pariet is geregistreerd. Van deze twee is voor de afzet van Pariet de onderhoudsbehandeling het meest van belang (ook) omdat, naar zeggen van Janssen – Cilag, patiënten met een onderhoudsbehandeling vaak de rest van hun leven een PPI moeten blijven gebruiken. Met dit standpunt van Janssen – Cilag valt niet te rijmen dat de voor álle indicaties gemiddeld voorgeschreven dagdosering Pariet – aldus de heer Korte ter zitting – 18 mg bedraagt. Dit laatste gegeven wettigt de conclusie dat ter zake van onderhoudsdosering (zeer) regelmatig 20 mg Pariet wordt voorgeschreven. Dit sluit overigens ook aan bij de 1B – tekst van Pariet, waarin onder meer is vermeld: “ Langdurige behandeling van gastro – oesofagaele reflux (onderhoudsdosis t.b.v. GOR): Voor langdurige behandeling kan op geleide van klachten van de patiënt een onderhoudsdosis Pariet van 20 of 10 mg eenmaal daags worden gebruikt.
” Waar de prijsdisk geen enkele indicatie bevat dat Pariet 20 mg ook voor onderhoudsbehandeling wordt voorgeschreven, doch ter zake van onderhoudsbehandeling wordt volstaan met de vermelding van de prijs van Pariet 10 mg, is de prijsdisk onvolledig en misleidend.

4.4.6 Ten aanzien van het (nieuwe) agendakaartje is de Commissie van Beroep van oordeel dat in redelijkheid niet kan worden volgehouden dat de aanhef “ kosten besparen ” en de daarop volgende door Janssen – Cilag als “ rekenvoorbeeld ” aangeduide tekst niet tenminste de suggestie wekken dat de onderhoudsdosering van Pariet beduidend goedkoper is dan omeprazol (Losec), dat in dat “ voorbeeld ” wordt genoemd. Nu ook ten aanzien van het agendakaartje geldt dat dit niet op een deugdelijke medisch – wetenschappelijk onderbouwde vergelijking is gebaseerd – wederom worden de kerneigenschappen van twee verschillende PPI ’ s impliciet met elkaar vergeleken – moet de onderhavige tekst op het agendakaartje als misleidend worden bestempeld.

4.5.1 Janssen – Cilag stelt zich met betrekking tot grief VII op het volgende standpunt. De handelwijze van Byk verdient rectificatie. Byk claimt in haar uitingen datgene wat zij Janssen – Cilag ten onrechte verwijt en gaat daarbij zelfs verder door niet uit te gaan van objectief vaststaande prijzen per tabletsterkte maar expliciet te claimen dat Pantozol een kortere behandelduur heeft dan Pariet en dat hierdoor behandeling met Pantozol tot lagere kosten per behandeling leidt dan met Pariet. Deze claim wordt niet met klinische studies onderbouwd. De ongefundeerde claim is bijzonder schadelijk voor Janssen – Cilag en dient te worden rechtgezet door middel van een rectificatie.

4.5.2 Byk is van mening dat de rectificatievordering terecht is afgewezen. De detail aid werd ten tijde van de behandeling in eerste aanleg al niet meer gebruikt. De kaart uit de instructiemap “ Precisie in snelheid ” en “ Precisie in zuurremming ” werd niet standaard besproken en ook nooit bij beroepsbeoefenaren achtergelaten.

4.5.3 De Commissie van Beroep is van oordeel dat de Codecommissie het verzoek tot het gelasten van een rectificatie van de uitingen van Byk terecht en op goede gronden heeft afgewezen. Niet weersproken is dat Byk deze detail aid niet meer gebruikt. Niet gebleken is dat Byk in strijd met de beslissing van de Codecommissie heeft gehandeld zodat ook daarin geen grond te vinden is alsnog een rectificatie te gelasten.

