Inleiding
De Gedragscode Geneesmiddelenreclame (hierna: Gedragscode) is in 1998 tot stand gekomen en sindsdien regelmatig gewijzigd en aangevuld. In 2014 heeft het bestuur van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) besloten alle aanvullingen en wijzigingen onder te brengen in één integrale gedragscode.  

De Gedragscode stelt regels met betrekking tot geneesmiddelenreclame die hun wettelijke grondslag kennen in de Geneesmiddelenwet en Richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Onder reclame wordt daarbij verstaan: iedere vorm van beïnvloeding met het doel het voorschrijven, het afleveren of het gebruik van geneesmiddelen te bevorderen. Dit betreft niet alleen het aanprijzen van geneesmiddelen, maar tevens het aansporen om geneesmiddelen voor te schrijven of af te leveren door voordelen in geld of natura toe te kennen, aan te bieden of in het vooruitzicht te stellen (in de Geneesmiddelenwet gunstbetoon genoemd).  

Deze toelichting geeft een nadere duiding van de gedragsregels, zoals deze sinds 1998 als gevolg van aanvullingen en wijzigingen (gepubliceerd in Nieuwsbrieven) en uitspraken en adviesoordelen van de Codecommissie en Commissie van Beroep van de CGR is ontstaan.

Hoofdstuk 1 - werkingssfeer
De werkingssfeer van de Gedragscode betreft de regels rond het aanprijzen van geneesmiddelen, alsmede de regels rond financiële relaties die farmaceutische bedrijven (vergunninghouders) hebben met beroepsbeoefenaren, andere zorgprofessionals, patiëntenorganisaties en andere betrokkenen , die direct of indirect invloed hebben op het voorschrijven, ter hand stellen of gebruiken van geneesmiddelen. Activiteiten gericht op personen waarbij er geen directe of indirecte relatie tot het voorschrijven, ter hand stellen of gebruiken van geneesmiddelen is, vallen buiten het bereik van de Gedragscode.
 
In de loop van de tijd is de werkingssfeer verruimd met regels rond informatie over geneesmiddelen (paragrafen 5.7 en 5.8), alsmede andere financiële relaties dan gunstbetoon, waaronder relaties met niet-beroepsbeoefenaren (paragraaf 6.5) en patiëntenorganisaties (paragraaf 6.6).
1.1 Reclame in ruimste zin des woords
Deze Gedragscode heeft - in de ruimste zin des woords - betrekking op de reclame voor en informatie over geneesmiddelen, dat wil zeggen zowel mondeling, schriftelijk, met behulp van audiovisuele methodieken, via tentoonstellingen, congressen en symposia als op andere wijze.
1.2 Verantwoorde omgang vergunninghouders
De Gedragscode stelt normen aan activiteiten die te maken hebben met een verantwoorde gang van zaken bij de omgang tussen vergunninghouders en beroepsbeoefenaren, zorgprofessionals, patiëntenorganisaties en andere betrokkenen en die direct of indirect invloed hebben op het voorschrijven, ter hand stellen en/of gebruiken van geneesmiddelen. Daarbij kan het gaan om het verstrekken van algemene informatie over geneesmiddelen, het verlenen van gastvrijheid tijdens een bijeenkomst of manifestatie, het verstrekken van/vragen om premies of voordelen in geld of natura, het verstrekken van monsters van geneesmiddelen en marktonderzoek inzake het gebruik van geregistreerde geneesmiddelen.