K02.010 GlaxoSmithKline/Pfizer
De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (CGR nummer: K02.010) op de voet van artikel 8 van het Reglement van de Codecommissie van:
GlaxoSmithKline B.V.
gevestigd te Zeist
verder te noemen: GSK
met betrekking tot een symposium, georganiseerd door:
Pfizer B.V.
gevestigd te Capelle aan den IJssel
verder te noemen: Pfizer
1. Het verloop van de procedure
1.1 De Codecommissie CGR heeft kennisgenomen van:
– het klaagschrift met bijlagen 1 en 2 van mr. L. Oosting, advocaat te Amsterdam, namens GSK d.d. 19 september 2002;
– het verweerschrift van mr. C.S.M. Morel, advocaat te Amsterdam, namens Pfizer d.d. 5 november 2002;
– de pleitnota’s van beide partijen.
1.2 De Codecommissie CGR heeft de klacht behandeld ter zitting van 31 januari 2003 te Gouda. Ter zitting werd GSK vertegenwoordigd door [vertegenwoordigers A en B], bijgestaan door mr. L. Oosting. Namens Pfizer waren aanwezig [vertegenwoordigers C en D], bijgestaan door mr. C.S.M. Morel. Ter zitting hebben partijen hun standpunten toegelicht en vragen van de Codecommissie beantwoord.
2. De vaststaande feiten
2.1 Voor de beslissing in deze zaak kan van de volgende – tussen partijen niet bestreden – feiten worden uitgegaan. Zowel GSK als Pfizer zijn ondernemingen die zich bezighouden met de productie, verhandeling en distributie van geneesmiddelen.
Pfizer heeft een symposium “Pfizer Update Symposium on Neurology” georganiseerd voor beroepsbeoefenaren. Het heeft plaatsgevonden op 13 en 14 september 2002 in Grand Hotel Huis ter Duin te Noordwijk.
2.2 Het programma van het door Pfizer georganiseerde symposium luidt als volgt:
Programma
Pfizer Update Symposium on Neurology
Vrijdag, 13 september 2002
Inchecken: vanaf 14:30 uur
17.00 – 18.00 uur Registratie in de Tappenbeck Foyer (1e etage)
18.00 – 19.00 uur Ontvangstreceptie in de Tappenbeck Foyer
19.00 – 19.10 uur Opening door Rob van Aperen, algemeen
directeur Pfizer bv, Keizerzaal
19.10 – 19.20 uur Inleiding door de voorzitter, de heer Paul Bouma,
neuroloog ziekenhuis Hilversum
19.20 – 20.05 uur Voordracht 1
Mechanisms of neuropathic pain – into the future
Prof. Tony Dickenson PhD, Professor of
Neuropharmacology University College, London
20.05 – 20.20 uur Gelegenheid tot discussie en het stellen van vragen
o.l.v. de voorzitter
20.20 – 20.30 uur Afsluiting door Paul Bouma
20.30 – 20.45 uur Aperitief op het terras van de Margriet Salon
(bij slecht weer: Tappenbeck Foyer/Maritime bar)
20.45 – 23.00 uur Diner in de Christina/Irene salon
23.00 – 00.30 uur Eventuele borrel in de Maritime bar
Mogelijkheid tot overnachting
Programma
Pfizer Update Symposium on Neurology
Zaterdag, 14 september 2002
Uitchecken uiterlijk 10:30 uur!
07.00 – 09.00 uur Ontbijt in de ontbijtzaal
09.00 – 09.10 uur Opening door de voorzitter, Paul Bouma
Keizerzaal
09.10 – 09.45 uur Voordracht 2
Migraine en epilepsie als cerebrale ionkanaal-
aandoeningen
Prof. dr. Michel Ferrari, neuroloog in het Leids
Universitair Medisch Centrum
09.45 – 10.00 uur Gelegenheid tot discussie en het stellen van vragen
o.l.v. de voorzitter
10.00 – 10.30 uur Voordracht 3
Diagnosing Pain
Prof. David Rowbotham, MD, Professor of
Anaesthesia and Pain Management, University
Department, Leichester Royal Informary,
United Kingdom
10.30 – 10.45 uur Gelegenheid tot discussie en het stellen van vragen
o.l.v. de voorzitter
10.45 – 11.15 uur Koffie-pauze in de Tappenbeck Foyer
11.15 – 11.45 uur Voordracht 4
Migraine bij CADASIL
Dr. Joost Haan, neuroloog in het Leids
Universitair Medisch Centrum
11.45 – 12.00 uur Gelegenheid tot discussie en het stellen van vragen
o.l.v. de voorzitter
12.00 – 12.15 uur Afsluiting door Paul Bouma
12.15 – 13.30 uur Lunchbuffet in de zaal La Corbeille
3. De klacht van GSK
3.1 GSK heeft een klacht, bestaande uit 3 onderdelen ingediend naar aanleiding van het hierboven genoemde door Pfizer georganiseerde symposium, getiteld “Pfizer Update Symposium on Neurology” op vrijdag 13 en zaterdag 14 september 2002.