4.6.1 Tenslotte de grief van Byk. Ter toelichting heeft Byk het volgende aangevoerd. Janssen – Cilag heeft niet toegezegd dat zij in afwachting van de uitspraak van de Codecommissie de verdere verspreiding van het agendakaartje zou staken. Op 21 en 22 maart 2002 heeft Janssen – Cilag tijdens de voorjaarsvergadering van de Nederlandse Vereniging van Gastro Enterologen het agendakaartje onder de aanwezigen uitgedeeld. Enkele dagen na de zittingsdatum in eerste aanleg (7 maart 2002) trof Byk in de markt een detail – aid aan waarin, met een identieke tekst aan die op het agendakaartje, de claim “ kosten besparen ” voorkomt. Na de uitspraak van de Codecommissie (26 maart 2002) heeft Janssen – Cilag deze detail aid gebruikt. Voorts verspreidt Janssen – Cilag een prijsoverzicht, waarin de prijs van Pariet met onder meer Pantozol wordt vergeleken. Door deze voortdurende uitingen van Janssen – Cilag waarbij een onjuiste voorstelling van zaken wordt gegeven lijdt Byk schade. De door Janssen – Cilag gewekte onjuiste indruk dient door middel van een rectificatie te worden weggenomen.

4.6.2 Janssen – Cilag stelt zich op het standpunt dat er geen noodzaak tot het opleggen van een rectificatie bestaat omdat zij – Janssen – Cilag – geen ongefundeerde claims over een betere klinische effectiviteit heeft geuit. Voorts heeft zij de uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beslissing van de Codecommissie volledig gerespecteerd. Het agendakaartje is weliswaar ter gelegenheid van een congres gebruikt, maar op dat moment had de Codecommissie nog geen beslissing gegeven.

4.6.3 De Commissie van Beroep is van oordeel dat de Codecommissie ook ten aanzien van het rectificatieverzoek van Byk op goede gronden een juiste beslissing heeft gegeven. De reclame – uitingen die tussen de zittingsdatum in eerste aanleg en het tijdstip van de beslissing zijn of zouden zijn verricht geven geen aanleiding het verzoek alsnog te honoreren nu Janssen – Cilag onweersproken heeft gesteld dat zij na de uitspraak van de Codecommissie het agendakaartje niet meer heeft verspreid. Niet betwist is voorts dat Janssen – Cilag de (nieuwe) prijsdisk niet in omloop heeft gebracht. Van het (ongedateerde) prijsoverzicht dat als bijlage 4 bij het beroepschrift van Byk is gevoegd is niet gebleken dat dit ná de beslissing in eerste aanleg door Janssen – Cilag is gebruikt. De op dit punt door de heer Schook ter zitting in beroep afgelegde verklaring is onvoldoende concreet, zodat daaruit niet kan worden afgeleid dat dit prijsoverzicht recentelijk is verspreid.

4.7 Ten aanzien van beide partijen worden in beroep geen (nieuwe) maatregelen opgelegd waaruit bij uitvoering daarvan, jegens de beroepsbeoefenaren de gegrondheid van de klachten van de wederpartij blijkt. Indien partijen zulks wensen staat het hen vrij de betrokken beroepsbeoefenaren omtrent de inhoud van deze beslissing te informeren.

4.8 Het hiervoor overwogene leidt tot de slotsom dat de beslissing van de Codecommissie dient te worden bekrachtigd.

4.9 De Commissie van Beroep acht gronden aanwezig de kosten van het geding in beroep op na te melden wijze tussen partijen te compenseren.

5. DE BESLISSING IN BEIDE ZAKEN

de Commissie van Beroep in kort geding:

bekrachtigt de beslissing van de Codecommissie van 26 maart 2002.

compenseert de in beroep gevallen gedingkosten aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Deze beslissing is gegeven op 10 juni 2002 door mr Th.R. Bremer, voorzitter, mr E.J. van Sandick en mr C.H.M. van Altena, leden, in tegenwoordigheid van S. van Rutten, griffier.

ID:

B21.027

Onderwerp(en):

Eisen aan reclame, Vergelijkende reclame

Type beoordeling:

Klacht

Uitspraak:

Beroep: Uitspraak bekrachtigd

Instantie:

Commissie van beroep

Datum uitspraak:

10-06-2002

Het officiële document:

Print deze uitspraak