Samenvatting: | Niet kan worden uitgesloten dat bij de financiële relatie die verzoekster met de Nederlandse deelneemster wenst aan te gaan het voorschrijven, ter hand stellen of gebruik van een geneesmiddel te bevorderen als kennelijk doel ontbreekt. De samenkomst wordt daarom aangemerkt als een manifestatie. Nu de te vergoeden kosten voor reis- en verblijfkosten het bedrag van € 75,00 ver ontstijgen en deze niet zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst, wordt geoordeeld dat de op geld waardeerbare vergoeding aan de deelneemster niet in redelijke verhouding staat tot het doel van de financiële relatie.
|