3.2 GSK stelt zich op het standpunt dat het door Pfizer aan de beroepsbeoefenaren gratis aangeboden symposium in strijd is met artikel 12 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame, meer in het bijzonder dat het aan de beroepsbeoefenaren aangeboden programma niet voldoet aan de eis dat de gastvrijheid (aangeboden door de vergunninghouder) binnen redelijke perken blijft (onderdeel 1 van de klacht) en ondergeschikt is aan het met de bijeenkomst beoogde doel (onderdeel 2 van de klacht).
3.3 GSK is voorts van oordeel dat Pfizer ten tijde van de uitnodiging de door haar benaderde beroepsbeoefenaren met de mededeling terzake van de verschuldigdheid van een eigen bedrage heeft misleid (onderdeel 3 van de klacht).
3.4 Ter zitting heeft GSK om haar moverende redenen onderdeel 1 en onderdeel 3 van de klacht ingetrokken en uitsluitend onderdeel 2 van de klacht tegen Pfizer gehandhaafd. GSK heeft in samenhang daarmee haar vorderingen beperkt tot het gevraagde in sub a, b, e en f, zoals in het klaagschrift omschreven.
Ondergeschikt aan hoofddoel
3.5 GSK is van mening dat de genoten gastvrijheid niet ondergeschikt is aan het hoofddoel van de bijeenkomst. Ter onderbouwing van deze stelling voert GSK aan dat in totaal 2 uur en 20 minuten aan (wetenschappelijke) voordrachten en 1 uur en 15 minuten aan discussie en de gelegenheid tot het stellen van vragen werden besteed. De rest van de tijd werd aan andere onderdelen van het programma besteed, waaronder een ontvangstreceptie (1 uur), een aperitief (15 minuten), een diner (2 uur en 15 minuten), een borrel (1 uur 30 minuten), een overnachting en ontbijt alsmede tot slot een lunch (1 uur 15 minuten). Het feit dat de individuele beroepsbeoefenaar het symposium in zijn vrije tijd bijwoont is volgens GSK niet relevant.
3.6 GSK stelt op grond van het vorengaande vast dat in totaal 3 uur en 20 minuten aan het wetenschappelijke programma werd besteed en de resterende tijd aan andere onderdelen, met name aan een uitgebreid diner voorafgegaan door een aperitief en afgesloten met een borrel. In het gunstigste geval is volgens GSK de tijdsbesteding aan het wetenschappelijk programma 4 uur en 5 minuten, indien inleiding en afsluiting ook als onderdeel van het wetenschappelijk programma wordt beschouwd. De resterende tijd bedraagt in dat geval 7 uur en 55 minuten, waarbij overnachting en ontbijt buiten beschouwing zijn gebleven. GSK is van mening dat de door Pfizer geboden gastvrijheid niet in balans staat met het aangeboden wetenschappelijke programma.
3.7 GSK is van oordeel dat Pfizer op grond van het bovenstaande in strijd handelt met artikel 14 Reclamebesluit Geneesmiddelen en artikel 12 Gedragscode Geneesmiddelenreclame, nader uitgewerkt in artikel 4 van de Uitwerking normen gunstbetoon.
4. Het verzoek van GSK
4.1 GSK verzoekt de Codecommissie op grond van het bovenstaande Pfizer:
– te berispen van het op 13 en 14 september 2002 door haar georganiseerde symposium “Pfizer Update Symposium Neurologie”;
– te bevelen om zich bij het organiseren van symposia in het algemeen en het “Pfizer Update Symposium Neurologie” in het bijzonder, overeenkomstig het bepaalde in de Gedragscode Geneesmiddelen te gedragen;
– te veroordelen in de kosten van de procedure;
– De beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
5. Het verweer van Pfizer
5.1 Pfizer is van mening dat het wetenschappelijk hoofddoel van het symposium duidelijk is: er is sprake van vier serieuze lezingen verspreid over twee dagen. Rondom het wetenschappelijk deel van het programma zijn er bij aankomst een receptie, ’s avonds een diner en een borrel en na de overnachting ontbijt en lunch georganiseerd. Naar het oordeel van Pfizer is er geen sprake van “pretactiviteiten”, maar van een normale invulling van de periodieke behoefte aan eten en drinken.
5.2 Pfizer stelt dat het bij de beoordeling of de geboden gastvrijheid ondergeschikt is aan het wetenschappelijk hoofddoel van de bijeenkomst niet mogelijk en zinvol is om uitsluitend uren te tellen. Bovendien bevat ieder programma een aantal elementen die niet in een bepaalde categorie vallen. Zo is een pauze tussen twee lezingen – volgens Pfizer – een normaal onderdeel van ieder congres, omdat zonder deze pauze de deelnemer de geboden informatie niet kan verwerken en nieuwe informatie niet tot zich kan nemen. Deze pauze is, aldus Pfizer, een onderdeel van het wetenschappelijke programma, ook als de deelnemer tijdens de pauze een kopje koffie krijgt. De onderdelen registratie en welkomstwoord zijn volgens Pfizer niet uitsluitend wetenschappelijk van aard, doch zijn onlosmakelijk verbonden met het wetenschappelijk deel van het programma. In ieder geval behelzen deze onderdelen naar het oordeel van Pfizer geen gastvrijheid.
5.3 Pfizer voert aan dat het symposium zo is opgezet dat de beroepsbeoefenaar het in zijn vrije tijd bijwoonde, namelijk vrijdagavond en zaterdagochtend. Hierdoor zou de normale praktijkvoering van de beroepsbeoefenaren zo min mogelijk worden verstoord. Pfizer is van oordeel dat de deelnemers op immateriële wijze een eigen bijdrage leveren, hetgeen haar inziens zou moeten worden meegewogen bij de beoordeling of er sprake is van een evenwichtige tijdsbesteding.
5.4 Pfizer stelt zich op het standpunt dat het wetenschappelijk deel van het programma door de deelnemers als hoofddoel wordt herkend en erkend. Een overnachting en diner in Huis ter Duin is volgens Pfizer geen reden een vrije vrijdagavond en zaterdagochtend op te geven. Daarentegen geldt dit wel voor een serieuze scholingsactiviteit, welke door de beroepsvereniging geaccrediteerd is voor 4 uur.
5.5 Pfizer is van mening dat gelet op de urenindeling de tijdsverdeling niet onevenwichtig was. In totaal werden 4 uur en 35 minuten aan het wetenschappelijk deel, maximaal 6 uur en 45 minuten aan gastvrijheid besteed. Maximaal 25 minuten zijn te kwalificeren als neutraal. Op grond hiervan is Pfizer van oordeel dat het wetenschappelijk deel een substantieel deel van het totaalprogramma was en dat de overige onderdelen daar direct verband mee hielden, zoals eten en slapen.
Het overig verweer
5.6 De overige weren van Pfizer betreffende de onderdelen 1 en 3 van de klacht van GSK behoeven niet te worden weergegeven, aangezien GSK deze onderdelen ter zitting heeft ingetrokken. De Codecommissie komt daaraan niet meer toe.
De conclusie van Pfizer
5.7 Pfizer verzoekt de Codecommissie op grond van het bovenstaande de klacht van GSK ongegrond te verklaren.
6. De overwegingen van de Codecommissie CGR
6.1 De klacht stelt de vraag aan de orde of de gastvrijheid die Pfizer in Noordwijk heeft aangeboden ondergeschikt is geweest aan het hoofddoel van de samenkomst. Bij de beantwoording van deze vraag moet getoetst worden aan artikel 12 van de Gedragscode geneesmiddelenreclame en aan onderdeel B 4 van de Uitwerking normen gunstbetoon artikelen 16 tot en met 22 Gedragscode geneesmiddelenreclame.
6.2 Genoemd artikel 12 houdt ondermeer in dat bij het verlenen van gastvrijheid aan beroepsbeoefenaren in het kader van congressen, symposia of andere bijeenkomsten, de gastvrijheid binnen redelijke perken moet blijven en ondergeschikt moet zijn aan het met de bijeenkomst beoogde doel. In de Uitwerking wordt deze norm herhaald, zulks evenwel met de toevoeging dat daarbij met name het evenwicht in tijdsbesteding tussen het wetenschappelijk programma en de overige onderdelen een essentiële rol speelt. In punt 7.9 van de toelichting bij de Uitwerking is hierover nog het volgende te lezen: “Of aan deze eis (van ondergeschiktheid: Codecommissie) is voldaan, zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld. Een belangrijke factor zal de tijdsduur van de diverse programmaonderdelen in relatie tot elkaar zijn”.
6.3 De Codecommissie stelt bij haar antwoord op de onder 6.1 bedoelde vraag voorop dat de door Pfizer georganiseerde samenkomst een wetenschappelijk karakter had. Dit blijkt reeds direct uit de omstandigheid dat de beroepsvereniging daarvoor accreditatie heeft verleend. Voorts moet worden vastgesteld dat Pfizer geen activiteiten in het programma heeft opgenomen die geen enkel verband hebben met het wetenschappelijke deel daarvan. De Codecommissie denkt hierbij aan deelname aan activiteiten tot verstrooiing en vermaak. Hiermee is gegeven dat zich thans geen geval voor doet dat op één lijn kan worden gesteld met de situaties die door de kantonrechter te Haarlem en de rechtbank te Alkmaar, sector kanton, werden beoordeeld (Ktr Haarlem, 13 februari 2001, JGR 2001/6 en Rb Alkmaar, sector kanton, 25 oktober 2002, JGR 2002/40).
6.4 GSK meent nu dat desondanks sprake is van verboden gunstbetoon. Het aantal uren in het programma voor andere zaken dan voor de voordrachten en de bespreking daarvan is naar haar mening hoger dan het aantal uren dat voor de voordrachten is uitgetrokken. GSK vermeldt in dit verband dat het zonder meer mogelijk was geweest om het gehele wetenschappelijke gedeelte in twee aaneengesloten dagdelen te organiseren, b.v. van 9.00 tot 16.00 uur. Pfizer stelde hiertegenover dat de samenkomst met opzet zo werd georganiseerd dat de beroepsbeoefenaren deze in aansluiting op hun gebruikelijke werk zouden kunnen bij wonen.
6.5 Aan GSK moet worden toegegeven dat het wetenschappelijke gedeelte van het programma heel wel gedurende de loop van één dag had kunnen worden georganiseerd. Er was dan een andere verhouding geweest tussen het aantal uren voor het wetenschappelijke gedeelte en voor andere zaken. De Codecommissie acht het evenwel niet juist de vraag of de aangeboden gastvrijheid ondergeschikt is geweest aan het hoofddoel van de samenkomst, alleen te bezien met het oog op de tijdsduur van de verschillende onderdelen van het programma. Zij is van oordeel dat ook andere aspecten een rol moeten kunnen spelen. In het onderhavige geval moet worden vastgesteld dat Pfizer de samenkomst op een vrijdagavond en zaterdagochtend heeft georganiseerd teneinde enerzijds een zo groot mogelijk aantal beroepsbeoefenaren te kunnen bereiken en anderzijds een zo beperkt mogelijk beslag op hun vrije tijd te leggen. De Codecommissie acht dit een begrijpelijke en aanvaardbare keuze. De keuze bracht vanzelfsprekend mee dat een diner en een overnachting in het programma moesten worden opgenomen. De middagmaaltijd aan het einde van het programma acht de Codecommissie eveneens gerechtvaardigd.
6.6 Alles overziende concludeert de Codecommissie dat niet gezegd kan worden dat de aangeboden gastvrijheid niet ondergeschikt is geweest aan het beoogde hoofddoel van de samenkomst. Dit hoofddoel was onmiskenbaar het wetenschappelijke gedeelte. De Codecommissie voegt hier volledigheidshalve nog aan toe dat niet is gebleken dat de gastvrijheid een zodanig karakter had dat kan worden aangenomen dat dit voor de beroepsbeoefenaren de belangrijkste reden is geweest om de samenkomst bij te wonen.
6.7 De klacht is dan ook ongegrond. GSK zal in de kosten van de procedure worden verwezen.
7. De beslissing van de Codecommissie:
De Codecommissie (Kamer I):
– Verklaart de klacht van GlaxoSmithKline B.V. ongegrond;
– Veroordeelt GlaxoSmithKline B.V. in de kosten van deze procedure, zijnde Euro 453.
Aldus gewezen te Gouda op 26 februari 2003 door mr. P.A. Offers, voorzitter, drs. C. van Winzum, dr. G.M.H. Tanke, drs. P. Klene, G.B.E. Baron van Till, leden, in aanwezigheid van mr. E.C. van Duuren, secretaris.
ID:
K02.010
Onderwerp(en):
Samenkomsten in Nederland
Type beoordeling:
Klacht
Uitspraak:
(Deels) gegrond
Instantie:
Codecommissie
Datum uitspraak:
26-02-2003
Het officiële document: